Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In ,de Standaard" van Vrijdag 13 Maart j.l. vonden we een stukje rakende een zaak die óns aangaat. Daarom nemen het hier gaarne over.

Het luidt aldus:

Dogmatisch hoogleeraar.

In vrij uitgebreiden kring betuigt men zijn ingenomenheid met de benoeming van den hoogleeraar Dr. H. Visscher, te Utrecht, tot hoogleeraar in de Dogmatiek aan de Utrechtsche Universiteit.

Bij het hooren hiervan vergisse men zich niet. Het wil toch niet zeggen, dat Prof. Visscher door de Koningin, op voordracht van den Minister van Binnenlandsche Zaken en van Curatoren, hiertoe geroepen is. Integendeel, deze benoeming gaat geheel buiten de Regeering om. Ze gaat niet van het Bewind, maar van een particuliere Vereeniging uit en wel ingevolge artikel 170—183 van de Hooger Onderwijswet.

Van deze artikelen, die Dr. Kuyper aan het bestaande recht wist te doen toevoegen, is dusver nog veel te weinig profijt getrokken.

Rome ging ook hier voor. Niet genoeg kan het daarom gewaardeerd, dat nu ook van den Gereformeerden Bond de stoot uitging, om wat te Utrecht nog altoos haperde, recht te zetten.

Prof. Dr. Visscher kon indertijd te Utrecht niet anders benoemd worden dan voor de wijsbegeerte van den Godsdienst en de zedekunde.

De Dogmatiek, het hoofdvak, viel in 1876 buiten de faculteit. En wel vulde de Hervormde Kerk dit aan,door de benoeming van een hoogleeraar, die van de Belijdenis onzer Vaderen zich vervreemd gevoelde.

Er bleef alzoo te Utrecht een zeer gevoelige leemte over. Sinds lang werd dit gevoeld en gehoopt dat de Regeering hier raad zou schaffen. Te lang zelfs heeft men hierop gewacht. Juist daarom echter mag het te meer op prijs gesteld, dat de Bond thans de zaak aanpakte.

Aan de omstandigheid, dat het de benoeming geldt van iemand, die reeds.hoogleeraar was, zal de Minister wel geen bezwaar ontleenen. »Een man als Dr. Visscher staat, als 't moet, voor drie."

Ook het Weekblad voor vrijz. Hervormden, van 5 Maart j.l. schrijft over deze zaak. Daar lezen we:

~Een Bijzondere Leerstoel.

In het jaarverslag van den Gereformeerden Bond, uitgebracht op de onlangs gehouden ledenvergadering,
en opgenomen in De Waarheidsvriend, lezen wij, dat het in de vergaderingen van het bestuur een punt
van ernstige overweging is geweest, of de tijd reeds gekomen was, om aan eene der rijks-universiteiten,
met name aan die te Utrecht, een Bijzondere Leerstoel in de gereformeerde dogmatiek te vestigen —
men zal weten, dat de Gereformeerde Bond voor dit doel een "leerstoelfonds" heeft gesticht, en daarvoor
ijverig gelden verzamelt —.Die overwegingen stonden mede in verband met een bij het bestuur ingekomen verzoek van een aantal studenten te Utrecht, die wel zouden wenschen, dat dr. H. Visscher, gewoon hoogleeraar aldaar, tevens tot buitengewoon hoogleeraar in het bedoelde vak werd aangesteld.
Naar aanleiding hiervan heeft het bestuur gemeend, de noodige stappen in die richting te moeten doen.
Er is reeds een curatorium benoemd, en een reglement tot oprichting van zulk een bijzonderen leerstoel
is ter goedkeuring aan H. M. de Koningin opgezonden. Het ligt in het voornemen, met het leerstoelfonds
practisch op te treden, zoodra de koninklijke goedkeuring verkregen zal zijn. Het spreekt vanzelf, dat wij ons niet kunnen verheugen over de steeds grooter plaats, die aan de Utrechtsche universiteit wordt ingenomen door geestverwanten van den Gereformeerden Bond. Maar het betreft hier een der meest geestelijke
en nobele middelen, waarmee die Bond voor zijn beginselen ijvert, en wij brengen hem gaarne een woord
van hulde voor de kracht en den ijver, waarmee deze zaak is ter hand genomen. De Confessioneele Vereeniging verzamelt ook al geruimen tijd gelden voor het stichten van bijzondere leerstoelen, maar blijkbaar vlot het daar lang zoo goed niet. De verantwoording der ingekomen giften althans is er in den regel zeer mager.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1914

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1914

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's