Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog een stap verder.

De bedenkingen, welke in het Kamerverslag geopperd werden over de wijze waarop voorgesteld wordt het eedsvraagstuk nader te regelen, hebben op de regeering niet dien indruk gemaakt, dat zij bewogen is geworden om door een andere regeling te treffen aan de grieven van hen, die meer zekerheid willen voor het behoud van den eed, tegemoet te komen. Integendeel, we zouden haast zeggen dat de regeering in het gewijzigd ontwerp van Wet dat bij memorie van antwoord werd gevoegd, nog een stap verder is gegaan om den eed te verzwakken het afleggen der belofte gemakkelijk te maken.

In artikel 3 van het oorspronkelijk ontwerp werd in het 2e lid bepaald „Indien de kantonrechter, na zoo noodig den verzoeker (die bezwaren gevoelt tegen het afleggen van den eed) te hebben gehoord, oordeelt dat deze oprecht meent gewichtige gewetensbezwaren tegen het afleggen van een eed te gevoelen, zal eveneens de belofte of bevestiging worden afgelegd".

Blijkens het hier gestelde zou de getuige, die bezwaren maakt om te zweren moeten aantoonen gewichtige gewetensbezwaren te gevoelen tegen het afleggen van den eed en oordeelde de kantonrechter deze gewetensbezwaren oprecht dan zou hij tot de belofte of bevestiging worden toegelaten.

Wat bepaalt nu het gewijzigd wetsontwerp?

In het 2e lid van artikel 4 wordt thans voorgeschreven: De kantonrechter zal op het daartoe gedaan verzoek en na zoo noodig den verzoeker te hebben gehoord, beslissen, dat eene belofte of bevestiging zal worden afgelegd, tenzij hy oordeelt, dat die verklarin niet oprecht gemeend is.

Het verschil tusschen de oorspronkelijke en de thans gewijzigde bepaling zit, zooals men zal opmerken in de woorden, die wij gecursiveerd lieten afdrukken.

De bewijslast lag in het eerste ontwerp, op den verzoeker, in het gewijzigde ontwerp is zij op den kantonrechter overgebracht.

De toelichting welke de regeering op deze wijziging gaf, doet dit duidelijk uitkomen. De wijziging n.l. zoo schrijft zij, dat, indien iemand verklaart gemoedsbezwaren tegen het afleggen van den eed te hebben, de belofte voor den eed in de plaats zal treden (is) niet slechts dan wanneer de rechter van de oprechtheid der verklaring omtrent bestaande gemoedsbezwaren overtuigd is, maar steeds als regel, tenzij de rechter de onoprechtheid dier verklaring aanneemt.

Voor hen die gemoedsbezwaren hebben, zal het afleggen van de belofte of bevestiging REGEL zijn.

Terecht vestigt de regeering er dan ook de aandacht op dat, en zij noemt dit wel theoretisch, het aantal gevallen, waarin een belofte voor den eed in de plaats kan treden, nog weder wordt uitgebreid.

En die uitbreiding is opnieuw een stap in de o. i. verkeerde richting, waardoor het gewijzigde ontwerp ons nog bedenkelijker voorkomt dan het oorspronkelijke.

Het bijzonder onderwijs op Java

Dat van den Minister van Koloniën voor het Christelijk onderwgs in Indië weinig goeds is te verwachten, is reeds bij meer dan ééne gelegenheid gebleken. Dit kwam ook weer uit in den maatregel die hij getroffen heeft ten opzichte van de z. g. facultatiefstelling van het godsdienstonderwijs op de Zendingsscholen op Java. Die maatregel wekt groote ongerustheid onder al degenen die voor het vrije Christelijk onderwijs zijn.

Het bijzonder onderwijs in Indië heeft zich in de laatste 25, maar vooral in de laatste 20 jaren kunnen ontwikkelen in volle vrijheid, zonder dat daaraan eenige beperking werd opgelegd. Thans dreigt het gevaar dat die vrijheid zal worden ingeperkt. Immers het bijzonder onderwijs zal het karakter van vrije school verliezen, als het zich naar het inzicht van den Minister moet gedragen, die de verwachting uitsprak, dat in het algemeen tact en welwillendheid gevonden worden bij de bestuurders van de bijzonderen scholen, om te maken, dat de scholen toegankelijk blijven voor de kinderen van welke gezindheid ook.

De gevolgen van den eisch, dat de bijzondere scholen onder alle omstandigheden toegankelijk moeten blijven voor de kinderen van alle gezindten kan die scholen in niet geringe moeilijkheden brengen.

Wij zijn er den heer Colijn dankbaar voor, dat hij in de Eerste Kamer het juiste licht op de plannen van minister Pleyte heeft laten vallen en er niet voor is teruggedeinsd om eene uitspraak van dit hooge college uit te lokken waarin de Kamer het als hare meening uitsprak, dat de ontworpen wijziging in de subsidiebepalingen voor het bijzonder inlandsch onderwijs op Java, voorshands niet behoort te worden ingevoerd.

Wij hopen, dat door de aanneming van de motie van den antirevolutionairen afgevaardigde voor Gelderland het gevaar dat de Zending in Indië in hare scholen dreigt nog bijtijds zal worden afgekeerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1915

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1915

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's