Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het kerkelijk leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het kerkelijk leven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De oude paden.

In „De Voorzorg", orgaan van den Chr. Nat. Werkmansbond, had onze vriend Dijkstra reeds een paar maal over „de oude paden" geschreven, om, waar men in den Chr. Nat. Werkmansbond zegt voor de Herv. Kerk te willen opkomen, in het midden van den Bond neer te leggen, dat het bij Kerkherstel moet gaan om onze Geref. belijdenis.  daar anders de grondslag niet deugt.

Nu begon dat Dr. Slotemaker de Bruine wel wat te vervelen; aan dat spreken over „die oude paden" wou hij eigenlijk toch wel een einde maken en hij beweerde dat het vroeger toch ook zoo rooskleurig niet was in onze Kerk. En daarom wou vriend Dijkstra nu werkelijk tot die oude, dwaze toestanden terug?

Daarop antwoordde toen vriend Dijkstra het volgende:

Mijnheer de Redacteur.

Naar aanleiding van mijn ingezonden stukje over het voorstel Sliedrecht in No. 13 van „de Voorzorg", doet in No. 14 Dr. Slotemaker de Bruine een vraag over de oude paden. Mij dunkt, dit is een reden te meer voor de jaarvergadering om het voorstel Sliedrecht aan te nemen, te weten, dat wij de levensvragen omtrent onze N. H. Kerk in onze Voorzorg mogen bespreken, wie weet hoeveel er daardoor nog tot klaarheid kan komen.

Nu wenscht onze geachte S. de B. een heel kort antwoord, met het oog op 't verbod? Daarom stel ik Dr. S. d. B. voor om ook mede te werken tot openstelling der grenzen van „de Voorzorg". Om S. d. B. nu échter op zijn vraag te antwoorden het navolgende. Omdat ik gereformeerd ben, ben ik lid van de Herv. Kerk en hoop ik lid van de Herv. Kerk te blijven. De Herv. Kerk is toch de Gereformeerde Kerk. Dat staat bij mij vast. Zelf heb ik een belijdenis die overeenkomstig Gods Woord is, opgevat in den zin van de drie formulieren van eenigheid. Dat is gereformeerd.

De Herv. Kerk staat ook op den grondslag van Gods Woord, opgevat in den zin van de drie formulieren van Eenigheid, maar leeft er niet naar en spreekt er niet van. Dat betreur ik. Daar ligt de zonde van onze Herv. Kerk. En daar mag ik iets van voelen. Onze Herv. Kerk is afgeweken van de wegen die naar Gods Woord zijn. Onze Herv. Kerk luistert niet naar de openbaring Gods, in Zijn Woord of getuigenis ons gegeven, door onze vaderen in de 3 Formulieren van Eenigheid zoo heerlijk vertolkt. De god dezer eeuw heeft de zinnen verblind. Daarom moet naar mijn oordeel gesproken worden van verlaten der oude paden. Net als de profeten deden in de dagen van verval. Daarom moet geroepen worden : „terug !" Natuurlijk niet naar personen van vroeger, woorden van vroeger, toestanden van vroeger. Maar terug naar de oude paden wil zeggen, terug naar de volle, rijke, heerlijke Godsopenbaring ons in Zijn Woord gegeven, waarmee de Kerk des Heeren in 't begin onzer jaartelling zoo gelukkig was. Waarmee zij de wereld ging overwinnen. En waartoe ook Calvijn na eeuwen van donkerheid en dwaling, de Kerk des Heeren kwam terugroepen. Of die dwaze Calvijn dan niet wist, dat het met die eerste gemeente, toen het om de leer der apostelen en profeten ging en toen de tucht gehandhaafd werd, zoo droef gesteld was? Of Calvijn de allersmartelijkste woorden van Paulus, de allerdroevigste klachten van den verhoogden Heiland over de Kerken in Klein-Azie enz. niet gelezen had ? O zeker. En indien iemand hem gevraagd en gezegd had, wilt gij de Kerk des Heeren in de 16e eeuw naar den toestand terugbrengen der 1e en 2e eeuw, toen standen en tijden vol huichelarij en dronkenschap, ongeestelijkheid, vechterij en partijschap waren? Dan zou Calvijn den vrager hebben aangezien en geantwoord hebben: Gij begrijpt zeker niet wat gij zegt. Om intusschen met kracht van woorden te pleiten voor de oude en nooit verouderde waarheid naar Gods getuigenis, die telkens in tijden van z.g. vooruitgang en verlichting bestreden en verworpen werd, maar die telkens ook weer naar voren zal worden gebracht. Neen, we willen de pruiken niet terug van onze vaderen, de slapers niet in de Kerk van Brakel, de loszinnigen niet, de dorheid en de doodsheid niet. Neen! neen! gij weet beter.-Maar we willen, daar men in de dagen der verlichting als een dolle de oude waarheden omvergestooten heeft en voorbijgestoomd is, roepen en blijven roepen, kom terug van den weg uwer dwaling en keer weder tot den Heere en Zijne getuigenis, welke de Heere eeuwenlang van kind tot kind geëerd wil zien. Daarom moet men geen caricaturen maken van onze woorden, als we spreken van de oude paden. We hebben er recht op dat men onze woorden uitlegt, zooals ze uitgelegd moeten worden, gelijk ze ook door den profeet zijn gebruikt. Niet tot vroegere misstanden, niet tot de zonden, gebreken, tekortkomingen van vroeger. Maar terug tot de volle Godsopenbaring ons in Zijn woord gegeven, door onze vaderen zoo duidelijk en warm uiteengezet en verdedigd in de belijdenisschriften onzer Kerk. En wijst men er dan nog eens op, dat het vroeger in de gereformeerde periode toch ook zoo rooskleurig niet was, dan wijs ik nóg eens op de eerste Christen-gemeenten en zeg: wees toch voorzichtig om dat niet en nooit te wijten aan Gods waarheid, waarbij ik ook dit nog eens wilde vragen: wat is in den middellijken weg als oorzaak te beschouwen dat de Geref. Kerk van Nederland in zoo'n kwijnenden toestand kwam? Laat men eens lezen wat geschreven is over het machtsmisbruik van de overheid, van de stedelijke regenten, van plaatselijke autoriteiten, enz. De predikanten waren niet vrij, zelfs in het kiezen van hun tekst, nog minder in de oefening der tucht. En men heeft onze Geref. Kerk met geweld onthouden waar ze recht op heeft, om in generale synode bijeen te komen. Daarom willen we terug naar de „oude paden", maar niet terug tot de Gereformeerde Kerk van Nederland met de Staatsbemoeiïng en inmenging van vroeger. Neen, de overheid heeft niet Kerken te geven en te nemen, als naar believen. De overheid heeft niet voor te schrijven ten opzichte van de Kerk wat zij wil; de overheid heeft niet het recht om met de kerkelijke goederen te doen wat zij wil; de overheid mag niet het saamkomen in synodale vergadering verhinderen, of eigenwijs door politieke commissarissen leiding geven. We willen terug tot de oude paden; tot de - geref. leer en het geref. leven; tot de vrije, onafhankelijke gereformeerde Kerk van Nederland, die Jezus Christus als Koning erkent, Gods Woord als lamp voor den voet gebruikt, en met de belofte des Heeren rijk en sterk is, tot alle dingen bekwaam. Of dan alle Nederlanders tot die Ger. Kerk zullen komen? Natuurlijk niet. Iemand die vasthoudt aan Gods Woord, gelooft daar niets van, spreekt er zelfs niet over, evenmin als de Heiland er over sprak, of er weinig of veel zouden zalig worden. Er is een tijd van heilig zwijgen, als men Gods woord dan maar laat spreken. En gelijk de Heiland toen zeide: strijdt gij om in te gaan, hebben wij tot onze Herv. Kerk te zeggen: keer terug tot Gods Woord en God zal voor het Zijne en de Zijnen zorgen. Of dat onverschilligheid verraadt voor den evenmensch? In 't geheel niet; een gereformeerd mensch is niet onverschillig voor zijn naasten. Maar hij weet dat hij zijn naaste nooit meer van nut kan zijn, dan wanneer hij zelf wandelt in de wegen van Gods getuigenis. Hoe ongelukkig is het nu niet gesteld, daar onze Herv. Kerk een zoogenaamd ruim standpunt inneemt.

M. d. R. Tegelijk met „de Voorzorg" van 2 September ontving ik „de Nederlander", daar zag ik een opgave in aangaande Rotterdams kerkelijk leven, en daar staat dan dit, dat 29.000 gereformeerden buiten de N. H. Kerk leven, 27.000 onverschilligen die tot geen kerkgenootschap behooren en 4.000 Remonstranten. Er is geen net om allen te vangen. Maar Gods weg is altijd het veiligst. Dan zouden tenminste ook in ons vaderland die duizenden gereformeerden niet buiten,maar binnen de Herv. Kerk gevonden worden. En niemand zal durven ontkennen, dat er van de gereformeerde minderheid voor land en volk meer te wachten is dan van godsdienstloozen en Remonstranten.

Mijnheer de Redacteur, mijn dank voor de plaatsing van dit schrijven, dat ik zoo kort mogelijk heb doen zijn als 't maar even kan. Met broedergroeten,

Loenen a/d. Vecht.

T. J. DIJKSTKA.

Met dit schrijven gaan we accoord. Maar Dr. Slotemaker de Bruine niet. Die antwoordde:

Een paar opmerkingen, zoo kort mogelijk, wil ik nog geven als antwoord op het bovenstaande.

Wij zijn het dus hierover eens, dat de Hervormde (Gereformeerde) Kerk nog nooit goed geweest is en wij dus niet tot de vorige toestanden terug moeten. Dat is al veel gewonnen, want gewoonlijk wordt het wel zoo opgevat en de inzender spreekt in No. 13 van den vervallen toestand der Kerk en van herstel der Kerk, waaruit toch ook volgt, dat zij vroeger goed geweest is; en in dit stuk zegt hij dat onze Kerk is afgeweken van de wegen die naar Gods Woord zijn; dan zou zij daar dus vroeger wel op gewandeld hebben.

Maar als in het verleden het ideaal niet is te vinden, laat men dan toch voortdurend twee dingen doen. Niet alleen dit éene, dat men den toestand zijner Kerk hoe langer zoo meer wil verbeterd zien naar de door God gegeven lijnen (ik doe daaraan van harte mede); doch evenzeer, dat men de Kerk, zooals zij telkens is, zooveel mogelijk doe strekken tot een zegen voor ons volksbestaan.

Ook dit laatste kan blijkbaar; want de Kerk heeft nog nooit beantwoord aan het ideaal en toch veel gedaan.

Voorts is het zeer juist, dat men in vorige eeuwen den druk van de overheid onderging; maar daaruit volgt dan ook, dat wij door de organisatie van 1816—1852 een zeer groot voordeel hebben verkregen, want wij staan sinds dien volkomen vrij van de overheid.

Of de inzender het recht heeft, den naam „gereformeerd" op te eischen voor degenen die kerkelijk denken en doen zooals hij, en dien aan anderen te ontzeggen? Ik ontken dat met zeer grooten nadruk. S. D. B.

Ons dunkt, vriend Dijkstra zal daar nog wel iets op weten te antwoorden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit het kerkelijk leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's