Staat en Maatschappij.

Bijslag op tractementen.

Bij eene wgziging en verhooging van het Vlle Hoofdstuk B der Staatsbegrodting voor het dienstjaar 1919 is een bedrag van f345.000 aangevraagd als bgslag voor het jaar 1919 op tractementen van predikanten, Roomsch Katholieke geestelgkeu en Opperrabbgnen. Als toelichting op dit voorstel Bchrgft de regeering:

In het Vootloopig Verslag der Tweede Kamer omtrent het ontwerp der begrooting van het Departement van Financiën voor 1919 werd aangedrongen op het verleenen van een duurtebijslag op de predikantstractementen. Naar aanleiding hiervan verklaarde de ondergeteekende zich in de Memorie van Antwoord bereid te overwegen, of er voor het toekennen aan de bedienaren van den godsdienst in het algemeen van zoodanigen bijslag op hun traktement termen bestaan.

Resultaat der toegezegde overweging is de indiening van dit wetsontwerp waarbg de voor de toekenning vereischté gelden worden aangevraagd.

De Algemeene Synodale Commissie der Nederlandsch Hervormde Kerk heeft de wenschelijkheid betoogd - die ia het algemeen door de belanghebbenden wordt beaamd - dat, aangezien de Rijkspredikantstractementen sterk uiteenloopen en er vele kleine bedragen onder zijn waarvan een niet gering aantal ver beneden de f 100 blijft, - het hoogste traktement is f2280, het laagste f6, - . de duurtebijslag verleend worde in den vorm niet van een percentage van het l traktement maar van eene voor alle predikanten gelijke som.

In de groote ongelgkheid der bedoelde salarissen en in de omstandigheid, dat voor tal van Hervormde predikanten met een zeer bescheiden Rijkstractement een percentage daarvan eene hoogst onbeduidende tegemoetkoming zou zijn zoomede in de overweging, dat de voet waarop een groot deel van de leeraren der andere gezindten uit 's Rijks kas wordt bezoldigd, uit gelijken hoofde zjj het in geringer mate, bezwaar op. levert tegen het volgen van de gewone wgze van vaststelling van duurtebgslagen, ligt, naar de meening van den ondergeteekeende, inderdaad voldoende grond om den bijslag voor de bedienaren van den godsdienst over de geheele lijn te regelen onafhankelijk van het trakte< mentsbedrag. Er zgn 3426 uit 's Rijks kas gesalarieerde predikanten, Roompch Katholieke geestelijken en Opperrabb^nen. Het totaal hunner traktementen bedraagt f 1 803.334.59. Voorgesteld wordt ongeveer 20% van dat totaalbedrag gelijkelijk over al de belanghebbenden te verdeelen door ieder hunner een bijslag van f 100 toe te kennen. Aangeifien voor de - vaststelling van het percentage der gezamenlijke traktementen aan de voorgestelde regeling van den duurtebijslag over 1919 voor de Rijksambtenaren - die rechtstreeks verband houdt met de voor hen getroffen nieuwe salarisregeling - geenerlei maatstaf kan worden ontleend; is, naar de meening van den ondergeteekende, de aangewezen weg het voor de berekening van den duurtebgslag over 1919 op de Staatspensioenen van gehuwden voorgestelde percentage over te nemen.

De Minister-van Financiën,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen