Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hij zeide: Hagar, gij dienstmaagd van Sarai! Vanwaar komt gij en waar zult gij heengaan ? Genesis i6:8m.

Vanwaar? Waarheen? (NiEUWJAAR.)

Het verband van bovenstaande tekstwoorden teekent ons Hager, de Egyptische dienstmaagd van Sarai, op haar vlucht uit Abrams huis.

Maar de Engel des Heeren komt haar tegen, roept haar tot verantwoording bij deze ontmoeting, en geeft haar bevel om weder te keeren tot hare vrouwe en zich te vernederen onder hare handen.

Op Nieuwjaarsmorgen hebben er wat 'n ontmoetingen en begroetingen plaats, en weinigen handelen zoo eerlijk met elkaar als de Engel met Hagar bij de fontein in de woestijn op den weg van Sur.

Gewoonlijk maken de menschen er zich met een lachje en een wenschje af, want lichtzinnigheid is de karaktertrek van het leven van den natuurlijken mensch.

Wij willen elkaar even eerlijk en ernstig ontmoeten en begroeten, en wij beantwoorden samen onder Gods alwetend oog twee vragen, gepast bij de intrede van het nieuwe jaar: vanwaar en waarheen?

Vanwaar komt gij?

En het antwoord van velen op Nieuwjaarsmorgen is: „ Uit het huis van de zorgeloosheid!" Zij hebben het oude jaar nog eens goed "uitgezet", en den korten levenstijd wenschen zij vroolijk en blijde door te brengen. Zij kennen maar één ideaal: om hunne lusten bot te vieren, en te leven naar de ingeving en het goeddunken van hun hart, zich niet bekommerend om wat de eeuwigheid brengen zal.

Komt gij daarvandaan?

Dan heb ik een boodschap aan u!

Weet het wel, dat gij zoo voortgaande'van een ijdel leven zult overgaan in een ontzettend sterven, en dat het schrikkelijk zijn zal God te ontmoeten als een vertoornd Rechter, die u oordeelen en straffen zal naar uwe zonden. Een boodschap van Godswege aan uw adres op den eersten morgen van het jaar.

Vanwaar komt gij?

Een tweede antwoordt: uit het huis van de wereldsche smart.

Zij hadden het vorige jaar aanzienlijke verliezen, ook sterfgevallen en slagen. En dat had pijn gedaan, zoodat zij gebogen gaan onder hun kruis, en zuchtten keer op keer: „ Heere, tot hoe lang ? Moeten wij nog meer hebben van het leed der aarde? "

Mijne vrienden, ik heb een vraag aan u, op dezen morgen, eer gij verder reist: Wie was uw trooster? Hebt gij uw toevlucht genomen tot de menschen, uw dierbaren en vrienden ? Wat was uw balsem in al uw lijden? Uit de apotheek van de wereld ? Dan begrijp ik dat gij klaagt, en klagen blijft. Maar er is een beter Geneesmeester, Jehova Rofi, de Heere uw Heelmeester, en ik raad u, wend u heden tot Hem, want Zijn medicijn is tot zegening in al uw smart.

Vanwaar komt gij?

Antwoord: uit het diensthuis van Egypte!

Ja, daar is het een harde dienst, dat wettische leven, onder strenge huisorder. De drijvers staan achter u, en geen wonder, dat gij op Nieuwjaarsmorgen zucht: „wat zal het worden, teleurstelling is mijn loon geweest, en het oordeel zal nog het einde zijn."

Mijn vriend, ik heb een raad aan u!

Heden wordt u gepredikt dat er Eén is, die de wet vervuld heeft. Dadelijk en lijdelijk, in leven en sterven heeft Hij gehoorzaamheid volbracht. Op Golgotha is Hij gestorven voor onze zonden, en van den vloek der wet heeft Hij ons verlost. Laat het u een Nieuwjaarspreek zijn: Christus en dien gekruist, en het uwer ziele zijn tot zaligheid, om tot uw Schuldverzoener, uw Zondevernieler, uw Wetsvervuller de toevlucht te nemen.

Vanwaar komt gij?

„Uit het huis van de zedige vroomheid!

„'t Was er gezellig. Wij hebben prettig Kerstfeest gevierd en het oudejaar stichtelijk geëindigd. Onze conscientie is bevredigd, en we meenen dat het zoo wel kan gaan, de weg der deugd is immers goed, en voor het vleesch niet zonder bekoring."

O, mijne vrienden, ik heb een waarschuwing voor u!  want die vroomheid is een kleed, dat uw naaktheid voor God niet kan dekken. En onder dat kleed schuilt een boos en overspelig hart, dat bekeerd moet worden tot God, en dat aan zijn vijandschap ontdekt, nog moet leeren schreien tot God om genade en geen recht. O, dat gij eens arm wierdt, Om jammerlijk, naakt en onbekeerd, en tot den Heere leerdet zuchten om genade en verzoening!

Vanwaar komt gij?

TJit het huis van de godzaligheid!

Welaan! zóó mag ik het hooren. Wat was uw Oude jaarservaring? Dat gij een vluchteling waart en bleeft naar de Godsstad. Wat was uw weg ? Liep hij over Mara en Bethel, langs Ephrata en Pniël, en hebt gij zielservaringen uit het leven der gemeenschap met Christus ontvangen ?

Dan heb ik op Nieuwjaarsmorgen een felicitatie voor u! Want groot is het goed, dat de Heere heeft weggelegd voor die Hem vreezen, zalig het leven, en dierbaar de schat. Geluk met de buit! En zegen op de reis! Blijf maar een vluchteling, want hier is de rust niet. Nieuwjaarsdag zij uw, dankdag, uw bededag, uw boetedag, uw zegendag!

Vanwaar komt gijl dat is de eerste vraag op Nieuwjaarsmorgen, maar de tweede, die er bij behoort, is: waar zult gij henengaan ?

Wij kunnen allerlei kant op, en allerlei richting inslaan. Wat zijn de wegen der menschen verschillend, wat loopen de gangen uiteen I

Als op een spoorwegstation, waar de handwijzers ons aangeven de route en de gelegenheid naar het station onzer keuze.

Laten we eens lezen waar we alzoo heen kunnen gaan. Naar Bethesda, huis van barmhartigheid; naar het Tranendal; naar den berg Wanhoop; naar de vallei van den Dood; naar het dal van Achor; naar de plaats der buitenste duisternis!

Neen! roept ge uit, daar niet heen!

Lees dan verder, aan de andere zijde van de handwijzerspaal:

Naar wereldsch genot! O, ziet eens, wat een schare gaat er dien kant op! Ook op Nieuwjaar, met spel en drank, luidruchtig en rumoerig I

Naar stichtelijk levenl ook een groot getal menschen met het Zondagsche pak van „gemaakte goederen" aan; confectie en confessie gaan er hand aan hand, vijandig aan goed veranderd volk, dat het om het kleed der gerechtigheid van Christus te doen is.

Naar matig orthodox! Op dat perron is de toeloop veel minder. Zoo maar enkelen van die ingetogen lieden, brave menschen wel, maar zonder kennis van de waarheid.

Eindelijk hebben wij den naam van ons station gevonden!

Naar het tehuis voor ellendigenl

Ja, M. Geliefden, daar moeten wij heen met Nieuwjaar, dat is de weg voor de ware landverhuizers, die op 1 Januari de wereld vaarwel zeggen, een beter vaderland zoeken, en in godzaligheid lust en vermaak vinden. Dat is de eenige route die ons past, naar het Huis van barmhartigheid, waar de Zaligmaker, Jezus, ons genade bewijzen wil.

Gods Woord zal ons den weg wijzen; daarin staat de weg afgeteekend, met de tusschenstations erbij.

Wat zijn de drie mijlpalen op den weg? Geen Eben-Haëzers alleen! Denk dat niet! Er is ook nog wat anders te lezen en te leeren.

Als bij Hagar is de eerste boodschap aan de ware vluchtelinge: „Keer weder l" O, dat is de weg voor 1914 voor al 's Heeren volk! De weg van den wederkeer. Repeteer het nog eens wat gij verleden jaar geleerd hebt! Weer de woestijn in van Sittim af tot Gilgal toe I

En de tweede boodschap voor Nieuwjaar is: Verneder U." Want de Heere houdt van kleine menschen, die het belijden: tegen U alleen heb ik gezondigd, en die bidden: verzoen mijn schuld om Christus' wil.

Dan is de derde boodschap: „Ik zal u zegenen." Want aan dat volk heeft de Heere lust, en Hij zal hun Nieuwjaar gezegend maken, en overvloed geven van de blijken Zijner gunst, zoodat ze nog zingen kunnen van Zijne wegen, die rijkdom en goedheid zijn.

Maar dan is ook dit de verwondering huns harten, als bij een vluchtende Hagar: „Heere, heb ik ook gezien naar Dien, die mij aanziet." Verwondering over Vaderlijke trouw, verlossende liefde, en zalige toepassing des Geestes.

Ziet, zoo gaat het reizen in 1914 alleen goed.

Dan is er zaligheid in het leven te smaken en vrede voor de ziel.

En op het eind staat de kruispaal met het opschrift: „in dit vluchtelingenoord zijn ze in Jezus veilig."

En in het verschiet een huis, het Vaderhuis, waar die allen samenkomen en niemand van die schare henengaat.

Zalige reis! Die trein derailleert nooit; en alle passagiers komen op Zijn tijd thuis, door veilige hand geleid, in het oord van eeuwigen vrede en blijde zaligheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1914

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1914

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's