Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De benoeming van prof. Noordtzij.

Het „Fr. Dagblad' schrijft over deze benoeming o. a. het volgende :

Moge 't zoo nu voortgaan. Straks een «bijzondere leerstoel*. Voor de Geref. dogmatiek.

Wij voor ons meenen, dat de Vrije Geref. universiteit alleen ten volle geven kan wat we hebben moeten.

Maar daarom zien we toch graag de Staatsuniversiteiten zoo goed mogelijk! Bovenal door de benoeming van mannen, die de belijdenis der vaderen van harte lief hebben.

Stelle daarom God den nieuwen professor nog tot zegen voor de universiteit, voor de Nederl. Herv. Kerk en voor ons gansche volk!

In de „Stichtsche Ct." lezen wij :

Al willen wij de vrijmaking van het onderwijs, ook voor het hooger onderwijs, doorzetten, en al komt een vrije hoogeschool en vooral een vrije Theologische faculteit, 't meest met ons beginsel overeen, daaruit volgt in 't minst niet, dat we de overheidsuniversiteiten aan het ongeloof zouden willen prijsgeven.

We onderstellen dan ook dat althans deze beschuldiging vooreerst niet meer tegen onze partij zal worden ingebracht.

In de „Geref. Kerk" schrijft Dr. J. Schokking;

Wanneer wij enkel letten op de vakken, welke de nieuwbenoemde hoogleeraar te behandelen heeft, en het straks blijkt, dat dit niet geschiedt naar modern-critische methode, maar inderdaad op zoodanige wijze, dat eerbiediging van de Heilige Schrift als openbaring Gods de stilzwijgende onderstelling is, dan kunnen wij er ons slechts over verheugen, dat eindelijk ook een man van Gereformeerd beginsel gelegenheid krijgt op het gebied van Oud-Testamentische studie zijn kracht te ontwikkelen.

In zooverre wenschen wij onze ingenomenheid met de benoeming uit te spreken.

Maar — zoo gaat Dr.-Schokking voort — het gaat hier ook om de opleiding tot het ambt van leeraar in de Ned. Herv. Kerk.

Bij dezen stand van zaken nu komt het ons een feitelijke anomalie voor, een hoogleeraar te benoemen, die niet slechts tot een andere kerk behoort dan zijne leerlingen, maar bovendien tot eene, die juist als kerk tegenover de Hervormde meest vijandig staat.

Wij spreken opzettelijk van een feitelijke anomalie, want formeel is er geen bedenking te maken.

Formeel onderhoudt de Regeering geen band meer met eenige kerk, wat de Theologische faculteit aangaat; maar dat zij daarom bij de benoeming der hoogleeraren ook geheel onverschillig zou mogen zijn omtrent hun kerkelijk standpunt bij de wetenschap, dat de studenten met een — enkele uitzondering misschien, — overigens allen tot een bepaalde kerk behooren, lijkt ons voor het minst betwistbaar.

De benoeming lijkt den schrijver dus „een klap in het aangezicht" van dé Herv. Kerk; het mag niet zoo bedoeld zijn; het wordt nochtans zoo gevoeld.

ln de. Ned. Herv. Kerkbode schrijft Dr. Bakhuizen van den Brink, Herv. pred. te Utrecht:

Aan dr. Noordtzij brengen wij onzen gelukwensch met de zeer eervolle benoeming. Want het zegt niet weinig in Valeton's plaats te komen, die in binnen-en buitenland als geleerde, mensch en Christen de hoogste achting genoot.

Velen zullen teleurgesteld zijn in de hoop, dat een leerling en geestverwant van prof. Valeton zou zijn benoemd. Velen zullen het ook betreuren dat niet een man, die tot de Nederlandsche Kerk behoort, benoemd is.

Een plaatsvervanger van prof. Valeton kan dr. Noordtzij niet wezen. Immers staat hij buiten de Kerk die Valeton trouw bleef dienen en liefhebben. Hij kan de leegte niet vervullen, die " door Valeton's heengaan in Zending-Vereeniging en Zendingsschool, als Kerkvoogd der Utrechtsche Gemeente, als prediker in onze Kerk is ontstaan. Maar sedert de Theologische faculteit neutraal is gemaakt, kan men geen overwegend bezwaar inbrengen tegen de benoeming van een geleerde, die niet tot onze Kerk behoort. De hoogleeraren Lake en Kristenzen te Leiden zijn ook niet Nederduitsch Hervormd. Weliswaar behooren deze niet tot een Kerk, die aan de onze vijandig is, maar van een man als dr. A. Noordtzij mag niemand veronderstellen, dat hij de bekrompenheden van zijn kerkgemeenschap deelt.«

»Wat den benoemde zelf betreft: hij is gebleken te zijn een man, die op het terrein zijner studie uitmunt en aan wien met vertrouwen de te doceeren vakken, uit wetenschappelijk oogpunt, kunnen worden toevertrouwd.»

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's