Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit den Schat des Bijbels.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit den Schat des Bijbels.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

Het huisgezin van Adam en Eva. (l)

En Adam bekende Eva zijne huisvrouw en zij werd zwanger en baarde Kaïn en: eide: k heb een man van den Heere verkregen " (Gen. 4:1).

De mensch is uit het Paradijs verdreven en beladen met Gods vloek, zuchtend onder de ellende der zonde en het juk der smarte vangt het gevallen koningskind, pas in weelde zich badend, zijn ballingschap op den gevloekten aardbodem aan, waarbij voorspeld was dat het uitnemendste van-het leven moeite en verdriet zou wezen, en het einde de dood.

Maar de Heere gedenkt Zijne barmhartigheden te midden Zijns toorns, en waar Hij den mensch. man en vrouw, in het leven spaart, daar is het niet ènkei donkerheid, daar is het niet énkel, dood en verderf wat hen omringt Toen de laatste dag van het Paradijsleven on-; derging, voorspelde het avondrood den dag der ontfermingen Godes. De Heere had immers gesproken van verlossing Hij had getuigd van een nieuw begin in den tweeden Adam. Hij had opgericht' een nieuw verbond, het verbond der genade.

En op den werèldakker, nu zoo donker en zoo onvruchtbaar, zou Hij, naar luid van Zijn belofte, het zaad van Zijn Verbond en van Zijn eeuwige verlossing uitstrooien, welk zaad tot op den jongsten dag, terwijl de volkeren goddeloosheid bedrijven, zal ontkiemen, ontspruiten en groeien zal, overal En uit alle volkeren, van alle einden der aarde, zullen de korenaren in de hemelsche schuren vergaderd worden tot een blijden oogst, die in Christus, den Eersteling, den Heere tot eeuwige eere en Sion tot eeuwige vreugd zal strekken.

Daarbij kan niet worden ontloopen wat God als vloek'des levens heeft uitgesproken. De man en de vrouw moet dien ! vloek ervaren. En het is goed Want het is een herinnering aan hetgeen de mensch gedaan heeft, toen hij Gode de gehoorzaamheid heeft opgezegd en het juk van Satan vrijwillig op zich nam. En alles wat de Heere tot verlossing doen zal, zal louter geiade zijn en naar .oorzaken uit Zichzelf genomen, door de volmaaktheid van Jezus Christus, het Hoofd van het volk Gods.

Uit Eva mag een zoon geboren worden. Dat is een bewijs, dat de ' Heere het . menschengeslacht nog niet wil uitroeien, maar bestendig wil bewaren en zegenen.

Wat vreugd, na bange smarten, toen de eerstgeborene werd aanschouwd. Wat vreugd bij den vader, maar bizonderlijk bij de moeder, wie zaad beloofd was tot verlossing der gevallen menschheid. En we bemerken in den rnaam dien de moeder aan hem, dien zij gebaard heeft, geeft, dat zij met de verlossingsgedachte vervuld is, want zij noemde hem Kaïn, zeggende : „ik heb een man van den Heere verkregeü". Niet dat zij van gedachte . is dat Kaïn de Verlosser is. De verlossing zal niet aanstonds komen bij het begin der historie. Maar zij mag opmerken, dat God Zijn beloften gedenkt en vervult en vervullen zal. De Heere zal Zijn heilswoord volbrengen, en maakt daarmede in Kaïn . een aanvang. Daarom neemt zij den naam des Heeren, den God des heils en ' des verbonds, op de lippen. Zij ontvangt in haar zoon een gave Gods en looft in hem den Gever.

Het wordt wel spoedig duidelijk, dat de. Heere Zijn voetstappen langzaam zet, en dat de weg der verlossing, om der zonde wil, een lange en bange weg zijn zal. 't Zou een weg van strijd en vijandschap zijn. Het vrouwenzaad en het slangenzaad zou tegenover elkander gezien worden, en met veel nijeite en tranen zou de verlossing komen, na veel lijden en strijd zou het heil voor Sion dagen. Waarbij de mensch niets zou wezen en de Heere alles.

Bij de geboorte van den tweeden zoon gevoelt Eva dat. Als andermaal een zoon in haar armen ligt is er geen jubel en kent zij geen hooggestemde vreugd, Somberheid is in de kraamkamer. Een donkere wolk hangt boven het jonge leven. IJdelheid, nietigheid spreekt luide bij alles. En de moeder noemt haar tweeden zoon met den somberen naam Abel dat is adem.

Was Kaïn een gezond, krachtig, sterk kind en was Abel misschien een zwakkeling? We. weten het niet. Was Eva's gedachte bij den eerstgeborene vol van blijde hoop, verwachtende de aanschouwing des heils, en was haar blijdschap intusschen getemperd en hare verwachtingen versomberd, zoodat ze bij de geboorte van Abel de dingen wat einders ziet dan bij de geboorte van haar oudste ? We weten het niet, maar de namen spreken tot ons en daarin wordt de geest des menschen openbaar.

En zoo bestaat dan nn het huisgezin van ons aller vader en moeder uit vier personen, waarbij het niet blijft, daar e meerdere zonen ..en dochteren geboren worden. Adam heeft als taak gektegen: de aarde te bebouwen en van den Heere was hem gezegd: „in het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten. En wanneer de twee zonen Kaïn en Abel groot zijn, kiezen ze ook ieder een werkkring. Abel wordt schaapherder en Kaïn kiest het landbouwbedrijf.

Tot werken-is de mensch geroepen.

Tot werken met de handen, tot werken met het hoofd, al naar onze levenspositie aangeeft Een werkzaam leven is alleen een leven dat Gode welbehagelijk kan zijn. Want de Heere zelf werkt óok, en Jezus zeide'' eenmaal: er zijn 12 uren in den dag, dat iemand werken kan, dan komt de nacht, wanneer 't werken niet mogelijk is.

't Werken zelf is naar de ordinantie Gods. Vóór den val gebood de Heere aan Adam reeds den hof te bebouwen en te bewaren. En we zien in Kaïn en Abel, dat de werkzaamheden aanstonds uit elkander gingen, dewijl er zoovéél te doen is. En de Heere wil den een bekwamen voor het ééne en Hij wil den ander weer toerusten voor een anderen werkkring. De Heere wil geen eenvormigheid van beroep. Geschapen uit veelvuldige variatie van aanleg en kracht, van vermogen en verstand, van genialiteit en talent, heeft de Heere van den beginne verdeeling van arbeid onder de menschen gewild en naar Zijn wijs bestel den een deze. en den ander die levenstaak opgelegd. In die ongelijkheid komt juist de heerlijiheid van den arbeid uit en in de veelheid van schakeering vertoont het werken des menschen in de verte gelijkenis met den rijkdom van Gods werken, waarin nooit starre eenvormigheid maar heerlijke verscheidenheid is.

Als oudste zoon gaat Kaïn in tot den arbeid zijns vaders. Als sterke werpt hy zich op de bebouwing van den aardbodem, terwijl de zorg voor het vee aan Abel wordt opgedragen.

Maar niet alleen verschillenden werkkring zien we 'bij Kaïn, een man des Heeren, en Abel, den nietige — maar we bemerken ook, dat de keuze huns harten zoozeer verschilt; dat zij leven uit een zoo onderscheiden levensbeginsel.

En wonderlijk gaat het toe: niet Kaïn, maar Abel was Zijn man; niet Kaïn, maar Abel de uitverkorene Gods; niet Abel de nietige en Kaïn de, kracht der overwinning. Des menschen oordeel gaat feil; des menschen oog onderscheidt niet recht. De gangen des Heeren gaan anders dan de plannen des menschen en Zijn gedachten zijn hooger dan de overleggingen van het schepsel Van den beginne af aan is het ons geopenbaard, .dat de Heere het zwakke en onedele heeft uitverkoren. Hij neemt hetgeen niets is en maakt het tot het Zijne, opdat hetgeen iets is te niet zou gemaakt worden en geen vleesch zou roemen voor den Heere.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit den Schat des Bijbels.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's