Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Artikel 192.

Juist voor het afdrukken van het vorig nummer van ons blad konden wij nog den inhoud mededeelen van het conceptartikel 192 der Grondwet, zooals die door de z.g. bevredigingscommissie in haar verslag aan de Koningin werd geformuleerd, . Het verslag op zich zelf is een keurig stuk werk. Behalve het eigenlijk verslag van de werkzaamheden der Staatscommissie en de redactie van het nieuwe Grondwetsartikel bevat het nog in de Ie plaats twee ontwerpen van wet tot wijziging en aanvulling der wet tot regeling van het lager onderwijs, elk ontwerp vergezeld van een memorie van toelichting, de twee ontwerpen loopen over het onderwijs, en de opleiding van onderwijzers; in de 2e plaats een ontwerp van wet tot regeling van het bewaarschoolonderwijs, eveneens door een memorie toegelicht; en in de 3e plaats een nota van het lid der Staatscommissie Mr. Tydeman. Het geheel wordt besloten met de leiddraad welke bij de besprekingen is gevolgd.

Alhoewel de concept-wetsontwerpen, die bij het verslag gevoegd werden, van groote beteekenis zijn, omdat daaruit het gevoelen der 14 leden der Staatscommissie, allen leden der Tweede Kamer, behoorende tot de verschillende politieke partijen, blijkt omtrent de uitwerking van het voorgestelde artikel 192 der Grondwet, zoo ligt in die voorstellen van wet toch niet de hoofdzaak van den arbeid der Commissie. Immers wat de Commissie in wetten ontwierp, betreft zaken, die eerst nadat de Grondwetsherziening haar beslag heeft gekregen, aan de orde zullen komen. En wie zal op dit oogenblik zeggen of het dan aan het bewind zijnde Kabinet en de Kamers die dan zullen verkozen zijn nog van dezelfde meening zullen zijn als de leden der Staatscommissie van 1913,

Alles wat de Staatscommissie met uitzondering van het conceptartikel 192 der Grondwet meer gaf, is van secundair belang. Het alles beheerschend punt is het Grondwetsartikel zelf.

Dat Grondwetsartikel is de basis waarop moet gebouwd worden. Alles, wat men wenscht, moet dus in dat artikel een plaats vinden.

Het artikel moet duidelijk en niet voor tweeërlei uitlegging vatbaar zijn en precies aangeven wat in de gedachte van den Grondwetgever leeft.

Daarom hebben wij met allen eerbied en dankbaarheid voor den arbeid van de Staatscommissie maar voorloopig op één punt acht te geven n, l. op den tekst, welke het toekomstige artikel der Grondwet krijgen zal.

Wij drukken daartoe nog eens het artikel gelijk het door de Staatscommissie geredigeerd werd hier onder af en plaatsen daaroor het artikel zooals dit in de tegenwoordige Grondwet luidt:

Bestaand art. 192.

1. Het openbaar onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regeering.

2. De inrigting van het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen, door de wet geregeld.

3 Er wordt overal in het Rijk van overheidswege voldoend openbaar lager onderwijs gegeven.

. 4. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezigt der overheid, en bovendien, voor zoqver het middelbaar en. lager onderwijs betreft, behoudens het onderzoek naar de bekwaamheid en zedelijkheid der onderwijzers; het een en ander door de wet te regelen. *

S. De Koning doet van den staat der hooge-, middelbare-en lagere scholen jaarlijks een uitvoerig verslag aan de Staten-Generaal geven.

Voorgesteld art. 192.

I, Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regeering.

3. Het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging 'van ieders godsdienstige begrippen door de wet geregeld,

4. Overal in het rijk wordt van overheidswege de  gelegenheid gegeven tot het ontvangen van voldoend openbaar, algemeenvormend lager-onderwijs.

2 Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht der overheid en bovendien, voor zoover het algemeen vormend, zoowel lager-als middelbaaronderwijs betreft, behoudens het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van den onderwijzer, het een en ander door de wet te regelen.

5. De eischen van deugdelijkheid, aan het geheel of ten deele uit de openbare kas te bekostigen onderwijs te stellen, worden bij de wet geregeld, met inachtneming voor zoover het bijzonder onderwijs betreft, van de vrijheid van richting.

6. Het bijzonder algejneen vormend lager onderwijs, dat aan de bij de wet te stellen voorwaarden voldoet, wordt naar denzelfden maatstaf als het openbaar onderwijs, uit de openbare kas bekostigd. De wet stelt de voorwaarden vast, waarop voor het bijzonder algemeen vormend middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs, bijdragen uit de openbare kas worden verleend.

7. De Koning doet jaarlijks van den staat van onderwijs aan de Staten-Generaal verslag geven

Bq vergelijking van beide artikelen treffen reeds dadelijk groote verschillen. Ontegenzeggelijk is het voorgestelde a, rtikel 192 een heele verbetering bij het vigeerend artikel. Dit had ook niet anders kannen zijn, wijl het onderwijsvraagstuk sinds 1887, de laatste wijziging der Grondwet, van zoo gansch andere beteekenis is geworden. De vraag blijft echter, of wat thans geboden wordt, naar recht en billijkheid geeft, wat van den wetgever mag verwacht worden. Daarover hopen wij een volgende maal ons oordeel te zeggen.

Thans vermelden wij nog, dat dé regeering zich met den inhoud van het door de Staatscommissie voorgestelde artikel 192 heeft vereenigd. Bij Koninklijke Boodschap van 15 April 1916 is het wetsontwerp aanhangig gemaakt tot het in overweging nemen van een voorstel van verandering van art. 192 der Grondwet, in welke toelichting de Minister van Binnenlandsche Zaken verklaart, dat bij het aangeboden ontwerp zoowel de door de Staatscommissie overeengekomen tekst als de toelichting zonder eenige wijziging is overgenomen.

Eene opmerking, die ons verblijdt, maakt de régeering daar nog bij n.l. dat de herziening van artikel 192 thans gelijktijdig met die van artikel 80 kan worden behandeld en beslist.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1916

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1916

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's