Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichteiijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichteiijke overdenking.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En men zal te dien dage zeggen : Ziet, Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht en Hij zal ons zalig malcen. Deze is de HEERE; wij liebben Hem verwacht; wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijne zaligheid. Jes. 25:9.

Wij hebben Hem verwacht.

God houdt van verrassingon en Zijne kinderen verblijden zich in Hem, roemende Zijne wondere daden vol barmhartigheid. Of was het geen verrassing, dat de Heere aan Adam en Eva, moed en vrijwillig gevallen, een Verlosser beloofde en de hope.als een schoone bloem meegaf op de reis over een vervloekte aarde ?

Was het geen verrassing, dat de Heere in Abels plaats, wreed vermoord door zijns broeders hand, Seth deed geboren worden, die ook God vreesde ?

Was het geen verrassing, toen de Heere in Abrahams tent vreugde gaf door de geboorte van een zoon uit Sara? En verraste Hij niet grootelijks den vader der geloovigen toen Hij Izaak als uit den dood aan hem teruggaf op een der bergen in het land van Moria? Verraste de Heere  Jochebed niet toen Mirjam haar kwam halen, opdat zij Moses zou zogen en hem, als haar kind, voor Pharao's dochter zou grootbrengen? En was het geen blijde verrassing,  toen Cores, door Gods besteld, aan Israel toestond terug te keeren naar hun land, om Jeruzalem en den tempel weer op te bouwen ? O! hoe zullen we verhalen van al Zijne wonderen aan Zijn volk bewezen? En geenszins zijn de kin­deren Gods teleurgesteld, die op Zijne goedertierenheid hoopten!

Lees ook Jesaja 24 maar eens; en dan vlak daarna Jesaja 25. Is het geen ver­rassing welke aan Israel en aan de volkeren der aarde bereid wordt door Jehova,  Israels trouwe Bondsgod? En ja, dat is t het mooie: Hij, Die deze verrassingen  bereidt, doet het niet willekeurig; niet naar gril of inval; maar Hij doet het naar den Raad Zijns welbebagens; Hij doet het naar Zijn gemaakt bestek; Hij doet het als de God van het genadeverbond, Die trouwe houdt tot in eeuwigheid. Dat brengt perspectief in al dit handelen des Heeren; en het wordt er des te grooter door, des te heerlijker — vol vastigheid en sterkte, tot in eeuwigheid!

De HEERE — dat is immers Jehova, de God des eeds en des verbonds. Die eeuwig dezelfde is en niet laat varen de werken Zijner handen — de HEERE geeft aan Zijn knecht Jesaja een inzicht in 'tgeen Hij gaat doen met Israel en met de heidenen. En dan treft het ons hij het lezen van hoofdstuk 24 en 25, dat in het eerste hoofdstak een aanzegging komt van de oordeelen Gods aan Zijn bondsvolk, omdat zij Hem hebben verlaten, óok in Hiskia's dagen — maar in het tweede hoofdstuk staan dan zulke heerlijke beloftenissen, die aansluiten aan het slot van hoofdstuk 24, waar de profeet meedeelt, dat de Heere de gevangenen zal bezoeken, zeggende: „de HEERE der heirscharen zal zegenen op den berg Sion en te Jeruzalem en voor Zijne oudsten zal heerlijkheid zijn" (vers 23).

Deze wending van hun lot komt ook hèt volk wonderlijk voor. 't Is alsof ze droomen I En bij monde van den profeet roept Sion ook uit: HEERE! Gij zijt mijn God; U zal ik verhoogen; Uwen Naam zal ik loven, want Gij hebt wonder gedaan; Uwe raadslagen van verre zijn waarheid en vastigheid" (25 : 1),

Ja, wat God over Zijn volk besloten heeft, en aan Zijn uitverkorenen komt waar maken, is ook vol wonderen! 't Gaat des menschen begrip vér te boven. En daarbij zijn Zijne raadslagen vol waarheid en vastigheid!

Denk u toch eens in hoe de toestand voor Israel was! .Om der zonde wil klom de verdrukking; de slagen, rampen, oordeelen volgden elkaar op; de haat van de vijanden ontbrandde; de verachting van de onbesnedenen klom met den dag; en Jeruzalem werd verwoest, de tempel ontheiligd; 't bloed stroomde; de dooden lagen onbegraven — en dan komt de verrassing Gods! Dan zal de HEERE, Israels Bondsgod, Zijn volk gedenken in ontfermen en liefde; Hij zal Zijn hand uitstrekken tot hulpe; Hij zal verlossing zenden; de gevangenis zal worden gewend en — zoo beschrijft Jesaja — „de HEERE der heirscharen zal-op dezen erg allen volken een vetten maaltijd akeri, eenen maaltijd van reinen wijn, an vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn*"

Deze voorstelling is duidelijk, 't Wil mmers zeggen, dat de Heere Zijn volk zegenen zal. Hij zal als de God der legermachten alle vijanden, die onderdrukten, pijnigden, hoonden en tergden, verslaan en almachtige kracht; .en de bevrijden zal Hij doen deelen in de rijkste zegeingen Zijner genade en liefde.

Hoe zal Israel dan opspringen van vreugd! Zij zullen zich verblijden na dagen en jaren van angst en smarten. En de Heere zal dan in het schenken van dat wondere heil óok betrekken de Heidenen, want Hij zal aan de volkeren der aarde den blinddoek van de oogen rukken (vers 7) en ze zullen óok komen tot dien vetten maaltijd op den berg Sion; ze zullen óok deelen in de geestelijke  voorrechten van het genade verbond; ze zullen óok in Jezus Christus hun Zalig­maker vinden — waarvan de profeet dan zegt: „Hij zal den dood verslinden tot overwinning en de Heere HEERE zal de tranen van alle aangezichten afwisschen; - en Hij zal de smaadheid Zijns volks van de gansche aarde wegnemen; want de Heere heeft het gesproken" (vers 8).

Heerlijk vooruitzicht, dat hier de profeet-evangelist Jesaja opent voor een arm zondaarsvolk!

„En men zal te dien dage zeggen: Ziet, Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht en Hij, zal ons zalig maken. Deze is de HEERE; wij hebben Hem verwacht; wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijne zaligheid" (vers 9),

Zoo hebben we ons tekstwoord in het verband gezet.

Er zijn heerlijke dingen in 't vooruitzicht. Heerlijke dingen vol zaligheid, welke de Heere, Israels Bondsgod, komt bereiden voor de kinderen Abrahams èn voor de heidenen — en dan hooron we hier, dat men dit heil verwacht om straks in blijdschap er van te genieten en uit te roepen: „het is van dèn HEERE, Die wonderen werkt; we zien het, maar we doorgronden het niet."

't Kan niemand verwonderen, dat we deze woorden der Schrift in deze adventsweken ter overdenking voorleggen. Kerstfeest nadert. En dat is immers de verulling van Gods beloften, vanaf de Paradijsgeschiedenis in het midden der menschenkinderen nedergelegd.

God zou Zich ontfermen. De Heere zou heil bereiden voor een arm zondaarsvolk. En het heil kwam als een verrassing. Het kwam onverdiend en ongedacht. Het kwam naar uitwijzen van Gods Raad. Het kwam eerst onder, de Oude Bedeeling in schaduwen en. de vromen hebben zich verblijd, telkens als het oog der ziel de wonderen van Gods barmhartigheid opmerkte. En toen is het'gekomen in de openbaring van Jezus Christus, Gods eeniggeboren Zoon, den Zaligmaker der menschen, in Wien Sion een vetten maal­tijd bereid is en Jood en heiden toegang is ontsloten tot de heerlijkheden van Gods genadeverbond.

Wat gaan Gods gedachten veel hooger dan des menschen overleggingen! En wat is des Heeren ontfermen veel grooter  dan des menschen stoutste verwachtingen gaan!

Neen, zóo beperkt als de Jood zich het heil des Heeren voorstelde is de openbaring van Gods genadeverbond niet. Jood en heiden omvat de HEERE in de betooning Zijner liefde in Christus, en tot de gemeenschap van Gods heilsverbond worden geroepen van verre landen, opdat ook de blindste heidenen zich in Christus verblijden.

We denken hier aan Ps, 36: „Hoe dierbaar is Uwe goedertierenheid, o God, des de menschenkinderen onder de scha­duw Uwer vleugelen toevlucht nemen. zij. worden dronken van de vettigheid Uws Huizes; en Gij drenkt hen uit de beek Uwer wellusten. Want bij U is de fontein des levens; in Uw licht zien wij het licht."

En o! zou er ook iets zijn, dat des Heeren barmhartigheden en de rijkdom­men Zijner genade overtreft?

Vraag het maar eens aan de ziele die den Heere vond. Was het niet om uit te breken in lofprijzing en blijde gezangen, oor de ziele, die den weedom van zonde-bewustzijn en de ellende van het Godsgemis had leeren proeven met tranen?

En ja de zaligheid is uit God. „'t Is de HEERE, " zal men uitroepen. En die Hem verwachten, zullen zich verblijden.

We zullen tot den Heere moeten leeren komen, om Hem te mogen noemen  „onzen" God. We zullen Hem moeten leeren „verwachten" om in Hem zaligheid te vinden. En Hij zal Zijn heil in Christus, aan allen die Hem verwachten,  openbaren met vreuge en vrede.

Of is Abraham beschaamd toon hij z hoopte op den Heere? heeft Jakob niet de zaligheid verkregen welke hij ver­wachtte ? En zie eens op het oude Bonds­volk, dat ook in de bangste smarten, vertrouwde op hun God — heeft de Heere het niet wèl gemaakt boven bidden en denken, ' ten spijt ook van de vijanden?

God is een God van verrassing. Hij is een God van heil en zaligheid. En op 't heerlijkst is het geopenbaard in Christus, Wien een Simeon mocht verwachten; naar Wien Anna uitzag, niet wijkende uit den tempel; op Wien de herders in Bethlehems velden hoopten Ze hebben Hem verwacht en Hij is gekomen. Hij, God zelf, mensch geworden. Hij, de Heere, Sions Losser en Zaligmaker, En ze konden met Hem leven; ze konden met Hem sterven,Hij, hun zaligheid en vrede, was. hun Verzoening met God, En nog allyd openbaart Hy Zich aan degenen die Hem verwachten.

Zijn wij Hem verwachtende? Omdat wij zuchten onder de schuldenlast; .omdat we de breuke kennen, die geslagen is tusschen ons en onzen Schepper en Maker'?

De ouden hebben begeerd den dag te zien dat de Zaligmaker komen zou. Omdat hun ziele dorst naar God, naar den levenden God.

Maar hoe is 't nu? Is er niet een opgaan in de tijdelijke dingen? Leven we niet in dagen, dat alles hunkert naar de stoffelijke dingen en niemand zich bekommert om de geestelijke dingen? Helaas! 't heeft er den schijn van. De hoogste wijsheid schijnt te zijn, om een antwoord te geven op de vraag: „hoe komen we door het leven? " De leuze van rijk en arm schijnt te zijn: „laat ons eten en drinken en vroolijk zijn, want morgen zijn we dood."

En zoo is 'er geen begeerig en verangend uitzien naar Hem, Die. daar komt in 's Heeren Naam, om een ellendig zondaarsvolk de heilsgoederen van het genadeverbond te brengen.

Maar zóo zal men zich ook niet verblijden. Zoo zal men 's Heeren heerlijkeid niet zien. Zoo zal men niet leven met vrede en vreugd tot in eeuwigheid. Zoo blijft men onverzoend met God.

Maar de Heere heeft ook nu nog wel de Zijnen, gelijk in de dagen van Elia, toen hij. meende alleen te' zijn over­ gebleven, en er waren er nog 7000 die de knie voor Baiil niet hadden gebogen.

Laten die in dese adventsweken den Heere verwachten, waar Hij staat komen met de verrassingen Zijns heils in Jezus Christus. En laat men niet te gering denken van den Heere en Zijn genadeverbond. Want Hij is gekomen en zal komen, om in Jezus Christus alle tranen af te wisschen en den dood te verslinden tot overwinning! (vers 8).

Jezus is de Zaligmaker. In Hem is goddelijk heil.

Die Hem verwachten zullen niet bechaamd worden, nu niet en ook in de toekomst niet. Want hij heerscht als Koning en zal als Koning heerschen. Hij komt straks om Zijn Koninkrijk op te richten. En dan zal de aarde vol zijn van Zijne heerlijkheid. Dan zullen allen die Hem verwachten zich in Hem verblijden. De volkeren zullen Hem. eerbiedig hulde bieden— en allien die Hem hebben veracht en naar Zijn heil niet hebben gevraagd, zullen beschaamd worden. Ze zullen Zijn grootheid zien met verschriking. Ze zullen worden verbrijzeld, om te bekennen hun zonde en hun dwaasheid; hun hart gezet te hebben op de vergankelijke dingen met verachting van het heil des Heeren.

Laat ons dan op den Heore. hopen en Hem verwachten.

De belofte is: en - zij zullen zich verheugen in Zijne zaligheid.

De Heere geve straks een gezegend Kerstfeest aan allen die Hem verwachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichteiijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's