Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij waren volhardende in de leer der Apostelen en in de gemeenschap en in de breking des broods en in de gebeden. Hand. 2 : 42.

Een heerlijk getuigenis.

Zoo was Jeruzalem. het in de Gemeente van Jeruzalem.

Calvijn heeft in zgne bybelverklaring bq onzen tekst aangeteekend: deze vier kenmerken zijn de waarteekenen van de Kerk van Christus, .Hieraan kunt gij haar altijd onderkennen.

ln de eerste plaats waren zg volhardende in de leer. En waarin nu deze leer bestond ?

Hierin, wat door de Apostelen was verkondigd.

Laat het ons eens even opmerken.

Petrus eindigde de Piuksterprediking aldus: zoo wete dan zekerlijk het gansche huis Israels, dat God Hem tot een Heere eu Christus heeft gemaakt, dezen Jezus, dien gij gekruist hebt.

De leer van den apostel Johannes weet ge ook: hetgeen van den beginne was, hetgeen wq gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onzeoogen, hetgeen wq aanschouwd hebben en onze handen getast hebben, dat verkondigen wij u.

De leer van de Apostelen bestaat niet anders dan in de verkondiging van het volle rqke Evangelie van Christus voor den armen zondaar. In Christus is heil en in Hem alleen.

Nu het volgende kenmerk:

Volharding in de gemeenschap. Wat zou dit beteekenen ?

Dit geldt van de nauwe verbintenis tusschen personen, die hetzelfde gevoelen, dezelfde belangen hebben en dientengevolge met elkander in de nauwste verbintenis leven.

Leest er vers 44 maar op na.

Hier was een band, welke hen allen samenhield, en deze band was het geloof in éen Heiland.

Vandaar dat ze maatschappelijk en geestelgk als broeders en zusters van éen huis konden samenwonen.

Gelijk zg opwaarts verbonden waren met éen Heere, waren zij het zgwaarts ter rechter-en linkerzqde met allen, die den Heere liefhadden. Geheel in overeenstemming met 's Heilands woord: hieraan zal de wereld kennen dat gij Mgne discipelen zijt, zoo gg liefde hebt onder elkander".

Het echte geloof wordt hieraan beproefd.

De eerste vrucht van de leer der Apostelen is gemeenschap tusschen allen, die den Heere liefhebben. Het geloof vereenigt en het ongeloof scheidt. Waar, wortel is, daar is ook één plant, "laar waar verschil bestaat in den wortel- helpt geen krammen en hechten - gaat vanzelf uiteen. Eenheid moet er zijn in den Christus.

Vandaar ook dat er op volgt: volharding in de breking des broods. Daar is niet alleen behoefte om het woord der verzoening te hooren, maar evenzeer het te zien en te proeven.

In de Jeruzalemsche Gemeente werd het brood uitgereikt na iedere prediking. daar was met recht een gemeenschapsoefening met den Heere aan Zijn Disch. En nu het laatste kenmerk: volharding in de gebeden.

Al stond het er niet bij, zoo kondet ge dit wel denken. Want het gebed is juist de sleutel der volharding van al het andere. Van de leer zal spoedig worden afgeweken, wanneer niet dagelijks de bede opstijgt: Heere houdt Gg mg vast bij beide handen.

Een leer zonder gebed is een korenveld zonder regen.

En waar zoudt ge eene gemeenschap kunnen denken, lief en leed, vreugde en droefheid deelend, zonder het gedurig aanroepen van 's Heeren Naam. Dat is kan niet. Wel is de wereld voor een oogenblik samen, maar het spat spoedig uiteen. Hier is ieder zichzelven een God.

En ten slotte kan bij de breking des broods het gebed verstommen?

Waar het brood wordt genomen tusschen lippen, waarover geen bede opklimt en de wijn gedronken met een keel, welke geen benauwdheid kent vanwege de zonde, daar is het misbruik van het sacrament een opnieuw kruisigen van den Heiland.

Ze behooren alle vier bijeen: de leer, de gemeenschap der heiligen, het sacrament en de dagelijksche bede. Het zijn schalmen van één keten.

Zoo stond Jeruzalèrns genieën te. En •de vruchten waren: eendrachtelgk volhardende in den Tempel, van huis tot huis brood brekende in verheuging en eenvoudigheid des harten. En het slot is het heerlijkste van alles: en de Heere deed dagelijks tot de gemeente die zalig werden.

Ge voelt door dezen wgngaard des Heeren waait de frissche wind van Gods Heiligen Geest.

En nu de vraag: hoe is het nu?

Op welk punt zullen wig beginnen? Of zullen wij het, gelijk een pgnlijke operatie maar uitstellen, van dag tot dag van week tot week?

Een enkele vraag. Is ons doen in het maatschappelijke leven ook zoo? Immers neen. Hier speuren wij na de oorzaken om de gevolgen te ontgaan.

Onze tijd heeft met dien eersten tijd weinig gemeen. De dochter lijkt op de moeder niet veel.

Waar is de volharding in de leer der Apostelen ?

't Is vreemd, waar de eerste gemeente tot zulke heerlgke resultaten kwam en onze tgd hoegenaamd niets daartegen kan stellen, waarom niet teruggekeerd?

Of is de Christus van de Apostolische eeuw voor onzen tgd niet voldoende?

Zou de mensch andere behoefte hebben gekregen ? Ge gelooft het zelf niet, omdat uw eigen hart u anders vertelt.

Hoe staat het nu met ons? Kan ook van ons gezegd worden: zg waren volhardende in de leer?

Is er bij ons ook een haken omaltgd maar meer van den Christus te hooren ? Paulus zeide: „ik wensch niets anders te weten dan Jezus Christus en Dien gekruist."

Hoe staat gg nu ? Gg kunt het weten. Is deze leer van Christus alleen u lief geworden ?

Wg zgn niet in staat elkander te overtuigen. Wat we wel kunnen: de vruchten aanprijzen. De eerste vrucht is de gemeenschap. Men hoort in onze dagen ook telkens spreken vangemeenschappelgk leven en gemeenschappelgk bezit, maar zonder Christus. Ziet daar de grondtrek u bloot gelegd. Zg komt van beneden, daarom is zg reeds dadelgk geoordeeld. Wil men verzachting zien aangebracht van de schrijnende wonden door de zonde geslagen, zoo moet worden teruggekeerd eerst tot Christus, zoo moeten do bidders worden tezaam vereend onder de prediking, rondom den Disch des Heeren.

Hier mag de vraag niet achterwege worden gelaten: verstaan we deze samenvoeging nog?

De prediking is zoo geheel los gemaakt van de spijziging van de gemeente van Christus. De oorzaak schuilt hierin: daar is zoo weinig ademtocht des gebeds. Daar is zoo weinig honger naar den Heere.

We moeten ons zelven eens afvragen hoe staat het met mij?

Wat is de leer voor mij?

Wat is de gemeenschap met Christus' discipelen voor mg?

Wat is de breking des broods en wat is het gemeenschappelgk gebed in mijn leven ?

Van de Jeruzalemsche gemeente gaat een lichtend spoor uit. De heftigste tegenstanders werden omgezet en die in het donker rondtastten werden met liefelijkzachte hand geleid. Onder de prediking werden ze in grooten getale gewonnen.

Houdt u daarom ook op onder de prediking van diezelfde leer.

Laat er gebed oprgzen in het midden der gemeente.

Geve de Heere dat de bede opklimme van uwe lippen:

o, Geest van boven, zet op mgn harte Het zegel van Uw eigendom.

Dat op den weg van vreugd en smarte Mgn ziele fluistre: Heer' ik kom.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's