Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr.Kromsigt's brochure.

De onlangs in uitzicht gestelde brochure van Dr. Kromsigt is verschenen. Zij bevat de rede die eenigen tijd geleden door hem te Leeuwarden op de jaarvergadering der Christelijk-Historische Unie gehouden werd en waarvan wij ook het een en ander in ons blad mochten mededeelen.

Zooals onze lezers zich zullen herinneren, sprak de Amsterdamsche predikant in Friesland's hoofdstad over de kerkelijke kwestie: het advies der Grondwetscommissie in zake artikel 171. In die vergadering —men weet het — ging het nog al rumoerig toe. Van verschillende kanten werd op het gevaar gewezen, dat de Hervormde Kerk dreigde, zoo het advies der Staatscommissie den grondslag zou vormen van het nieuwe Grondwetsartikel. Bijzonderlijk kwam tijdens het debat ook de coalitie ter sprake en gingen er stemmen op om de saamwerking met de andere rechtsche partijen bij de stembus van 1913 af te breken, zoo althans in het te treffen accoord 't eerste lid van het bestaande artikel 171 niet gehandhaafd bleef.

De brochure, die thans het licht zag, getiteld: „Geen Coalitie zonder vast accoord in zake Kerk en School (alleen wordt in deze brochure de kerkelijke kwestie behandeld, over eenigen tijd zal een tweede volgen over de schoolkwestie), wenscht blijkens de voorrede „inzonderheid (om) vele Hervormden voor te lichten aangaande de groote belangen, die bij eene wijziging van art. 171 met name voor de Hervormde Kerk op het spel staan".

Wij hopen binnenkort in de gelegenheid te zijn den inhoud van deze belangrijke brochure eenigzins breedvoerig te bespreken, voorshands bepalen wij ons tot het maken van een drietal algemeene opmerkingen.

De eerste opmerking betreft de bekende legende, die ook weer in deze brochure op de bladzijden 12 en 13 te lezen staat.

Na er op gewezen te hebben, dat de moeielijke, historisch-juridische kerkelijke kwestie door de Staatscommissie tot een rekensommetje (de bekende uitkeering van f 455 voor elke duizend leden) wordt herleid, schrijft Dr. Kromsigt:

„Een meer platte, gelijkvloersche, onprincipieele oplossing is wel niet denkbaar. En dat... in eene commissie, waarin een man van de theologische diepte in denkkracht van een Dr. Kuyper had plaats genomen! Hoe is het mogelijk ? zoo vraagt men onwillekeurig".

Natuurlijk kon het niet anders of deze woorden in eene vergadering van Christelijk-Historische Unieleden en verdere belangstellenden in-en buiten de politiek uitgesproken, moesten wel aanstonds den indruk vestigen — en in den verkiezingsstrijd te Ommen bleef de nawerking niet uit — dat het weer Dr. Kuyper was, die schade aan de Ned, Herv. Kerk berokkende.

Nu wordt het vervelend om telkenmale de juiste toedracht dezer zaak te moeten uiteenzetten en er nogmaals aan te moeten herinneren, dat Dr. Kuyper part noch deel had aan de formuleering van het bekende ontwerp-artikel 171; doch dat het de eerevoorzitter der Christelijk-Historische Unie was — ter vergadering te Leeuwarden aanwezig — die, naar wij meenen goed ingelicht te zijn, o. m. met den heer Röell, voorzitter van het college van notabelen der Ned. Herv. Gemeente te 's-Gravenhage, het „rekensommetje" uitdacht.

Wij nemen aan, dat Dr. Kromsigt, toen hij te Leeuwarden sprak, met deze feiten niet bekend was, maar voor. dat hij zijne brochure uitgaf, had hij toch uit meer dan éen blad kennis kunnen krijgen van de weigering van Dr. Kuyper, om in de subcommissie, aan wie het ontwerpen van artikel 171 opgedragen was, zitting te nemen.

Een enkele aanteekening in de brochure had thans de zaak op dit punt kunnen rechtzetten.

De tweede opmerking heeft betrekking op de politieke strekking der brochure.

Die politieke strekking is deze, dat men de coalitie er aan geven wil, voor het geval geen vast accoord in zake de kerk (en zoo aanstonds ook ten aanzien van de school) getroffen wordt.

i) a. w. § 57 blz. 86.

Wij laten de vraag van eene eventueele vernieuwing der coalitie in 1913 rusten. Maar waar wij op willen wijzen is dit, dat men met het stellen van condities voorzichtig moet zijn. Stelt een partij voorwaarden dan is dit natuurlijk iets anders. Doch hebben wij het goed dan gaat de leuze: „Geen coalitie zonder vast accoord in zake kerk en school" voorloopig slechts uit van een groep onder de Christelijk-Historischen.

En neemt deze groep nu de vrijheid zulk eene leuze op te heffen, wat belet dan zoo aanstonds eene andere groep van een rechtsche partij om met een andere voorwaarde te komen, b.v.: „Geen coalitie zonder vast accoord in zake de sociale kwestie" of „in zake het kiesrechtvraagstuk" of „in zake de Zondagswetgeving" enz.?

Nu versta men ons goed, ook wij vinden de zaken van Kerk en School van het hoogste gewicht en meenen dat zij eene gedachtenwisseling tusschen de partijen onderling ten volle waard zijn, maar dan brenge men de bespreking ook daar ter plaatse, waar ze behoort.

Intusschen zijn wij Dr. Kromsigt, afgezien van de wijze waarop hij het deed, dankbaar, dat hij zijne brochure het licht heeft doen zien. Daardoor wordt eene rustige en kalme bespreking van het kerkelijke vraagstuk mogelijk en wordt de weg tot gemeen overleg geopend.

Op één punt moeten wij echter nog even wijzen, en dat is onze derde opmerking, dat het ons niet juist lijkt, wat de schrijver in het midden zijner voorrede doet, nl. het binden van de Christelijk-Historische partij aan de Ned. Herv. Kerk.

Dr. Kromsigt spreekt in de inleiding zijn vrees uit voor het verlies van de zelfstandigheid der Christelijk-Historische partij. Daarom wenscht hij niet langer eene „coalitie in den blinde", maar coalitie op vast accoord, inzonderheid waar de positie der Ned. Herv. Kerk in het geding komt. Het volk, met name de Hervormde kiezers, moeten weten waarvoor het in 1913 optrekt.

Vereenzelvigt Dr. Kromsigt hier niet te veel de Christelijk-Historische partij met de Ned. Herv. Kerk?

Wij achten zulk doen niet juist, niet alleen, omdat de Christelijk-Historische een politieke en geen kerkelijke partij is, maar ook daarom niet, omdat een groot aantal Hervormden lid is van de anti-revolutionaire partij, welke partij in haar program op dit punt heel wat afwijkt van de inzichten van Dr. Kromsigt en zijne naaste geestverwanten.

Doch op dit punt komen we later nog wel eens terug.

In „De Alblasserwaard en Vijfheerenlanden" lezen we:

Lessen uit Ommen.

Ommen bracht het land in roer. Er hoeft - waarlijk weinig gezegd, om dat Overijsselsche geknoei te brandmerken.

Niet éen, letterlijk niet éen blad van onze gansche vaderlandsche pers, heeft het voor dezen baron Mackaij opgenomen,

Alles veroordeelt hem, of zwijgt hem dood. Eén sprekend voorbeeld.

Men kent «De Beukelaar». 't Blad van Dr. Mr. van de Laar. Het staat de christelijke beginselen voor, doch is tégen de Coalitie, tegen de antirevol. partij en drijft met open vizier een zeer eenzijdige hervormde-kerkpolitiek.

En zelfs dit blad schrijft het volgende, krasse oordeel neer:

«De heer Mackaij is ten slotte in Ommen gekozen door een schier ongehoord gedraai, door fatale leugens. En zoo heeft nu de heer Mackaij zijn naam, die in de Christelijke wereld, ook bizonderlijk op staatkundig terrein een goeden klank heeft, te schande gemaakt. Tot in het buitenland spot men met zijn politiek karakter.»

Scherper kan 't niet gezegd. Dan hier in «De Beukelaar.»

En dan verder:

Als we weer in coalitie gaan, dan niet meer op los accoord, maar volgens vaste lijnen.

We móéten weten, wat we aan elkaar hebben en tot hoever we op elkaar rekenen kunnen.

Een coalitie moet zijn een band, geen strop.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's