Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

UTRECHT, 27/8 '12.

Aan de Redactie van De Waarheidsvriend

Geachte Redactie!

Verzoeke beleefd plaatsing van het volgende in uw blad, bij voorbaat mijn dank.

In het laatste nummer komt onder het hoofd "Aangenomen", een beschouwing voor over de door de synode met algemeene stemmen aangenomen wijziging van het Alg. Reglement en de daaruit voortvloeiende invoering van een reglement op de wijkgemeenten, waarin de schrijver zegt, dat hij het zou betreuren, indien een dergelijke regeling getroffen werd en tot de conclusie komt, dat allen, die aan de confessie vasthouden en de belijdenis onzer Geref. Kerk liefhebben, zich tegen deze wetswijziging moeten verzetten.

Dit nu is' mij niet duidelijk en de argumenten, die tegen de voorloopig aangenomen regeling worden aangevoerd, hebben mij allerminst van de noodzakelijkheid van verwerping kunnen overtuigen.

Laat ons deze argumenten eens nader bezien: 1e. Er is geen eenheid in belijdenis, in prediking, in catechetisch onderwijs, in huisbezoek, in ziekenbezoek, dus zal men een verwarring krijgen, nog grooter dan er reeds is; de menschen laten zich niet in loketjes zetten en wie in de wijk van Ds. A. woont, laat zich niet bij Ds. A. indeelen, als de prediking van Ds. B. hem beter bevalt.

Deze redeneering lijkt mij daarom fout, omdat in het geheele reglement er geen woord van staat, dat iemand, die in de wijkgemeente van Ds. A, woont, ook bij hem ter kerk en ten avondmaal moet gaan en zijn kinderen bij hem ter catechisatie moet zenden. Evenals nu de menschen soms van het eene dorp naar het andere loopen om een prediking naar hun hart te hooren en hun kinderen naar een predikant hunner keuze zenden, al woont hij op grooten afstand, zullen ook voortaan de gemeenteleden van een groote stad de predikanten blijven volgen, die zij tot nog toe hoorden, zonder dat iemand of iets hen dit zal verhinderen.

2e. Nu zal elke wijk afzonderlijk den kerkelijken strijd aanbinden, wijk A zal heel anders uitkomen dan wijk B en C. De modernen, de evangelischen en de ethischen zoeken al een wijk uit, waar hun partij het sterkst is om daar een kerkeraad volgens hun richting te krijgen, niet om de gemeente beter te verzorgen, maar om zelf weer aan het bewind te komen, ten minste zoo zal de praktijk blijken te zijn.

Nu vind ik het ter loops gezegd niet fair om van een tegenstander te verklaren, dat hij alleen vóór een maatregel is om zijn invloed te vergrooten, zonder dat hij van plan is dien invloed tot heil der gemeente aan te wenden. Hoe weet de schrijver dit! Zijn dan de gereformeerden de eenigen, die, wat herderlijk werk en wijkarbeid betreft, hun plicht doen? De practijk is wel eens anders.

Maar waarom nu juist alleen van de modernen, de evangelischen en de ethischen verondersteld, dat zij er wel bij zullen varen ? Zullen ook niet de gereformeerden zoo verstandig zijn een wijk uit te zoeken, waar zij de meerderheid kunnen behalen, zoodat zij, waar de kerkeraad hun een predikant weigert (zooals naar ik meen in Zwolle onlangs gebeurd is) nu een gereformeerd man kunnen beroepen? De nadeelen wegen hier dus zeker tegen de voordeelen op, zoodat ook dit argument geen steek houdt.

En nu de voordeelen. Deze zijn in hoofdzaak ook tweeërlei.

1e. Betere bewerking van de gemeente.

2e. Meer belangstelling bij de gemeenteleden. Betere bewerking der gemeente.

Zooals nu de toestand is, is de kerkeraad van een groote gemeente een caricatuur van hetgeen hij behoort te zijn. Hij kan wat reglementeeren en administreeren, maar waarlijk de kerk regeeren kan hij niet. Dit beletten èn zijn groot aantal leden èn de uitgebreidheid der gemeente.

De grootte maakt, dat de discussies hoe langer hoe meer gerekt worden, terwijl het werk, dat wordt geproduceerd, daarmede omgekeerd evenredig is en de gestadige uitbreiding der groote steden maakt het hoe langer hoe onmogelijker om het oog op de gemeente te houden. Daarom is decentraliseering noodig.

Hier in Utrecht heeft men dat ook ingezien en bestaat er daarom in iedere wijk een commissie van den predikant, de ouderlingen en de diakenen, die den kerkeraad adviseert in zaken van tucht, overschrijving uit andere kerken e. d. en het college van diakenen in zaken van armenzorg. In die wijkcommissies voelt men, dat men nuttig kan werken, omdat men de menschen van zijn wijk kent en door persoonlijk bezoek van predikanten, ouderlingen en diakenen hoe langer hoe meer leert kennen, wat natuurlijk als kerkeraadslid ten opzichte van de geheele stad een onmogelijkheid is.

Daarom zal een wijkkerkeraad met leden, die in de wijk zelf wonen, voor de bewerking der gemeente niet anders dan bevorderlijk kunnen zijn.

En daarbij komt dan ten tweede, dat omgekeerd de gemeente meer belang zal gaan stellen in de zaken der kerk. Men zal als kleine wijkgemeente, waar men elkander beter kent en zelf invloed uitoefent op de samenstelling van den kerkeraad, evenals in een dorp, meer gaan gevoelen voor de saamhoorigheid der gemeente; men zal op den duur een predikant zijner richting zien te krijgen en alles zal zich om de kerk als middelpunt meer gaan groepeeren.

Zie, geachte redactie, dat zijn zoo eenige voordeelen, die ik mij verbonden denk met de instelling van wijkgemeenten en daarom geloof ik, dat wij, gereformeerden, tot de totstandkoming daarvan moeten medewerken.

Wat natuurlijk niet zeggen wil, dat wij den eisch van terugkeer tot de belijdenis moeten laten varen. Neen, wij moeten het een doen en het andere niet nalaten.

Maar als wij, zooals de schrijver van het artikel wil, moeten wachten tot wij eerst hebben wijziging van de proponentsformule, eerst belijnde belijdenisvragen, eerst één zijn in geloof, in één woord eerst onze Ned. Herv. Kerk in alles gereformeerd hebben voor wij saam aan het werk kunnen gaan, dan vrees ik, dat wij de eerste tientallen van jaren nög wel kunnen wachten. En intusschen gaan het ongeloof en het socialisme voort het volk van God en de kerk te vervreemden, zooals het jongste onderzoek door Adolf Lewenstein in Duitschland onder de arbeiders ingesteld, zoo verschrikkelijk heeft aangetoond.

Laten dan de groote kerkeraden der groote steden maar voortgaan, laten ze nog zooveel praten en hun best doen, dan zal blijken, dat, terwijl de senaat beraadslaagt, de staat (hier de kerk) ten onder gaat. Hoogachtend, met broedergroete en heilbede,

C. F. WEBER,

Diaken Ned. Herv. Kerk.

Wij zijn den inzender dankbaar voor dit schrijven. Aan deze zaak is werkelijk meer dan één kant.

Maar over 't geen de inzender betoogt, in zake betere bewerking der gemeente, gaat het niet. Daar zijn we het hartelijk met elkaar eens. We meenen daar zelf vroeger meer dan eens over geschreven te hebben.

Maar dat kan bereikt worden door wijk-commissies. Hier gaat het over het zelfstandig maken der wijken, met eigen kerkeraad, met eigen stemlijst, eigen beroepingswerk enz. enz.

En dat vinden we gevaarlijk. Te gevaarlijk! '

DE HOOFDREDACTEUR.

FEIJENOORD, 26 Aug. '12.

Geachte Redactie.

Beleefd verzoekt ondergeteekende een plaatsje in »de Waarheidsvriend», naar aanleiding van het ingezonden van den heer Bos te Weesp (23 Aug.j.l.), waar de inzender vraagt, of het niet goed zou zijn te W. een Kerkelijke Kiesver. op te richten.

Zou de heer Bos de Statuten van den Geref. Bond eens willen opslaan en wel bij art. 4 en 5; — mij dunkt dan is de oprichting van een Kerkel. Kiesvereeniging overbodig als er te Weesp een Afdeeling van den Geref. Bond wordt opgericht!

Bovendien steunde men de actie dan niet alleen plaatselijk (zooals dit met een Kiesvereeniging het geval is) maar kwam men in het midden van onze actie voor geheel onze Kerk in Nederland.

Wordt er dan door een Afdeeling gewerkt, dan is er werk in overvloed! 

Immers als Afdeeling kan men beginnen om op voordeelige wijze winterlezingen te doen houden. Men kan Zondagsscholen en Jongelingsvereenigingen oprichten. Men kan komen tot oprichten van Chr. Scholen enz.

De Bond toch zorgt voor het Hooger-onderwijs(Leerstoelen), dientengevolge kan een Afdeeling plaatselijk werken ter bevordering van het lager-onderwijs. (Dordtsche Kerkeorde art. 21 en art. 4 Statuten).

Hoe meer werkzaamheden worden verricht hoe beter. Naar die mate zal ook de bloei der Afdeeling zijn.

Hiermede hoopt ondergeteekende eenigszins te hebben aangetoond het voordeel dat het oprichten van eene Afdeeling heeft boven het vormen van een Kiesvereeniging.

Met dank voor de opname. Uw dw.

N. C. NOORLOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Ingezonden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's