Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit den Schat des Bijbels.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit den Schat des Bijbels.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het huisgezin van Adam en Eva. (3)

Beiden offeren. Uitwendig is er in deze weinig verschil tusschen de beide broeders. De zonen van hetzelfde huis schikken zich tot het volbrengen van éen en dexelfde plicht. Maar het wezen van de zaak is zoo zeer verschillend! Want bij den een ligt het harte in de gave en bij den ander is het harte zoo vér van het altaar verwijderd.

Ook de vorm van het offer spreekt. Abel neemt het beste van het vee; hij brengt een bloedig offer; hij slacht van de kudde en wijdt het .Gode, met uitstorting van het bloed.

De idee van verzoening ligt, vanaf de ure van den val, in het offer opgesloten. Abel leeft daarbij.

Met de gaven der aanbidding en der dankzegging legt hij Gode een offerande ter verzoening op het altaar. En de keuze zijns harten valt op het uitgezochte van het vee.

Bij Kaïn gaat 't zoo gansch anders toe. Hij neemt het eerste het beste van zijn land.

Niet van het vee, maar van de vrucht. Niet het beste het eerst; maar 't eerste 't beste wat hem voor de hand komt.

In alles koude ongevoeligheid; onverschilligheid.

't Komt er weinig op aan wat hij offert. Er is geen teederheid der ziel.

Hij doet het niet om Gods wil en niet om de wille van de zaligheid zijner ziel. Eigenlijk is hij liever van den godsdienst af, om aan zijn booze werken toe te geven.

En dat maakt, dat de Heere het offer van Abel ènders aanziet dan het offer van Kaïn. Dat maakt, dat de Heere het offer van Abel aanneemt maar het offer van Kaïn niet.

Bij Abel is het dus een vrucht der liefde. Maar bij Kaïn.ontbreekt de liefde. En-de Heere ziet niet aan wat voor oogen is, Hij oordeelt niet naar ''t uitwendige alleen. Hij ziet het hart aan. En daarom is de rook van Abels offer Hem lieflijk, maar het offer van Kaïn kan Hem niet behagen. „Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Godej geofferd dan Kaïn, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzoo God over zijn gave getuigenis gaf; en door dat geloof spreekt hij nog nadat hij gestorven is" (Hebr. 11:4)

Op welke wijze de Heere Zijn gunst en ongunst toonde, weten we niet. Of het offer van Abel met vuur uit den hemel werd verbrand, terwijl het offer van Kaïn onaangeroerd bleef liggen; of dat de rook - van Abels offer omhoog steeg en de rook van Kaïns offer (dat misschien niet eens gebrand heeft, daar er vruchten des velds werden geofferd) neersloeg — het is. ons niet beschreven. Maar het is in elk geval duidelijk merkbaar . geweest, dat de Heere behagen schepte in Abels offer en dat del Heere verachtte wat Kaïn Hem bracht. Abel genoot vrede en Kaïn niet.

Het komt bij onzen godsdienst aan op waarheid en oprechtheid; 't gaat om het hart en om de gesteldheid onzer ziel. En wanneer onze godsdienst met geloof, met waarheid en oprechtheid gemengd is, welaan, dan is er aangenaamheid bij den Heere, die Zich verlustigt in de gebeden en offeranden Zijns volks en Zijn kinderen vrede geeft. Maar is .het harte verre van de vreeze Zijns Naams en is ons bedenken boosheid en ijdelheid, dan scheurt de Heere onze godsdienstigheid als een spinrag weg en werpt onze offeranden vol verontwaardiging van Zich; waarbij het harte vol onrust blijft.

En had Kaïn nu maar gevoeld en bekend, dat bij hem de oorzaak lag, in zijn hart, in zijn weg, in zijne booze werken — om daarbij tot den Heere te roepen om een nieuw hart, dan zou er nog redding en heil voor hem geweest zijn. Maar we zien helaas! dat het bij Kaïn gansch iets anders uitwerkt. Want hij wordt vervuld met haat tegen God en vijandschap tegen zijn broeder, den rechtvaardige.

De haat bekruipt zün ziel en zóo wordt hij verteerd door afgunst en vijandschap, dat zijn aangezicht vervalt. De nijd en de jalouzie doet ' zijn vleesch. slinken. Hij vermagert van boosheid — zoodat het aan hem te zien was, dat er iets bij hem haperde. „Nijd is verrotting der beenderen" zegt het Woord en het is zoo waar wat Jacobus zegt: „waarngd en twistgierigheid is, aldaar is varwarring en alle booze handel".

Kaïn zint op wraak. Hij-zal Abel geweld aandoen. Hij zal zijn broeder zoeken en dooden. Hij is hem tot een ergernis en in zijn boos hart rijpt het plan om hem uit den weg te ruimen.

De Heere ziet dat en treedt waarchuwend hem tegen. De weg der bekeering wordt hem Voorgelegd en vrede en barmhartigheid hem beloofd. Maar het baat niet. Kaïn verhardt zich in zijn oos bedenken. Hij heeft geen lust om zich te bekeeren. Hij zoekt Abel op; hij spreekt met hem. Waarom ? Om  verwijtingen te doen, dat Hij voor den een anders is dan voor den ander ? Heeft hij misschien Abel gescholden als huichelaar? Heeft hij hem misschien zijn godsvrucht op 't diepst gehoond en gegriefd ?

Hoe het zij, haat tegen God en haat tegen zijn vromen broeder vervult hem brengt hem tot razende vijandschap en kokende haat en in het veld grijpt lijj hem aan, slaat hem neer; eaAbelsteiij daar buiten een wreeden dood, terwijl geen mensch het ziet of weet.

Kaïn, de man des Heeren, : van wie verlossing verwacht werd de eerste moordenaar.

Abel, wiens naam ijdelheid beteekent de eerste martelaar om het geloof. 'Ontzettend !

Kaïn heeft het bloed zijns broeders aan zijn vingers. Hij heeft zijn vader en moeder op 't diepst bedroefd. Hij is het die den dood doet verschijnen op het tooneel van het leven der menschheid. Méér nog: bij is de eerste die Gods vollj haat en 'vervolgt en doodt. Hij is de eerste die zijn hand opheft tegen Gods uitverkorenen.

Zoo is daar 't begin van veel haat en nijd onder broeders en zusters van 't zelfde huisgezin, 't Begin van veel twist, geweld, wraak, moord en doodslag.

Maar ook 't begin van dien langen en bangen strijd voor Christus Kerk. Het zwaard isj nu door de booze wereld opgeheven tegen de Gemeente Gods en het zwaard zal .niet meer in de scbeede worden^ gestoken en. , de stroomen bloeds zullen niet ophouden te vloeien, vóór dat de groote dag daar is, dat Satan en al de goddeloozen zullen gebonden worden met eeuwige banden en Gods volk zal worden ingeleid vol heerlijkheid in den hemel, waar Ch; ristus is, zittende aan de rechterhand Gods. "

Kaïn trekt zich niets van deze ontzettende dingen aan. Gansch koud en onverschillig vervolgt tij zijn weg. Waarbij de Heere hem vol wondere langmoedigbeid tegemoet treedt. Dooden wil de Heere hem niet Bescherming belooft Hij hem. Van stonde aan wil de Heere den mensch leeren: „wreekt uzelven niet, beminden. Mij komt, de wrake toe".

Hier is geen gewone moord gepleegd, Hier is het een buitengewone daad van boosheid en vijandschap tegen Gods Kerk, Dat neemt de Heere voor Zijn vekening; Hij Zelf Kal hier wrake doen. Hier geldt het de dingen van Zijn Godsplan; rakende den langen en bangen weg van Gods strijdende Kerk, Dat zal de Heere niet wegnemend Maar Hg zal het besturen, zoowel wakende voor Zijn uitverkoren erfdeel als wrake doende, op Zijn tijd, over Zijne hateren.

De 'Heere doodt Kaïn dus niet. Hj geeft hem een teeken' aan iet voorhoofd, tot waarschuwing voor ieder die hem ontmoeten zal, om hem niet te dooden, maar om deze zaak geheel voor Gods rekening te laten, wachtende wat de Heere met hem en de zijnen doen zal.

Zoo laat God Kaïn trekken naar het land Nod, 't welk beteekent verbanning, ten Oosten van Eden; en daar leeft Kaïn met zijne vrouw, die zijne zuster was, de dochter zijner moeder, waarschijnlijk van hetzelfde gevoelen zijnde als haar broeder en man. En daar zal het geslacht dat God, haat en de heiligen vervolgen zal, leven tot op den dag dat de Heere wrake zal doen van den hemel over de boosheden op aarde, door de wateren van den zondvloed.

En Gods Kerk dan? Is die uitgeroeid in Abel ? Immers neen! Want de vijand kan wel Gods kinderen '.dooden, maar niet Gods Raad verijdelen. En naar Zijn Raad zal Zijn Siön leven van den beginne tot het einde, gelijk de Heere na Abels dood, mèt andere, kinderen ook Seth deed geboren worden in Adams huis, in hem gevende een plaatsvervanger, om te worden de vader van vele geslachten, waar men God vreesde en op Zijn geboden acht wenschte te geven. Zoo gaat de groote antithese tusschen de menschen van de eerste dagen na den zondeval af aan tot op dezen "dag. En de scheidingslijn valt diar, waa^r de éen zich mag leeren overgeven aan den Heere, in een offerand des harten en des levens, en de ander in sprekende daden zegt: „wijkt, wijkt van on& , want we willen niet dat deze IGoning over ons zal zijn."

Dat komt hier - in dit leven-uit, wie rechtvaardig is en wie onrechtvaardig is; wie God dient en wie Hern niet dient; wie Christus' kruis kent en het veracht. Déar valt de beslissing, met vrede'voor e ziel of onvrede voor het hart.

En een ieder heeft zich wel ernstig te beproeven of de schat zijns harten ligt n het offer van Christus op Golgotha ebracht.

Dat zal de offeranden der dankbaareid en der liefde ook wekken in het idden van Gods volk.

Terwijl'de anderen zullen voortgaan un kostelijke ziel te verpanden aan de ereld en de zonde.

Waarbij de scheidingslijn loopt midden oor hetzelfde land, dezelfde kerk, hetelfde gezin; de éen een kind des lichts, en de ander een kind der duisternis zijnde.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit den Schat des Bijbels.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's