Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit den Schat des Bijbels.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit den Schat des Bijbels.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Kaïnieten en Sethieten. (2)

In Abels plaatsvervanger, Seth, zien we een ander beginsel dan in Kaïn, wiens os waren. Seth blijft wonen in de schaduw van het paradijs, dicht bij de plaats, waar de Heere aan Adam en Eva en ook Abel Zijn tegenwoordigheid had geopenbaard, vol gerechtigheid maar óok vol genade en ontfermen.

Het landleven trekt meer aan dan het tadsleven. En buiten, tusschen de woneren der schepping in, heeft de mensch ook meer gelegenheid om de werken Gods te aanschouwen en Hem in Zijn groot­e heerlijkheid te aanbidden, dan in de steden, waar alles, poort èn muur. huis èn straat en markt wijst op eigen kracht, eigen vernuft, eigen kapitaal en arbeid. Daar in de vrije natuur, daar spreken dingen van, wat gróoter is dan wij; höe afhankelijk het kind des aardrijks van's hemels zegen is.  Maar in de steden spreekt alles van 'tgeen de mensch vermag te doen, Daarbuiten roept men God aan. In de steden bouwt men hoger en hoger in eigen kracht. En we bemerkerer er iets van in Seths zonen en dochteren èn in Kaïns nakomelingen.

Of staat niet van Kaïns nageslacht, dat men een lied des oorlogs maakt en dat men steden en sterkten bouwt en dat men zich omringd weet van de uitvindingen van den tijd — waarbij de leuze is: een God en geen meester. En staat ons niet van Seths nakomelingen beschreven: at men zich ging verbinden om saam den Naarn des Heeren aan te roepen ? (4:26) Een sterk contrast! Saam zich sterken met den strijdbijl tusschen de st^smuren; saam genieten van het leven met vroolijkheiden geneugt. Of saam zich vereenigen rondom den dienst des Heeren, Hem a, anroepende in geest en waarheid.

Versta ons wèl. Wij zeggen volstrekt niet, dat de geloovigen niet in een stad mogen wonen, geen wapen mogen dragen, geen gemakken des levens mogen hebbeo, geen harp of orgel mogen bezitten. I Want wanneer we den indruk zouden wekken dèt te bedoelen, dan zou het ons zéér leed doen.

Zeer zeker mogen de geloovigen gebruik maken van 'tgeèn de Heere gelegd heeft in de krachten der natuur, in de rijkdommen van het aardrijk of in de , wijsheid der wétenschap. j

Alleen maar, het maakt zoo'n groot verschil of we daar onze sterkte, onze vreugd, onzen hoogsten schat in vinden, waarbij we God en Zijn 'dienst vaarwel zeggen — of dat we den Heere mogen kennen en erkennen als het hoogste goed en dankbaar gebruiken wat Hij ons schenkt in diepe afhankelijkheid van Hem en tot eere Zijns Naams. En ziet, dslt laatste deden de Kaïnieten niet. Die gingen op in het rijke cultuurleven van hunne dagen, geen hooger begeerte kennende dan te eten en te drinken en vroolijk te zijn.Terwijl de Sethieten mochten belijdén: wien hebben wij nevens U, o God, in'' den hemel; nevens U lust ons ook niets op aarde.

Neem déze tegenstelling eens: Lamech, de Kaïniet, sprekend tot zijn beide vrouwen Ada en Zilla — en Henoch, de Sethiet, van wien we lezen, dat hij met God wandelde in de nauwste gemeenschap des geloofs.

Ziet, dat is de groote tegenstelling, de groote antithese. Lamech, de man, in wien zich de geest der zelfverheffing, der werelddienst, der stofvergoding tot zijne volle hoogte vertoont - en Henoch, de man, in wien zich de vreeze Gods en een nederige geest openbaart.

En stroomde de geest der zelfverheffing en stofvergoding door het geslacht van Kaïn, van kind tot kind - in de aanroeping van 's Heeren naam in de dagen van Henoch, den Sethiet, zien we dat de vreeze Gods en de vereering Zijns Naams daar van geslacht tot geslacht werd voortgeplant.

Een scherpe antithese tusschen de kinderen der duisternis en de kinderen des lichts; waarbg de kinderen der wereld zich om den geopenbaarden wil Gods niet bekommeren en zich met den openbaren dienst des Heeren niet inlaten - maar waarbij de kinderen des lichts de vreeze van Gods Naam achten als het hoogste goed en de godsvrucht als het zuurdeeg dat heel het leven moet doortrekken.

Breed wordt ons die geschiedenis, het doen en laten van Kaïns geslacht op de 'eerste bladzijden der H. Schrift geteekend. Tegenover het betrekkelijk weinige van de Sethieten staat ons het véle van de Kaïnieten beschreven. Wat ons misschien wat vreemd voorkomt, maar wat toch ook weer Gods wgze bedoelingen doet gevoelen. Of was da t niet het leven, het rijke cultuurleven losgemaakt van den godsdienst, dat voortaan in dé wereld een breede plaats zou innemen? En was er geen oorzaak om breed te handelen over dat leven ter waarschuwing voor de weinigen, die een ander leven kenden en zochten?

Moest niet breed worden aangetoond, dat het rampzalige gevolgen zou hebben voor Seth's nakomelingen indien ze zich zouden laten verleiden tot Lamechs ongeloofstheorieën, tot zigne wereldsche genoegens en aardsche sterkten? En was er geen oorzaak om Seths zonen en dochteren aan te zeggen dien weg der Kaïnieten moet het niet op met u? Het weinige van Seths nakomelingen ons beschreven geeft ons dan ook wel den i: ndruk, dat het weinigen waren tegenover velen.

En dat de groeiende goddeloosheid en de steeds toenemende wereldschgezindheid de distelen en de doornen zouden kunnen worden die het goede zaad in Seths geslacht zou kunnen doen verstikken. Wanneer Seths zonen en dochteren, de kinderen des lichts, zonen en dochteren des Heeren, aan Kaïns geslacht de hand gingen reiken, dan zou de goddeloosheid óok over hen komen en de dienst der wereld zou ook hèn afvoeren van het echte pad.  Daarom die breede teekening van Kaïns' nakomelingschap, om Seths kinderen toe te roepen: laat u door het rijke leven. niet verlokken en door de sterkten menschen. niet verleiden tot afwijtken van 's Heeren dienst en Woord - Gij zult de geestelijke schatten verliezen en met de aardsche goederen ellendig omkomen.

Maar.... Seths nakomelingschap heeft niet geluisterd. En in spijt van alle slagboomen, doj. Gods Voorzienigheid gesteld, vermengde de Sethieten zich ten laatste toch met het Kaïns geslacht en het gevolg er van was, dat het bederf algemeen werd ej de Heere een einde kwam maken aaj het bestaan der eerste wereld. Geen Henoch zelfs kon den stroom den zonde tegenhouden, schoon hij 300 jaar lang in het midden zijns geslachts een licht liet schijnen, dat duidelijk zqn omgang met God verried en een getuigenis liet hooren, dat in des Heeren naam kwam tot zijn tijdgenooten tot waarschuwing.

Hij was een onverschrokken getuige Gods. En hij was de eerste profeet, dij dreigend heen wees naar den dag des Heeren, dat Hij zou komen om bezoeking te doen over de goddeloosheid en de levenden en de dooden zou oordeelen voor Zijn heiligen rechterstoel. De voorlooper dus van Noach; de eerste van de lange rij der godsmannen, spraken in 's Heeren naam en die riepen tot bekeering.

Maar zijn getuigenis is niet aangenomen, zijn waarschuwende stem is in de wind geslagen — gelijk we wel zien uit het verder verloop van de geschiedenis en ook uit hetgeen Judas later schrijft in zijn zendbrief, zgggende: Henoch, de zevende van Adam heeft geprofeteerd; „Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddeloozen onder hen, vanwege al hunne goddelooze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben en wegens al de harde woorden, die de goddelooze zondaars tegen Hem gesproken hebben. (Judas vs. 14 en 15).

Henoch zélf is uitgered. Zijn geloof werd bekroond door wonderbare wegnemiiig uit deze wereld „want God nam hem weg" (5:24) Misschien wel toen de goddeloosheid zóo hoog ging, dat men hem zocht hem dooden; want er staat zoo eigenaardig „hij werd niet gevonden

Hoewel dat ook zien kan op het zoeken naar zijn lichaam toen hij was henengegaan, gelijk de profetenzonen ook gezocht hebben naar Elia, maar hem niet vonden -• en gelijk ook nooit iemand het lichaam van Mozes gevonden heeft. ? Hoe Henoch weggenomen is? We zouden zeggen, het woord van de apostel laat geen twijfel over aan zijn verheerlijking zonder sterven, gelijk 't geschied is bij Elia.

Of lezen we in Hebr. 11:3 niet: door het geloof is Henoch weggenomen geweest, opdat hg den dood niet zou zien en hij werd niet gevonden daarom dat hem God weggenomen had, want voor zijne wegnening heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde.

." De oude wereld spoedde haar einde tegen en werd door Godtergende goddeloosheid, die meer en meer algemeen geworden was, rijp voor het oordeel De Sethieten, de zonen en dochteren Gods, de kinderen des lichts, hielden zich niet vér van de wereld, maar aangelokt door de schoonheid van de dochteren der menschen, de kinderen der duisternis, namen zij zich vrouwen, die geen lust hadden in den dienst de Heeren en werden door deze zondige gemeenschap meegesleept tot een gewissen ondergang.

De schoonheid der vrouw bleek telkenkeren invloed op de kinderen van Set: te hébben dan de ernst der prediking van Henoch. En zij, .die Adam tot val gebracht heeft, zou ook de eerst wereld rijp maken voor het oordeel. Men stortte zich met warm begeeren op het rijke leven van de kinderen der duisternis.

Men nam vrouwen van het geslacht dat tot nu toe streng van hen gescheiden was.

En de eerste vrucht van de vermenging van Seths kinderen en Kaïns nakomelingen scheen niet kwaad. Want de wet, dat het vreemde bloed de kracht des geslachts verhoogt, werd hier in Gods bestel al bizonder waar gemaakt daar uit de verbodene verbintenis mannen van reusachtige kracht geboren werden soortgelijke als ook na den zondvloed nog wel voorkwamen, om ze der wereld ten verderve te doen zijn.

Groote, sterke menschen traden een rijk, weelderig leven binnen, maar tegen God, den Heilige, kan de sterkste het niet uithouden met z'n gruwelbedrijf. En de Heere liet ten slotte zien, dat het sterkste geslacht en het rijkste leven slechts dood en ondergang wacht, indien men ver van God de weelde zoekt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit den Schat des Bijbels.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's