Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VRAAG, Is het 4de vers van Psalm 1 wel gereformeerd; kunnen we dat eigenlijk wel van harte meezingen in de Kerk?

ANTVTOORD. Als het 4de vers van den berijmden eersten Psalm in onzen Gezangenbundel voorkwam, zou het zeer zeker door velen aanstonds u voorgelegd worden als een bewijs „dat de gezangen niet zuiver zijn".

God zou het oog van zijn gena slaan op de oprechten en reinen en deugdzamenl „Op zulken, die oprecht en rein van zeden. Met vasten gang het pad der deugd betreden." Wat Remonstrantsch! zegt men.

Nu — we kunnen de berijming in onzen Psalmbundel hier ook niet prijzen. Neem het oorspronkelijke uit den onberijmden Psalm eens. Wat mooi staat daar: „want de HEERE kent den weg der rechtvaardigen, maar de weg der goddeloozen zal vergaan."

Daar worden natuurlijk bedoeld degenen wier lust is in des HEEREN wet, die naar den inwendigen mensch een vermaak in Gods wet hebben, die de gerechtigheid Gods mogen kennen in den weg der verzoening en die de vreeze des Heeren in hun hart mogen hebben, ingeplant door den H. Geest, om in oprechtheid voor Zijn aangezicht te wandelen.

Maar daar komt in dat berijmde vierde vers weinig van uit!

Neen, de berijming van Psalm 1, zooals wij. die hebben, is niet prijzenswaard..

De Psalmberijming is ook maar menschenwerk.

En de bergming èn de-toonzetting mocht hier en daar wel veranderd en verbeterd worden.

Héél de manier van zingen kon trouwens wel anders en beter.

Minder brokstukjes. Meer massief naar het Woord. Kloeker en voller en verhevener ook.

* VRAAG. Wat is de zuivere vertaling van Lucas 2 : 14?

van Lucas 2 : 14? ANTWOORD. De gewone vertaling is: Eere [zij] God in de hoogste [hemelen] en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen." '

Dat is de gewone vertaling, zooals we die in de Staten-vertaling vinden. Maar onze Vaderen waren zéér nauwkeurig en Schriftgètrouw bij het weergeven van het oorspronkelgke. Zie maar de woorden die zij steeds, en ook hier, tusschen haakjes zetten. Die woorden tusschen haakjes komen in het oorspronkelijke niet voor. Een en ander duidt wel aan, dat de oorspronkelijke tekst dus beknopter is dan onze Hollandsche vertaling. En dat geeft al weer te kennen, dat het hier en daar niet onmogelijk is het oorspronkelgke ènders te vertalen dan onze Vaderen hebben gedaan. Wat zij trouwens ook genoegzaam zelf steeds hebben aangegeven in de kantteekeningen.

En nu zeggen ze daar ten opzichte van Luc. 2:14 dat het ook wel kan beteekenen „vrede, heil, aan de menschen des welbehagens"; dus: de menschen, waarin de Heere Zijn welbehagen heeft, d. i. die God naar Zijn welbehagen heeft uitverkoren. Ef. 1:5.

De Leidsche vertaling geeft dan ook b.v. „Eere zij God in den hooge en vrede op aarde onder de menschen waarin Hij welbehagen heeft!"

En, om nog een andere populaire bijbelvertaling te noemen: H. Bakels geeft in zijn N. Testament de volgende overzetting „In den hooge zij eere aan God gebracht. En op aarde zij heil den menschen in wie God welgevallen heeft".

Over dat „welbehagen in menschen" wordt door onderscheidene uitleggers nog al geredeneerd. Maar veelal komt men tenslotte met de aanteekening van onze Statenvertaling aardig overeen.

De aannemelijke verdeeling in drieën bij dezen zang der engelen is en blijft dan ook: 't doel van den zang is Gods er; 't gezegend gevolg van Jezus geboorte is vrede met God op aarde; de eenige bron, waaruit het heil opwelt, is Gods welbehagen.

Als men nu maar niet met sommigen gaat lezen: „Vrede op aarde voor de menschen van goeden wil"; want we gelooven, dat zulks in strijd is met de geest van den samenhang, die aantoont, dat het welbehagen des Heeren de bron er zaligheid is en niet de goede gezindheid van den mensch.

Wat nu de twee meest voor de hand liggende lezingen zijn is duidelijk:

„Eere zij God in den hooge; Vrede op aarde. In de menschen een welbehagen".

„Eere zij God in den hooge; Vrede op aarde den menschen in wie God een welbehagen heeft."

Maar niet dus: „Eere zij God in den hooge en op aarde Vrede over de menschen van goeden wil."

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Vragenbus.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's