Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VRAAG. Mag de Kerkeraad een vrouw aanstellen om catechetisch onderwijs te geven, teawijl de ouderlingen zich aan dat werk onttrekken, zeggende voor dat werk niet bekwaam te zijn.?

ANTWOORD. (Vervolg.)

We hebben dit feit, vooral in onze groote Hervormde Kerk onder de oogen te zien, bizonderlijk in betrekking tot het huisbezoek, waarbij men niet volstaan kan met te zeggen: dat is het werk van den dominee — en waarbij men ook bovendien eens meer moet gaan indenken, wat het is, om huisbezoek te doen in een grooten kring, waar in 't minst geen orde of tucht is.

Een predikant die er geen tijd voor heeft; die er geen tijd voor kan hebben, en dan een gemeente waar orde noch tucht gevonden wordt. Hier ligt werk voor de ouderlingen, 't zij ze saam met den predikant gaan, 't zij ze onder elkander het werk verdeelen en dan als ouderlingen twee aan twee de huisgezinnen bezoeken.

Zoo kan er althans iets van terecht komen. Maar... ook dit is makkelijker gezegd dan gedaan.

Hoe moeilijk is het vaak niet, om mannen te vinden die bereid zijn het ambt van ouderling te vervullen.

En die ouderling worden — hoevelen zijn er niet, die voor het werk van ouderling geen tijd hebben, door den aard van hun maatschappelijke positie. Terwijl er ook genoeg zijn, die de gave des woords, de gave van uitlegging der Schrift, de gave der vertroosting en de gave des gebeds 'geheel of voor een groot deel missen.

Wat moet er zoo van onze groote gemeenten terecht komen ?

. «Stilletjes alles laten zitten, zoolang het duurt« — dat wordt zoo ongeveer de leus.

In dit stadium kan de hulp van wijkbroeders redding bieden....

Er zijn in de gemeente nog wel mannen en vrouwen, niet in het ambt staande, die toch liefde en lust bezitten ; — ook tijd — om werk te doen in Gods Koninkrijk.

Daar kan gebruik van gemaakt worden. Wijkbroeders kunnen twee aan twee verschillende gezinnen bezoeken, naar allerlei dingen vragen, allerlei dingen noteeren, in allerlei dingen inlichting en raad geven, en zoo kunnen ouden van dagen, armen en gebrekkigen allerlei raad ontvangen. Zoo kan voor verschillende huisgezinnen de gang naar kerk en catechisatie worden vergemakkelijkt en de banden met Gods huis, bijna geheel verbroken, weer worden hersteld en versterkt. Deze .wijkbroeders kunnen den predikant en de ouderlingen van allerlei op de hoogte brengen; ze kunnen hen adviseeren hier of daar zelf eens een bezoek te brengen enz. enz.

Ook voor de hulp van kranken en ongelukkigen kan een wijkzuster van zoo groot nut zijn.

Neen — de vrouw moet niet op de plaats van den man komen.

Tegen dien geest des tijds, die niet uit God is, moet gewaakt.

Maar er is werk, dat beslist vrouwenwerk is en door een vrouw dan ook veel beter gedaan kan worden dan door een man.

Vandaar dat Paulus met het werk van enkele zusters der gemeente zéér ingenomen was (i Tim. 3 VS. n; 5:9, 10).

Wij kunnen niet in alles beoordeelen wat aan de vrouw wèl en wat haar niet geoorloofd is. Dat is wel in 't algemeen te zeggen b.v, zij zal niet in het ambt mogen worden gesteld, om met gezag in het midden van de gemeente te spreken — maar om dat nu precies in bizonderheden aan te geven, gaat niet zoo gemakkelijk.

Dienende, ondergeschikte, stille arbeid mag zij zeker verrichten.

Helpend en troostend mag zij zeker optreden.

Ook heeft zij voor onderwijzen van de kleine kinderen op zondagscholen, voor onderricht geven aan meisjes op een krans beslist grooten aanleg en gaven boven den man — gelijk zij als onderwijzeres in de laagste klassen der school niet misplaatst is.

De vrouw is geknipt om te vertellen, te onderwijzen, op te voeden.

En daarom is het naar onze meening geenszins verkeerd, dat zij leert voor godsdienstonderwijzeres, examen doet en dan met de acte verrijkt, allerlei dienende, ondergeschikte, stille werkzaamheden verricht.

Natuurlijk niet preeken, niet in het openbaar spreken, niet het werk des mans overnemen.

Maar om het werk van de vrouw te doen in het midden van de gemeente, zooals Febé, de zuster, die een dienaresse der gemeente te Kenchreën was (Rom. 16:1) of zooals Maria, die veel voor Paulus gearbeid had (Rom. 16:6) — ziet, dat is nog zoo kwaad niet.

Iets anders is natuurlijk om te beoordeelen of in een bepaalde gemeente een bepaalde daad goed te keuren is of te veroordeelen.

Gemakzucht is altijd verkeerd.

Zich onttrekken aan 't geen men op zich genomen heeft, mag niet.

Maar 't is de vraag of het 't werk van ouderlingen is om te catechiseeren.

Kunnen ze het — best.

, : Willen ze het dan ook doen — nog beter;

Maar iemand, die geëxamineerd is, vanwege den kerkeraad tot bepaald werk aan te stellen lijkt ons principieel genomen niet in strijd met Gods Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1913

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Vragenbus.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1913

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's