De last des Heeren door den Profeet Jeremia tegen Juda.
De last des Heeren door den Profeet Jeremia tegen Juda.
(Vervolg en Slot).
Daar wordt een bang gerucht vernomen, een dof gerommel uit het Noord spelt, dat een onheil dreigt te komen waar nimmer oor van heeft gehoord; verwoesting rept haar schuwe schreden, verschrikking en afgrijslijkheden van oproer, oorlog en gericht staan Juda's steden te genaken, te stellen tot een hol der draken voor Gods verbolgen aangezicht.
Ik weet, o Heer', dat 's menschen wegen door 's menschen wil niet zijn beschikt, doch dat Uw wijsheid daarentegen Vaak anders schikt dan 't menschdom wikt. Kastijd mij, Heere, doch met mate, niet in Uw toorn; Uw liefde late mij leven; stort Uw gramschap uit op 't Heidendom, dat U vergeten, Uw heilig Volk heeft opgegeten, verslonden als de wolf zijn buit.
N a z a n g.
Hoor Israel, de God der goden is onze God, een eenig Heer'; zoo luister dan naar Zijn geboden en heb Hem lief en geef Hem eer. met gansch uw hart, al uw vermogen en heel uw ziel; houd Hem voor oogen en wijs uw kindren op Zijn Woord; spreek daarvan thuis; roem Zijn genade in al uw wandel, vroeg en spade. God spreekt en Zijn Gemeente hoort.
Zijn Woord zult gij ten teeken binden aan hand en voorhoofd; aan de poort uws huizes zal de vreemdling vinden in heilig schrift gegrift Zijn Woord, Zijn Woord, waarvan bij donderslagen de toppen Sinaï's gewagen: Ik ben de Heer', die uit het oord der slavernij u wilde leiden naar waterstroom en groene weiden; gij zijt het Volk, dat mij behoort.
Zou dan de mensch zich goden maken? Daar zijn geen goden nevens God. Van ijver voor Zijn dienst te blaken, dat is het hoogst-begeerlijk lot. Van bloed te wasschen eigen handen en 't God-verzaken uit te branden in Kerk én School, in Huis en Staat, dat is uw roeping, Gideons-bende, tot eenmaal 't einde der ellende in de ure der victorie slaat.
Schep moed, hoe zwak die tot ons hooren, hoe sterk des vijands overmacht, God heeft het bij Zich-zelf gezworen, dat eindlijk ons de zege wacht. God steunt uw arm en hoort uw bede; de Heiland strijdt onzichtbaar mede, doch merkbaar als de middagzon: volgt Hem ten strijde op dood en leven en 't heilig wachtwoord aangeheven: „het zwaard! Voor God en Gideon!"
De scepter zal van Juda wijken noch van zijn voeten 't heilig recht totdat de Silo komt. Hem blijken de hulde en eerbied toegezegd van alle volk; in duizend tongen wordt Hem aanbiddend toegezongen het Hooglied van den Bruidegom, die tot Zijn Bruid komt. — Kerk des Heeren, uw Hoogepriester moet regeeren; zeg: Amen, Koning Jezus, kom!
Hoor Israel, uw God is Koning, dien dan geen goden nevens Hem; verban die uit Zijn heil'ge Woning en poorten van Jeruzalem! Bereid, bereid den weg des Heeren, Zoo zal Hij u Zijn wegen leeren; maak recht Zijn pad; verlang, verbeid, gelijk het hert hijgt naar de stroomen, dat Silo tot Zijn Tempel komen en heerschen zal in eeuwigheid!
1913.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1913
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1913
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's