Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het lang verwachte rapport.

Het verslag der Staatscommissie voor het Onderwijs, ingesteld bij Kon. Besluit an 31 December 1913 is verschenen. Blijkens dit verslag stelt de Staatscommissie voor om art. 192 van de grondwet te lezen:

Het voorgesteld nieuw artikel 192 der Grondwet luidt:

Het onderwijs is een voorwerp vandeaanloudende zorg der regeering.

Het geven van onderwijs is vrij, behoudens toezicht der overheid, en bovendien, voorbover het algemeen vormend zoowel lager als iiiddelbaar onderwijs betreft, behoudens het aderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van den onderwijzer; het een en ander door de wet te regelen.

3. Het openbaar onderwijs wordt, met eeriediging van ieders godsdienstige begrippen, oor de wet geregeld.

4. Overal in het rijk wordt van overheidswege Ie gelegenheid gegeven tot het ontvangen van [oldoend openbaar algemeen vormend lager Jnderwijs.

De eischen Van deugdelijkheid, aan het hheel of ten deele uit de openbare kas te belostigen onderwijs te stellen, worden bij de wet leregeld, met inachtneming, voor zoover het iijzonder onderwijs betreft, van de vrijheid van richting.

Het bijzonder algemeen vormend lagertnderwijs. dat aan de bij de wet te stellen vooraarden voldoet, wordt naar denzelfden maatals het openbaar onderwijs uit de openbare |: as bekostigd. De wet stelt de voorwaarden vast, vaarop voor het bijzonder algemeen vormend middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs bijdragen uit de openbare kas worden verleend.

De Koning doet jaarlijks van den staat van het onderwijs aan de Staten-Generaal verslag geven.

De toelichting tot dit artikel luidt:

1. In overeenstemming met hetgeen in de jrondwetscommissie van igio algemeen werd boedgevonden, wordt thans gesproken van de kanhoudende zorg voor het onderwijs en niet pitsluitend van die voor het openbaar onderwijs.

2. Overal waar in het bestaande artikel sprake van lager en middelbaar onderwijs, wordt thans gesproken van salgemeen vormend» lager en liddelbaar onderwijs ter onderscheiding van het bakonderwijs van lageren en middelbaren grond, pij regeling van welke de wetgever vrij is.

3. De wijziging in de redactie brengt geen v-ijziging in de bedoeling mede. De term is in ^jimen zin op te vatten.

Het onderwijs moet niet voor alle tijden en plaatsen onveranderlijk worden en versteenen, daar zich met plaats en tijd en verschillende pvoedkundige inzichten kunnen meebewegen, mits slechts steeds ieder ouder, die zijn» kinderen op de openbare school wenscht te brengen, er van verzekerd kan zijn, dat de godsdienstige bejjrippen, in zijn gezin levende, worden geëerbiedigd.

4. De redactie is ruimer gesteld dan in het bvereenkomstige lid van het bestaande grondwetsartikel. Zij biedt den waarborg, dat niemand irerstoken blijft van de gelegenheid om voor de inderen, aan zijn zorg toevertrouwd, het onderv-ijs te verlangen, dat allen in de maatschappij hoodig hebben en waarbij ieders godsdienstige begrippen worden geëerbiedigd.

In de eerste plaats zal de gelegenheid kunnen aestaan in het van overheidswege te geven onderwijs. Vermits er echter — ook thans — gemeenten pijn, waar een openbare school niet bestaat, behoort er voor te worden gewaakt, dat de enkele kinderen, welke daar openbaar onderwijs zouden villen genieten, de gelegenheid daarvoor ontvangen. Dit kan o.a. geschieden door samen-' irerking van gemeenten of het verkenen vanvergoedingen ten behoeve van het bezoek eener; elders gelegen school.

5-Onder dit lid valt zoowel het openbaar als het bijzonder onderwijs. De eischen, aan de deugdelijkheid te stellen, zullen uiteraard soms gelijk, soms alleen gelijkwaardig zijn, wijl de vrijheid van richting der bijzondere scholen moet worden in acht genomen.

6. De bepaling is thans opgenomen, dat het bijzonder algemeen vormend lager onderwijs, dat aan de bij de weftestellen voorwaarden voldoet, naar denzelfden maatstaf als de openbare overeenkomstige scholen uit de openbare kas wordt bekostigd. Ook .voor het bijzonder algemeen vormend middelbaar en het voorbereidend hooger ; onderwijs is thans de verleening van bijdragen uit de openbare kas voorgeschreven. De financieele regeling kan voor dit onderwijs, dat niet overal en voor allen noodig is, niet dezelfde zijn als voor het lager onderwijs, weshalve de wetgever hier meer vrijheid van beweging behoort te hebben.

Eerst bij het afdrukken van ons blad werd het rapport van de bevredigingscommissie openbaar, zoodat we voor ditmaal ons moeten bepalen tot de mededeedug van den inhoud van het voorgedragen artikel in de Grondwet en de toelichting daarop.

Kleine schooltjes.

De voorstanders van openbaar onderwijs hebben steeds gevreesd, dat uitbreiding van 't bgzonder onderwijs zou leiden ' tot de oprichting van legio kleine schooltjes, die men met den lieflijken naam^ van „paedagogisiche jammergestalten"  betitelde.

Men bedoelde daarmee, dat op kleine (twee-en driemans) schooltjes het onder-' wijs en de opvoeding niet tot hun recht kunnen komen.

Nu hebben wij reeds meermalen betoogd, dat schooltjes met één of tweo onderwijzers zeker niet te verkiezen ziju, maar dat scholen met drie tot zes onderwijzers in den regel noch wat onderwijs, noch wat opvoeding betreft, behoeven onder te doen voor de kazerne-scholen met twaalf en meer onderwijzers.

De bekende paedagoog van onze richting, de heer Wirtz uit Groningen, zou geen grooter scholen dan met zes onder-' wijzers wenschen, elk onderwijzer één klas zonder ambulantisme.

En ook de helaas te vroeg ontslapen Jan Ligthart begeerde geen kazerneschool, waar alles ten slotte mechanisch ea automatisch toegaat.

Voor die kleine schooltjes zijn wij daarom zoo bang niet. En als de aanwas van het bijzonder onderwijs gepaard moet gaan met de stichting van meerdere kleine schooltjes, dan zullen wq over die laatste ramp minder trenren, dan dat wij ons verblijden over den zegen der uitbreiding.

Doch wat blijkt nu in de praktijk.

Uit het voor kort gepubliceerde onderwijsverslag bleek, dat in de periode 1913/14 er hier te lande 84 lagere scholen bijkwamen. Evenwel, slechts 12 waren voor 't openbaar en 62 voor 't bijzonder lager onderwijs.

De vooruitgang bij 't openbaar onderwijs was derhalve zoo goed als nihil, terwijl 't bgzonder onderwijs blééf wassen.

Nog sterker spreekt dit, als men bedenkt, dat het aantal leerlingen op de openbare scholen slechts met 2000 klom en op de bijzondere met xtertien duizend.

Waar dan ten slotte nog bijkomt, dat er nu reeds 23 gemeenten zijn, waar geen openbare school meer is. Dat is alles zeer merkwaardig en leerzaaöï voor de .palstaanders", die nog maar steeds beweren, dat ons volk eigenlijk de kleurlooze (? ) openbare schooi wil en dat de bijzondere scholen eigenlijk creaturen zijn van dominé's, priesters en volksleiders.

Maar nog merkwaardiger is, dat op de 12 bijgebouwde openbare scholen 2189 leerlingen geplaatst werden en op de 69 bijzondere 13, 712 scholieren. Dat wil dus zeggen, dat elke nieuwe openbare school door elkaar 182 leerlingen kreeg en de bijzondere 198.

Waar komen nu die , paedagogische jammergestalten"? Toch zeker niet bij 't bijzonder onderwijs.

Want bedenk ook, dat ear men er toe overgaat een openbare school op te heffen, het getal leerlingen vaak tot beneden de vijf gedaald moet zijn.

Wij hebben ze wel gekend, openbare onderwijsinrichtingen met 8 ê, 10 leerlingen. En dan vroeg de noodlijdende gemeente een extra Rijksbijdrage voor het onderwgs, voor de dierbare openbare school, al had geen enkel ouder bezwaar zijn kinderen naar de bijzondere te verplaatsen.

Waar vindt men dan de „paedagogische jammergestalten"?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1916

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1916

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's