Staat en Maatschappij.
Steun aan de Vrijzinnigen.
De laatste mail uit Indie bracht het bericht, dat zich ook te Soerabaya een commissie gevormd heeft die gelden wil inzamelen om bij de verkiezingen in 1913 de vrijzinnigen hier te lande te steunen.
Naar het Soer. Hbl. meldt, heeft deze commissie bestaande uit een 12-tal personen voor dat doel op ruime schaal een circulaire verspreid.
In die circulaire wordt er op gewezen, dat het de overtuiging van talrijke nadenkende menschen in Indie is, dat het huidige streven der coalitie, om den door die partij in Nederland gevoerden politieken en kerkelijken strijd met al de onheilen van dien naar Indie over te brengen ook voor de Koloniën op den duur noodlottig zal worden. De commissie acht het voorts een groot gevaar voor de vrije ontwikkeling van Indie om ook daar op het gebied van het onderwijs den regel: „bijzonder onderwijs regel, openbaar onderwijs uitzondering" te gaan toepassen.
Wat de Zending betreft, zoo staat in de circulaire te lezen, wenscht niet alleen al wat vrijzinnig is, maar ook menig ander nadenkende in Indie geen andere beginselen te zien toegepast dan die eener liberale regeering, welke aan iedere godsdienst gelijke vrijheid en rechten toekent. Die beginselen zijn niet die van de tegenwoordige regeering. Blijft deze aan het bewind dan vreest men dat op den duur over Indie dezelfde donkere wolken komen van godsdiensthaat en verdeeldheid welke nu al zoolang in 't moederland onheil stichten.
Om al die redenen verwacht de commissie met grond, dat de vrijzinnigen in Indie gaarne de gelegenheid zullen aangrijpen om met het eenige hen ten dienste staande middel — het verstrekken van geld om daarmede aan de groote geldelijke offers welke de verkiezingen eischen, te gemoet te komen — de verkiezingsactie in Nederland te steunen.
In hoeverre aan den oproep die in deze circulaire gedaan wordt, daadwerkelijk zal worden gevolg gegeven en welk resultaat de inzameling der gelden voor de verkiezingskas der vrijzinnigen zal hebben, is een zaak die voor niemand eenig belang heeft, dan voor de liberale concentratie alleen.
Anders staat het echter met de motieven, die er toe geleid hebben om de circulaire uit te vaardigen. En om die te leeren kennen meenden wij goed te doen met eens den inhoud van een der circulaires waarmede op dit oogenblik in Indie onder de Europeanen, de Chineezen en de inlandsche bevolking gewerkt wordt, ten einde een krachtig optreden der vrijzinnigheid in het volgende jaar financieel mogelijk te maken, onder de aandacht onzer lezers te brengen.
Wat men in Indie door het verleenen van steun aan de linksche concentratie, zoo deze komt te overwinnen, wenscht te verkrijgen, is dit, dat de voortgang van de Zending in de Koloniën worde tegengehouden en het christelijk onderwijs in zijne ontwikkeling worde gefnuikt. Natuurlijk spreekt men die bedoeling niet open en rond uit, maar een goed verstaander begrijpt zeer goed het halve woord dat gelegen is in de uitdrukkingen van: „vrije ontwikkeling van Indie" en „voor iedere godsdienst gelijke vrijheid en rechten."
En metterdaad zal Indie, zoo de vrijzinnigheid in de meerderheid komt, in ruil voor de toegezonden geldsommen zijn wenschen ingewilligd krijgen.
Voorts zal de vrijzinnigheid het den heeren van de Zending duidelijk moeten maken, desnoods met toepassing van doortastende maatregelen, dat de Zending zich binnen de perken der propaganda heeft te houden, die dan door de liberale regeering zullen gesteld worden. Niet in het minst zal dit moeten gelden voor de bearbeiding der bevolking met het Christelijk Onderwijs.
Men kan er van verzekerd zijn, dat de afspraak daarvoor nu reeds gemaakt is.
Allereerst moet een einde komen aan de gehate regeering van den Christen-Staatsman Idenburg. Zijn optreden in betrekking tot het vieren van den Zondag, het wegnemen van de beletselen die de prediking van het Kruis van den Christus in den weg staan, het eischen van de Indische Overheid dat zij zich hare roeping als dienaresse Gods bewust zal weten, het zijn alle zoovele zaken die naar vrijzinnig oordeel, aanleiding geven om de godsdiensthaat en verdeeldheid in de hand te werken. En met die dingen heeft de Indische Sociteits-bezoeker liefst niets te maken.
Voorts zal de vrijzinnigheid het den heeren van de Zending duidelijk moeten maken, desnoods met toepassing van doortastende maatregelen, dat de Zending zich binnen de perken der propaganda heeft te houden, die dan door de liberale regeering zullen gesteld worden. Niet in het minst zal dit moeten
gelden voor de bearbeiding der bevolking met het Christelijk Onderwijs.
Voor dit alles mag de Indische vrijzinnigheid op de hartelijke medewerking van de linksche concentratie rekenen, waar zij aan de actie der vrijzinnigen hier te lande hare krachtige financiëele steun verleent.
Zie hier de beteekenis die aan het verleenen van die steun aan de vrijzinnigen hier te lande door de Indische wereld moet worden toegekend.
Voor ons Christenvolk om op zijn hoede te zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1912
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1912
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's