Staat en Maatschappij.

Een dreigend gevaar.

Het wil ons wel eens bang worden, wanneer wij het oog vestigen op den verkiezingsstrijd die aanstaande is. Niet, omdat wij een nederlaag vreezen — de dagen van druk kunnen toch nog wel eens recht gezegend zijn — maar de vrees komt bij tijden op, wat er de gevolgen van zullen zijn.

Zoo b.v. op het terrein van de zending.

De vrijzinnigen hebben het duidelijk en onomwonden uitgesproken, tot zelfs in 's Lands vergaderzaal toe, dat het zendingdrijven onder de Mohammedanen een gevaar voor de rust in de Koloniën oplevert. Met dat zendingdrijven op Java moet het dan ook uit zijn.

In het Februari-nummer van „ Onze Eeuw" schreef de bekende Kameroverzichtsschrijver van het Handelsblad, de heer Elout, dat de daden van den Gouverneur-Generaal Idenburg allerminst geschikt zijn om vertrouwen te wekken in de wijsheid van een Christelijk' regiment. Integendeel — zoo betoogde de schrijver verder — al ware tegen het kabinet-Heemskerk niets anders in te brengen dan zijn demonstratief confessionalisme in Indie, dan zou dat alleen reeds voldoende reden wezen om te wenschen, dat het zoo spoedig mogelijk verdwijne.

Nog feller dan dit in „ Onze Eeuw'"' geschiedt, gaat in Indie het Indisch Vrijmetselaars Tijdschrift tegen de zendingspolitiek van het Ministerie te keer.

Het roept de vrijzinnigen en in het bijzonder de vrijmetselaars hier te lande toe om uit den dommel te ontwaken en zich van hun plicht bewust te gevoelen, om de gevaren te keeren, die Indie bedreigen. Alle invloed moet daarbij aangewend worden opdat overal het politiek geweten worde wakker geschud.

En dat men het in Indie alleen bij woorden niet laat blijkt wel uit de berichten, die telkens in de bladen voorkomen, dat belangrijke geldzendingen uit de Koloniën naar het moederland worden overgemaakt, om de strijdkassen der vrijzinnigen van geldmiddelen te voorzien.

De vrijzinnigen spelen met betrekking tot de zending metterdaad hoog spel.

Het. opkomen voor de zending is toch allerminst een particuliere liefhebberij, die door enkele vrienden van de zending wordt voorgestaan. Het geldt hier niet minder dan de opvolging van een uitdrukkelijk bevel door den Koning der Kerk gegeven: „Predikt het 'Evangelie aan èlle creaturen."

Die last kent geen uitzondering.

„En tegen dien last", zoo schreef onlangs het Friesch Dagblad, „komen nu Mr. van Deventer (het Eerste Kamer-lid) en zijn vrijzinnigen zich verzetten en zeggen: Predikt het NIET aan de 20 millioen Mohammedanen 'op Java. Nut kan het daar niet doen. Het kan die menschen niet beter en gelukkiger maken dan ze zijn. En schadelijk is die zending allicht; rust en orde komt in gevaar." Ongetwijfeld verwachten de vrijzinnigen in Indie van een linksch Kabinet groote maatregelen voor de Koloniën.

Allereerst zal de heer Idenburg het veld hebben te ruimen, de bewindsman, van wien de heer Van Kol, de bekende sociaal-democraat, na terugkeer van zijn reis uit Indie, dit onverdacht getuigenis aflegde: „Menige klacht vond gehoor, menig onrecht vond herstel door den man die op Buitenzorg's troon gezeten, in vele opzichten het goede wil en hart toonde voor de millioenen inboorlingen, wier levenslot en geluk hij voor geen gering deel in handen heeft."

En dan, als eenmaal Idenburg het bestuur in Indie aan den vrijzinnigen opvolger zal overgegeven hebben, zal onder een linksch Kabinet hier te lande, misschien wel met Mr. van Deventer als Minister van Koloniën, er wel voor gezorgd worden dat naar de inzichten der vrijzinnigen wordt gehandeld.

Zal het zoover komen? De Heere zal het voorzien. Voor ons volk om te waken en te bidden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen