Ned. Herv. Jongelingsbond.

Voetbal-spel.

J. V. K. te D. vraagt: mag een lid der Chr.Jongel. Vereeniging ook lid zijn van een voetbalclub, die op den dag des Heeren speelt?

Antw.: Natuurlijk niet! We weten niet hoe die jongeling aan die club gekomen is; of hij wist, dat die club 's Zondags speelt; of zijn ouders dat weten enz. enz. Maar in elk geval is het niet geoorloofd dat het geschiedt. En we zouden ernstig raden om met dien jongeling en liefst ook met zijn ouders over deze zaak te spreken, dan twijfelen we niet of, wanneer er werkelijk eerbied is voor God en voor Zijn heilig Woord, de band met die voetbalclub, die den dag des Heeren ontheiligt, zal spoedig verbroken worden.

Laten onze jongelingen toch voorzichtig handelen, om huns zelfs wil en om de wille van anderen.

Wanneer we enkele dingen hooren, die door jongelingen van gereformeerden , huize gedaan worden op Zondag (Hervormde jongelingen en die tot de Geref. Kerken, ook tot de Chr. Geref. Kerk behooren!) dan kunnen we niet anders dan bekennen; er is een bedenkelijke afwijking van 's Heeren geópenbaarden wil en men vergeet het woord van de Schrift: "bewaar uzelf van de afgoden. "

Vaderl. Geschiedenis.

Wij vestigen de aandacht van onze Jongel. Vereen, op de navolgende boeken over Vaderl. geschiedenis: ,

J. de Jong. Geschiedenis v. h. Vaderland, 2e druk gebonden in linnen band f 1, 25; te bestellen Neerbosch' Boekhandel te Neerbosch.

E. Molt. Spiegel onzer Vaderl. Geschiedenis. Platen atlas, 117 platen met beschrijvenden tekst f 1.25, gebonden f 1.65, uitgave S. L. van Looy, Amsterdam, Keizersgracht 198.

Ring-Reglement.

Er zijn er die niet van ringen houden en ze niet dragen willen. Ik ook niet.

Er zijn er ook die niet vóór Ringen zijn in ons JongeL Verbond. Men ziet er het nut niet van in. Daarmee verschil ik. 'k Geloof dat het héél goed werken kan. Voor sterking onderling, voor gemeenschappelijk optreden, voor propaganda enz. enz.

Laat men orn een proeve van een Ring-Reglement te bezitten eens bestellen Wenken voor het Vereenigingsleven, uitgave (1907) van den Nederl. Bond van Jongel. Vereen, op Geref. grondslag. Te verkrijgen te Ermelo bij den Heer Joh. T. de Lange of bij het Bondsbureau te Zwijndrecht.

Men behoeft het dan natuurlijk niet precies zoo te nemen; dat kan niet — maar om »de wenken» van den Geref. Bond, die reeds 25 jaar bestaat, ter harte te nemen zal niet dan verstandig wezen, dunkt ons.

DE BONDSVOORZITTER.

Rooster van Werkzaamheden.

A. Nederl. Geloofs belijdenis.

ART. 3.

Verdeelen we ons Art. in twee deelen: «. »Wij belijden dat dit Woord Gods niet is gezonden noch voortgebracht door den menschelijken wil; maar de heilige mannen Gods hebben gesproken, gedreven zijnde door den H, Geest, gelijk de heilige Petrus zegt.«

b. «Daarna heeft God door een zonderlinge zorge, die Hij voor ons en onze zaligheid draagt. Zijnen knechten, den Profeten en Apostelen geboden Zijn geopenbaard Woord bij geschrift te stellen en Hij zelf heeft met Zijn vinger de twee tafelen der wet geschreven. Hierom noemen wij zulke geschriften heilige en Goddelijke Schrifturen.

Ons Art. spreekt over de H. Schriftuur en deszelfs oorsprong. De H. Schriftuur noemen wij, zie blz. 162. Aangaande dit beschreven Woord hebben wij op te merken, zie antw. blz. 162 onderaan. De opstellers der belijdenis hebben' zich gehouden aan, zie blz. 163.

Wij bewijzen dat dê H. Schrift van God is ingegeven — zie blz. 163—164: ie, 2e, 3e.

Over deze z.g.n. inspiratie der H. Schrift, met andere woorden, die drijving des H. Geestes bij de Bijbelschrijvers, , is verschil. Men kan dat mechanisch, maar ook organisch doen.

Mechanische inspiratie beteekent, dat profeten en apostelen willooze en zelfs bewustelooze instrumenten in de hand des H. Geestes geweest zouden zijn, dat zij dus niet anders dan als «spreekbuizen» zouden hebben dienst gedaan. Volgens deze beschouwing zouden de schrijvers van onzen Bijbel, in die oogenblikken, dat zij spraken en schreven, los zijn geweest van hunne persoonlijkheid; alles wat zij te dien opzichte deden zou buiten hun bewustzijn zijn omgegaan»

Deze opvatting wordt door de H. Schrift zelve weersproken en is beneden de waardigheid van Hem, die den mensch nooit als een stok en blok, maar steeds als een redelijk en zedelijk wezen behandeld heeft. Vandaar dat wij de inspiratie organisch moeten opvatten. D.w.z. Wij moeten het ons zoo voorstellen, dat de Heilige Geest den schrijvers van onzen Bijbel de gedachten wel heeft ingegeven, zoodat zij niet anders spreken en schrijven konden dan de H. Geest hun te spreken en te schrijven gaf, maar toch altoos zóo, dat hunne eigene werkzaamheid door de drijving des Heiligen Geestes niet weggenomen of te niet gedaan is. Integendeel, hun bewustzijn, hun oordeel en hun geheugen zijn onder den invloed des H. Geestes'zelf werkzaam'geweest. In al de boeken van onzen Bijbel komt duidelijk uit dat die schrijvers verschillend waren. Wat onderscheid b.v. of gij 't evangelie van Mattheus of Johannes, of gij een der boeken van Paulus of van Johannes, of gij de profetieën van Jesaja of Amos leest.

Dit geschreven woord was er niet altijd. Van Adam's tot Mozes' tijd openbaarde God zich op velerlei wijze Hebr. 1:1 Bijvoorbeeld — zie blz. 164—165 antw. I, 2, 3, 4, 5 en 6.

c. Hoe wij aan dit geschreven woord zijn gekomen meldt ons 't 2e deel van het art. Een andere vraag is: Hoe is 't mogelijk, dat Gods Woord zonder geschrift eeuwen bewaard kon blijven. Het antwoord daarop is: zie blz. 166 onderaan.

Dat God later Zijn Woord bij geschrift aan Zijn kerk heeft bekend gemaakt, komt, zie blz. 167 1, 2, 3. Evenwel in 't bijzonder heeft Hij Zijn Woord ons gegeven tot een duidelijk bewijs, zooals onze belijdenis ons zegt, van Gods zonderlinge zorg, die hij voor ons en onze zaligheid draagt, 1 Cor. 1:21.

Heerlijk blinkt Gods zonderlinge zorg, door de overbrenging van 't onbeschreven woord in geschrift, voor ons en onze zaligheid hierin uit en wel, zie blz. 167,168 antw. 1, 2 en 3.

Deze teboekstelling was dus noodzakelijk. Zeer zeker had de Heere voort kunnen gaan en 't woord van mond tot mond als vóór Mozes hebben kunnen voortplanten.

Maar de gewone weg, dien de Heere bewandelt, is alleen de weg der middelen. Daarom heeft hij het hier alzoo gedaan. Wat wij willen onthouden teekenen we op. Zoo heeft als 't ware de Heere voor ons ook gedaan. Hij heeft Zijn Woord door profeten en apostelen op schrift laten stellen. Hij heeft dus gezorgd, dat Zijn Woord op gewone wijze, maar onverminkt en ongeschonden tot ons is gekomen.

Daartoe gebruikte de Heere in de meeste gevallen profeten en apostelen. Slechts een klein gedeelte van Zijn Woord heeft de Heere met Zijn eigen vinger beschreven. Wij weten, dat dat de Wet der tien geboden is, lees blz. 168 onderaan, 169, 170 en 171 hierover. Uitgenomen 't gedeelte der Wet schreven de profeten en apostelen door en onder de werking des H. Geestes want:

a. de H. G. heeft de schrijvers aangedreven.

d. de H. G. heeft invloed uitgeoefend op hun verstand en hunne gedachten verhelderd.

c. 't was de H. G. die zelfs onder het schrijven hun pen heeft bestuurd, zoodat geen enkele vergissing door hen kon begaan worden, en zoodat hët werk, dat straks door hen werd voltooid, niet omdat het hun werk, maar omdat het Goels werk was inderdaad onfeilbaar geheeten kon worden.

Vandaar dat deze Schriften zoo terecht den naam van Heilige en Goddelijke Schrifturen waardig zijn. Denk eens aan 't werk van menschen. Onvolmaakt en zondig. Gods Woord volmaakt en alleen het Woord des Heeren, van de Schriften, die ons in onzen Bijbel door profeten en apostelen zijn nagelaten, daarvan kan gezegd worden dat zij geen dingen bevatten die op 't dwaalspoor brengen, dingen bevatten bevlekt met zonde. Neen volmaakt is het en kan daarom inderdaad heilig genoemd worden. Niet omdat de schrijvers heiligen geweest zijn, maar omdat de K. Geest hun verstand, hun wil, ja hun tong waar zij mee spraken en de pen waar zij mee schreven, had geheiligd. Neem voor slot de opmerking 1, 2 en 3 blz. 173.

N.B. Cijfers verwijzen naar de blz. in ons handboek Sions roem en sterkte. Lees ook vooral de Art. in De Waarheids vriend No. 21 en 24 van den tweeden jaargang hierover na.

B. Vrij onderwerp voor den Goeden Vrijdag.

a. Van Gabbatha naar Golgotha. Punten: . Hun uittrekken van den rok en de herkleeding in Zijne eigene kleederen. Matth. 27 : 31.

2. Zij leidden Hem heen. Matth. 27:31.

3. Zijn dragen van het kruis met Simeon, die het Hem heeft helpen nadragen. Joh. Matth. 27 : 32, Mark. 15:21, Matth. 16:24, 1 Petrus 2:21.

4. Zijne vertroosting aan de vrouwen die Hem al weenende volgden. Luk. 23 : 27 en 28. Lees daarbij ook Ps. 126 : 5, en werk beknopt uit het niet weenen over Jezus. Zie Deut. 34:8, Hand. 8:2, Zach. 12 : 10.

5. Hoe zij Hem azijn met gal gemengd te drinken gaven. Matth. 27:34. — Zie daarbij Spr. 31 : 6, Deut. 32:32 en 33.

6. De kruisiging. Matth. 27 : 35. Zie daarbij Joh. 3 : 14, Ps. 22, Jes. 53 en let op de schande. Gal. 3:13 op de pijn.

7. Slot. Leering: een Pilatus, Herodes, Kajafas, die Christus veroordeelen, geen krijgsknechten, dienaars. Joden of Heidenen, die Christus ter dood brengen, maar alleen de zonden van Zijn volk. Zie verder Joh. 3 ; 14 en 15, Joh. 12:32, 1 Petr. 2:24.

b. Vergelijk Adam en Christus naar aanleiding van 1 Cor. 15 : 20.

c. Gethsémané. Punten, 1. Het begin. Matth. 26:37b. 2. De strijd. Matth. 26:42b. 3. De overwinning. Uw wil geschiede. Matth. 26:42. d. De zeven kruiswoorden.

C. Voordracht.

Volgende week hopen we D.V. voor volgende 3 maanden een Rooster te geven. Begin is natuurlijk Bijbelbespreking voor Paschen.

B. te H.

Correspondentie.

Aan de aangesloten vereenigingen wordt bericht dat tegen de aanvraag van de Chr. Ned. Herv. Jongelings Vereeniging «Zoekt eerst het Koninkrijk Gods» te Bergambacht, om als lid van den Bond toe te treden, geene bezwaren zijn ingekomen.

Genoemde vereeniging is derhalve vanaf 15 Maart 1912 als zoodanig erkend.

Het adres van haar Secretaris is C. van den Oever  te Bergambacht.

DE BONDSSECRETARIS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen