Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag Bondsdag Ned. Herv. Jongelingsvereenigingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag Bondsdag Ned. Herv. Jongelingsvereenigingen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

van den 3en Bondsdag van Ned. Herv. Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden grondslag, gehouden op Maandag 12 Mei 1913, in het gebouw „Irene" te Utrecht.

II.

Nadat Ds. van Grieken zijn inleidend woord gesproken heeft, geeft hij het woord aan den heer Bongers te Huizen, medebestuurslid van den Bond, tot het behandelen vad zijn onderwerp: „Methode van bijbelbespreking."

Nadat de heer Bongers vooraf enkele algemeene wenken heeft ten beste gegeven (n.l. dat er een inleider moet zijn, dat men het inleiden niet verplichtend moet stellen, welke de stof is die bij voorkeur behandeld moet worden enz., bespreekt hij zelf een gedeelte der H. Schrift nl. Johannes 21:12—18, waaruit hij verschillende gedachten opdiept, die de overdenking zeer waard waren. De bijbelbespreking, die de heer Bongers naar aanleiding van het voorgelezen Schriftgedeelte hield, kon dan ook in menig opzicht ten voorbeeld gesteld worden.

Nadat de Voorzitter hem dank heeft gezegd, daarbij er op wijzend dat de jongelingen zich gelukkig mogen achten onderwijzers in hun midden te hebben, worden over het behandelde enkele besprekingen gevoerd, waaraan door de-vrienden Noteboom van Oud-Beier. land. Poot van Delfshaven, de Vink van Utrecht en de Jong van Vinkeveen wordt deelgenomen.

De verschillende sprekers werden door den inleider beantwoord en nadat ook de Voorzitter over een en ander nog zijne gedachten heeft uitgesproken, wordt de morgenvergadering gesloten met het zingen van Ps. 119:9 en dankzegging bij monde van den Secretaris Ds. Jongebreur van Veenendaal.

De middagvergadering wordt ten 2 ure geopend met het zingen van Ps. 84:3 en gebed door den Voorzitter. De notulen der vorige vergadering, door den Secretaris gelezen, worden ongewijzigd goedgekeurd.

Uit het jaarverslag, dat hierop door den Secretaris wordt uitgebracht, blijkt dat het aantal vereenigingen, die bij den Bond zijn aangesloten, met enkele vermeerderd is, en dat er over 't algemeen reden is om .over den staat van den Bond tevreden te zijn. Melding wordt echter ook gemaakt van ééne vereèniging, nl. die te Muiden, die haar lidmaatschap heeft opgezegd, blijkbaar omdat de predikant daar ter plaatse den Bond een verkeerd hart toedraagt, aangezien hij den geest, die den Bond bezielt, een geest „uit den afgrond" waant. Over deze waan voorstellingen van Muidens pastor spreekt de Voorzitter zijn droefheid uit, terwijl Ds Remme een poging waagt om in deze wolk, die het leven van onzen Bond dreigt te verduisteren, toch nog een lichtpunt aan te wijzen, hierin bestaande dat wij ons met dit verwijt in goed gezelschap bevinden, aangezien men ook den Heer' des huizes Beëlzebul geheeten heeft.

Na het verslag van den Secretaris is dat van den Penningmeester aan de orde. Uit hetgeen de heer Blanken ons meedeelt blijkt dat ook de staat van de kas bevredigend is. Een commissie, bestaande uit de vrienden Vink van Utrecht, Olie van Delft en Noteboom van Oud-Beierland, wordt door den Voorzitter benoemd om de rekening na te zien en verklaart weldra dat deze door haar in de beste orde bevonden is.

Alsnu komt volgens de agenda aan de orde de Bestuursverkiezing wegens de periodieke aftreding van de h.h. Blanken en Brouwer, Na gehouden stemmng blijkt dat beide aftredende heeren weer met groote meerderheid herkozen zijn. De heer Blanken neemt aanstonds zijn benoeming weder aan, terwijl aan den heer Brouwer, die afwezig is, hiervan zal worden kennis gegeven.

Nu volgt het vaststellen van de plaats waar de Bondsvergadering het volgend jaar gehouden zal worden. Uit de genoemde plaatsen Delft, Zwolle, Rotterdam, Utrecht, Dordrecht en Leerdam, wordt ten slotte bij meerderheid de eerste gekozen, zoodat wij een volgend jaar in de Prinsenstad hopen saam te komen.

Bij het punt van de agenda: „uiting van het Bondsleven", wordt breedvoerig gesproken over het Bondsblad. De Voorzitter deelt mede, dat nu enkele nommers verschenen zijn, gebleken is dat de zaak ên financieel en wat den inhoud betreft, niet ongunstig staat. Wat moeten we nu doen? Verschillende afgevaardigden spreken zich uit. Sommigen zijn er voor om het als maandblad te houden; anderen willen er een weekblad of althans een om de 14 daag verschijnend blad van inaken. Nadat de secretaris heeft voorgesteld om gedurende de zomermaanden 6 en gedurende de wintermaanden 12 nommers te doen verschijnen, wordt besloten dat de afgevaardigden dit denkbeeld in hunne vereenigingen zullen bespreken en dat de vereenigingen dan hun wenschen te dien opzichte aan het Bestuur zullen kenbaar maken.

Nadat nog gesproken is over het drukken van het blad, over een daarin op te nemen „Vragenbus", over te vormen ringen en over een bondslied, vraagt Ds. van Voorthuizen van Ameide het woord. Hij zegt een heel gewichtig voorstel te hebben en wel betreffende het vergaderen op den 2en Pinksterdag. Hij meent dat door de vergadering op zulk een dag te stellen, de jongelingen verhinderd worden de samenkomst der gemeente bij te wonen en zou dus gaarne wenschen dat de Bondsdag niet meer op een dergelijken dag gehouden werd.

De Voorzitter, Ds. van Voorthuizen beantwoordend, zegt dat we dan een anderen dag zouden moeten kiezen en gelooft dat dit voor een groot gedeelte onzer jongelingen zeer moeilijk zou zijn. Hij wijst er verder op, dat de 2e feestdagen dagen zijn, die door menschen zijn ingesteld en hoe de dingen van Gods Koninkrijk bovendien niet beperkt zijn tot de prediking van Gods Woord. Hij gelooft niet dat waar er practisch alles voor te zeggen is om de vergadering op een 2en Pinksterdag te houden er principieel iets op tegen is.

Nadat ook Ds. Remme zich in dezen geest heeft uitgelaten en bovendien heeft doen uitkomen dat het vergaderen op een anderen dag een groote mate van ongelijkheid zou scheppen, geeft de vergadering blijk dat zij er mee instemt dat de Bondsdag op den 2en Pinksterdag bepaald zal blijven, zoodat de discussie over dit onderwerp hiermee gesloten wordt.

Aangezien een en ander ons echter nog al heeft opgehouden is het inmiddels zóo laat op den middag geworden dat het slotwoord van Ds. Remme helaas moet vervallen. Niet dan noode neemt de vergadering hiermee genoegen.

Hierna worden door de afgevaardigden van Zegveld en Utrecht nog eenige gedachten uitgesproken betreffende het uitnoodigen van sprekers die ons vereenigingsleven niet welgezind zijn, het kerken bij predikanten die niet Gereformeerd zijn. Doch aangezien het reeds te laat is om op deze dingen breeder in te gaan, dankt de Voorzitter allen die tot het welslagen van dezen Bondsdag hebben medegewerkt, waarna op «ijn verzoek de vergadering door Ds. Remme met dankzegging gesloten wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1913

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Verslag Bondsdag Ned. Herv. Jongelingsvereenigingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1913

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's