Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

En die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna! gezegend is hij die komt in den name des Heeren! enz. Marc. 11:1-10.

De intocht met gejuich. *)

Bij ons is geen kerkelijk voorschrift dat den predikanten oplegt, wat ze des Zondags moeten behandelen in het midden van de Gemeente.

In Duitschland is dat wél, maar ten onzent niet.

De lichtzijde is, dat de dienaar des Woords nu vrij is om te kiezen het gedeelte der Schrift dat hem oogenblikkelijk 't meest aanstaat. Maar de schaduwzijde is, dat er nu dikwijls weinig volgorde in de preeken zit en het verband tuaschen het gedeelte der Schrift, dat de éene week behandeld is en dat gedeelte, dat 8 dagen later wordt behandeld, gewoonlijk moeilijk te vinden is. 't Gaat. wel eens: luk, raak!

Zou het misschien ook ddaraan te wijten zijn, dat de Gemeente zoo weinig onderlegd is in de waarheid en zoo weinig thuis inde Schriften ? Omdat er geen goede, vaste leiding is?

Toen Zwingli in Zurich kwam — 27 Dec. 1518 - — zei hij tot den Decaan Felix Frei, dat het zgn voornemen was „om het geheele Evangelie van Mattheus vers voor vers en kapittel voor kapittel den volke uit te leggen en dat zonder menschelijke bijvoegingen."

Zouden vervolgstoffen en geregelde Catechismusprediking niet aller noodzakelijkst zijn voor onze gemeenten? vooral voor het opkomend geslacht?

Hoe het zij — in de lijdensweken is er volgorde in de prediking. Dan gaat het overal over dezelfde onderwerpen. Dan wordt stap voor stap, met de Gemeente, gewandeld langs den lijdensweg Christi. En de hoofd momenten van die via dolorosa worden ernstig overdacht en zonder menschelijke bijvoegingen wordt, naar de meening des Geestes, den volke bekend gemaakt, wat de Heere in deze dingen heeft geopenbaard voor een arm zondaars volk.

Zoo is ook voor deze week bijna van zelf aangewezen, wat het onderwerp moet zijn van deze onze „Stichtelijke Overdenking."

't Is de gang van Jezus over den Olijfberg naar Jeruzalem, Zijn intocht in de tempelstad, waarbij de discipelen en de schare juichten.

Als Jezus zich in de deelen van Caesarea Philippi bevond, zeide Hij tot Zijne discipelen, dat Hij naar Jeruzalem moest heengaan en veel lijden van de Ouderlingen en Overpriesters en Schriftgeleerden, om daarna gedood te worden en ten derden dage wederom op te staan. (Matth, 16 : 12.)

Voor het oog van Jezus, Gods Zoon, Sions Borg en Losser, ontrolt zich dus gansch het tooneel Zijns lijdens.

Van eeuwigheid had Hij, die in den beginne bij God was (Joh. 1 : 1—3) Zich verblijd in het scheppingswerk Zijns Vaders; van eeuwigheid wist Hij ook, wat de Vader had uitgedacht tot verlossing Zijns volks. En Hij, die de heiligheid Zijns Vaders en het recht Gods kende, had gezegd: zie. Ik kom, om Uwen wil te doen, o God!"

Hij had het recht Gods geproefd, Hg had de zonden Zijns volks gemeten, Hij had de schuld op Zich genomen, en Hij wilde het kruis verachten en de schande dragen, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was n.l. gansch Sion te brengen, tot de eeuwige zaligheid.

En ziet, daartoe was Hij nu op aarde gekomen. En nu was 't het oogenblik, om alles te volbrengen, gelijk het Hem bekend was van den beginne.

Die heilige zending gaat Jezus nu vervullen. Dat groote werk gaat Hij nu volbrengen. Dien last gaat Hij nu torsen. Die schande gaat Hij nu dragen. Dat kruis gaat Hij nu op Zich nemen. Dien vloek zal Hij nu aanvaarden. Dat recht zal Hij nu voldoen. En Hij gaat gewillig. Hij trekt mee met de feestschare. Hij wil Jeruzalem niet ontwijken. Nu het Zijn ure is gaat het oflferlam zich gewillig overgeven in de handen van degenen, die Zijn bloed zullen uitstorten (Matth. 20 : 17 enz.) Neen, Hij zal Zijne ziele niet onthouden, nu het rantsoen betaald moet worden bij God. Hij spaart Zijn eigen bloed niet, op dat het van heerlijke dingen zou spreken, van heerlijker dingen dan waarvan Abel's bloed sprak.

Zeker! de Heiland is te prijzen, als Hij der blinden oogen opent, als Hij der dooven ooren geneest, als Hij melaatschen reinigt, als Hij dooden opwekt. Maar hier gaat de Heiland grootere dingen doen! Hier gaat het om Sion te verlossen van den dood door de betooning van Zijne gehoorzaamheid tot in den dood en de uitstorting van Zijn bloed, tot verzoening en zaligheid van een iegelijk, die in Hem gelooft. En ja — nu moet er gezongen worden. Nu moet er worden gejubeld. Want is door engelen in de velden van Bethlehem Efratha gezongen: „eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde, in de menseben een welbehagen." — hier is nu de vervulling van het heil, dat uit den hemel is geopenbaard en dat vrede zal geven op aarde naar het welbehagen Gods in Zijn volk betoond!

Immers, dat geeft de hoogste vreugd, als een zondaar gered wordt! Dan juichen de engelen voor Gods troon. En hier gaat het nu om de redding en verlossing van gansch Sion. O! daar past gejuich bij. Ja, gezegend is Hij, die daar komt in den name des Heeren!

Jezus weet, dat Hij lijden moet; Hij weet,  wat Hij Iijden moet; Hij weat, wanneer, waar,  hoe lang Hij lijden moet; Hij weet door wiens toedoen en naar wiens beschikking Hij lijden moet. Als de Hoogepriester nog verlegen staat en de Joodsche Raad nog niet weet,  wat ze doen moeten — dan weet Jezus alles reeds. Hij had al gesproken van het tarwegraan; van den koperen slang; van Jona; van Zijn vleesch, dat tot spijze zou zijn — en daarin betoonde Hij, dat Hij den gang van dit werk kende en volkomen eenswillend was met den Vader.

En dan openbaart Hij Zich als den Messias, als Sions Koning. Dan noodigt Hij het volk nog eens uit om tot Hem te komen en Hem te eeren; Hem aan te nemen als den Beloofde des Vaders en de vervulling van al Zijn beloften, Sion tot verlossing en heil.

Maar .... men heeft niet gewild. Zie Hem maar staan op den berg, daar buiten Jeruzalem en zie, dat Hij bitterlijk weent, omdat Hij gekomen is om te zoeken wat verloren is, terwijl men Hem niet begeerde. (Luc. 19 : 41 enz.)

Ja, — de dicipelen hebben wel gezwaaid met takken en groen, toen Jezus, op een ezelsveulen gezeten, langs den weg reed in de richting van Jeruzalem. En de schare juichte ook.

't Was één vroolijk zingen en blij jubelen, van ieder en van allen.

Maar .... men verstond de geestelijke dingen zoo verkeerd. Men legde de geestelijke dingen op zoo vleeschelijke manier uit. Ach, men droomde van dat Koninkrijk van hunnen vader David (Marc. 11 : 10) zoo wonderlijk ; zoo realistisch, zoo stoffelijk en zoo gansch verkeerd.

Men zag een aardschen troon en een aardschen Vorst, bekleed met aardsche heerlijkheid.

En Salome, de moeder van Johannes en Jacobus, had al twee tronen begeerd, één aan de rechterhand des Konings en één aan zijne linkerhand. (Matth. 20 : 20). Waarbij ook Petrus zijn idealen had. Waarbij ook Judas 't zijne had gehoopt!

Maar geestelijk verstond men de dingen niet.

De een nog minder dan de ander.

En ja — nu wilde de Heere dat er gejubeld zou worden, nu Jezus waarlijk kwam ais Sions Vorst, als Redder Zijns volks, als Overwinnaar van Satan, dood en hel.

Daar kwam Hij, die gansch Israel zou vrij maken, die van den last des onderdrukkers en van het juk des drijvers zou verlossen. (Zach. 9:8).

En ja, nu moest er gezongen worden, nu moest er een vroolijk en blij gezang worden gehoord. Zacharia, de profeet, had het honderden jaren te voren reeds voorzegd. Toen had hij gezegd: Verheug u zeer, gij dochter Sions! juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en hij is een Heiland; arm, en rijdende op eenen ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen." (Zach. 9:10).

En ziet, dat wordt nu vervuld. Nu wordt er gezongen. God zorgt voor de eere van Zijn Woord. Geen belofte zal onvervuld blijven. Geen profetie zal falen. Er wordt gezongen nu de Heiland komt om Sion te verlossen en den inwoners van Jeruzalem een goede boodschap te brengen. Jammer maar, dat zoo weinigen het hebben verstaan. Jammer, dat zoo velen kort daarna weer roepen: „kruist Hem, kruist Hem!" En daarom was het einde van alle hulde betoon, dat Jezus, op den berg staande, bitterlijk weende over Jeruzalem, over Israel, over het volk der besnijdenis, dat geen behoefte had aan en geen begeerte naar de verlossing door des Middelaars bloed.

Eere den Heere, voor Zijne groote liefde in Christus aan Zijn volk bewezen.

Eere Hem, die daar woont en troont in de hoogste hemelen, voor Zijn nederbuigende goedheid, rijke genade, onwankelbare liefde en eeuwige trouw.

Eere den Heere, waar Hij nu komt in Christus om te geven het liefste wat Hij heeft tot een volkomen rantsoen voor armen en ellendigen.

En gezegend is Hij, die daar komt in den name Zijns Vaders, om gerechtigheid te werken voor en heil te schenken aan een gansch verloren volk.

Ja — 't is en voor Israel, Gods volk, dat zal zalig worden. Daar is hun Koning! Daar wordt het Koninkrijk Gods bevestigd tot in eeuwigheid! Daar is Hij, die regeeren zal van de zee tot aan de zee en van de rivier tot aan de einden der aarde, om Zijn volk te regeeren met beleid en nooddruftigen tot een Helper en Redder te wezen.

Is het 'geen blijde stond?

Is het geen heerlijke Koning?

Is het niet tot vreugd en blijdschap voor degenen, die al hun hope mogen hebben in Zijne gerechtigheid en mogen rusten in Zijnen arbeid ?

Immers ja

Nooit is heerlijker Koninkrijk gesticht; nooit is heerlijker Koning op aarde verschenen.

En Zijn Koninkrijk zal geen einde nemen. Daar gaat Hij door de poorte der gerechtigheid! En daar zullen Hem volgen allen, die Hem mogen leeren kennen als hun ziels-Verlosser, hun bloed-Bruidegom, hun Goël en Heiland, .

Wie dat zijn?

Lees 1 Sam. 12:2 nog eens, waar staat: en tot hem vergaderden alle man, die benauwd was, en alle man, die een schuldeischer had, en alle man, wiens ziele bitterlijk bedroefd was."

Weet gij het nu? En verstaat gij het?

Of neem Ps. 72 voor u. Daar gaat het over den Koning der gerechtigheid. En „de bergen zullen den volke vrede dragen, ook de heuvelen met gerechtigheid. Hij zal de ellendigen des volks richten, hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen en den verdrukker verbrijzelen. Hij zal hunne zielen van list en geweld bevrgden en hun bloed zal dierbaar zijn in Zijne oogen."

O! zeker, dat is een wondere Koning en het is een wonderlgk volk.

Maar die Koning is schoon en het volk welgelukzalig te noemen!

En daarom is het te verstaan, dat Ps. 72 met een blijden jubel eindigt, zeggende: „Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zoo lang als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend worden; alle Heidenen zullen hem welgelukzalig roemen.

Geloofd zij de HEERE God, de God Israels, die alleen wonderen doet. En geloofd zij de naam zijner heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de gansshe aarde worde met zijne heerlijkheid vervuld.

Vindt Gij al iets beminlijks in dien Koning ?

Is Hij u reeds dierbaar, omdat Gij in Hem gelooft? Moogt Gij reeds zeggen: „Wien heb ik nevens U in den hemel, nevens U lust mij ook niets op de aarde ! Bezwijkt mijn vleesch en mijn hart, zoo zijt Gij de Rotssteen mijns harten en mijn Deel in eeuwigheid"?

O, dan kunt Gij er ook iets van verstaan waarom de Engelen zongen, toen Hij op aarde kwam. Hem prijzend als het dierbare Gods geschenk voor gansch Sion, van al de plaatsen Zijner heerschappij. En dan kunt Gij het ook verstaan, waarom er, naar het woord van den profeet (Zach. 9) óok gezongen moest worden, toen Hij uittrok als de Held der hulpe om Satan, dood en hel den genadeslag toe te brengen, ten koste van Zijn eigen bloed!

Hij is de Koning der eere.

„Beminlijk Vorst! uw schoonheid, hoogte loven, gaat al het schoon der menschen ver te boven; gena is op uw lippen uitgestort; Dies G'eeuwiglijk van God gezegend wordt" zingt de dichter van Ps. 45.

En hij komt om Zijn volk te verlossen; om Zijn Sion te vervullen met heil; om Zijn gunstgenooten te bekleeden met heerlijkheid; om hen te verzadigen met vreugd; om hen binnen te halen in des Konings paleis; om hen op te nemen in heerlijkheid.

Ja — dit is het doel van Zijn komst. Neen! niet om een aardsch koningkrijk te stichten; niet om een aardschen troon op te richten ; niet om legerscharen te verzamelen en uit te gaan op roof.

Hij komt om ellendigen te troosten en armen te vervullen met goederen des heils.

En allen, die Hem vreezen, zullen vervuld worden met eeuwige zaligheid.

Want is de Koning heerlijk — ook het volk zal heerlijk zijn met Hem.

Hoort maar wat de dichter van Ps 45 getuigt:

„Des Konings dochter is geheel verheerlijkt inwendig; hare kleeding is van gouden borduursel, In gestikte kleederen zal zij tot den Koning geleid worden; de jonge dochteren, die achter haar zijn, hare medegezellinnen, zullen tot u gebracht worden. Zij zullen geleid worden met alle blijdschap en verheuging; zij zullen ingaan in des Konings paleis.

Is het dan niet begeerlijk om Jezus te kiezen boven iets van deze wereld?

En is het niet waar, wat de dichter van Ps. 89 zegt: „Welgelukzalig is het volk, hetwelk het geklank kent: o HEEREI zij zullen in het licht uws aanschijns wandelen"?

Dan zal, na zooveel gunstbewijzen,

't Gezegend heidendom 't Geluk van dezen Koning prijzen,

Die Davids troon beklom. Geloofd zij God, dat eeuwig Wezen,

Bekleed met mogendheênl De HEER, in Israël geprezen,

Doet wondren. Hij alleen.


*) Deze overdenking was bestemd voor het vorig nummer als eerste lijdensstof, doch kon toen niet geplaatst worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1915

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1915

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's