IN MEMORIAM Ds. J. VAN VLIET
IN MEMORIAM Ds. J. VAN VLIET
Van uit Leerdam verspreidde zich de vorige week het droef bericht, dat Ds. J. van Vliet, pred. der Ned. Herv. Kerk aldaar, plotseling overleden was.
Diep getroffen heeft deze tijding allen, die dezen broeder min of meer van nabij hebben gekend. Innig medelijden leeft in veler hart, niet het minst met de jeugdige weduwe, die met haar beide kindertjes in zulk een diepen rouw gedompeld is.
Ds. van Vliet had bijna den leeftijd van 34 jaar bereikt.. Den 2en Kerstdag zou hij zijn verjaardag hebben gevierd. Hij was geboren in 1879 te Overschie; reeds vroeg leefde in hem de begeerte verkondiger van het Evangelie te worden. Hij bezocht het Gymnasium te Rotterdam, studeerde aan de universiteit te Utrecht en werd in 1906 in de bediening des Woords bevestigd te Ottoland. Deze gemeente verwisselde hij in 1908 met die van Poortvliet. En vandaar kwarn hij in 1911 te Leerdam, waar hij de gemeente diende en waar hij zelfs den dag vóór zijn sterven het Woord des levens nog naar aanleiding van Psalm 132 : 17—18 verkondigen mocht.
Verliest zijn gade in hem een trouwen echtvriend, zijne kinderen een liefhebbenden vader, zijne gemeente een trouwen herder en leeraar, ook onze Bond verliest in hem een zijner trouwste leden, die niet slechts in eigen kring propaganda voor onze beginselen maakte, maar die, daartoe aangezocht, ook bereid was, naar de mate der gaven, hem verleend, elders de belangen van Bond en Leerstoelfonds te bepleiten en. te verdedigen.
Ds. van Vliet schaamde er zich niet voor Bondslid te zijn. Trouwens heel zijn optreden, inzonderheid te Leerdam, heeft er van getuigd dat onze beginselen hem niet alleen dierbaar waren in het verborgen, maar dat hij de banier der Waarheid durfde ontrollen op ieder levensgebied. De veelzijdige arbeid, dien hij verricht heeft, niet het minst ook op het terrein van Christelijk onderwijs, is een bewijs hoe hij gevoelde dat de roeping van den dienaar des Woords zich niet tot den kansel beperkt.
Het was een droeve aanblik toen zijn stoffelijk omhulsel op Zaterdag 27 December uit zijn woning weggedragen, aan den schoot eener kille aarde werd toevertrouwd. Aan zijn graf werd menige traan geplengd en menig goed woord gesproken. De grondtoon van alles was een zwijgen in Gods onbegrepen, maar toch aanbiddelijken Raad. Gods weg is in het heiligdom. Daarvan had hij zelf iets mogen verstaan toen hij zich weinige uren voor zijn dood in de hand des Heeren mocht overgeven. Moge dat de troost zijn inzonderheid van de zwaar beproefde en diep geschokte vrouw, die reeds zoo vroeg het weduwkleed dragen moet.
Luther heeft eens gezegd dat Gods wegen eerst recht verstaan worden, wanneer zij, evenals een hebreeuwsche Bijbel, niet van voren naar achteren, maar van achteren naar voren gelezen worden. Zoo te lezen echter zal eerst in den dag der eeuwigheid mogelijk zijn. O dat we gelooven mochten dat het dan wel blijken zal dat de Heere zich nooit, en dus ook niet in het oproepen en aflossen van dezen dienstknecht heeft vergist.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1914
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1914
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's