Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus en de natuur.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus en de natuur.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Meermalen is er gewezen op het eigenardig ondersoheid, dat valt op te merken usschen den stijl der brieven van Paulus n de prediking, die ons uit de evaneliën tegenklinkt. En met recht. 

Paulus is een stads-mensch; hg is een an, die midden in het cultuur-leven gner dagen heeft gestaan, het heeft ade-geslagen en leeren kennen.

Dat is duidelgk merkbaar, ook in den vorm waarin hg zgne brieven heeft gegoten. Want al erkennen wg, dat ook een Paulus schreef onder de drgvingen ingeving van den H. Geest, dat zgne brieven niet maar zgn uitingen van Paulus' religieus leven, formuleeringen van zgn geloofsovertuigingen, doch een deel van het Woord Gods, waarbg de kerk van alle eeuwen geleefd en te leven heeft, dit neemt niet weg, dat in dat deel van Gods Woord de persoon en geaardheid van den man, die deze brieven schreef, mede duidelgk uitkomen.

Hoe zou dat ook anders kunnen zgn?

De Heere koos zich de instrumenten uit, die dienen zouden om der Kerk van alle tgden Zgn Woord te schenken. En de inspiratie, die werkte op de schrijvers der H. Schrift, staat niet buiten verband met, niet los van de werkzaamheid, het voorzienig bestel Gods, waardoor Hg de mannen verwekte, leidde in hun'levensweg en toerustte tot het werk, dat zg zouden te doen hebben.

De ingeving van de H. Schrift is een eigen en bijzonder werk van den H. Geest. Doeh dit wil niet zeggen, dat een „willekeurig" of „toevallig" persoon op 'n zeker oogenblik werd geroepen tot schrgven.

Paulus erkent, wat zgn apostelschap aangaat, dat hg van zgner moeder schoot was afgezonderd, Gal. 1 vs. 16. Ook zgn geboren worden als een Farizeër uit de Parizeen, zgn leven onder de wet, zgn gver om te leven zoo stipt mogelgk volgens de eischen van het wettisch Jodendom, ja zgn vgandschap tegen het kruis van Christus en zijn woeden tegen de gemeente Gods, het is alles geweest naar de beschikking en den raad des Heeren, niet minder dan zgn bekeering op den weg naar Damascus en zgn brandende gver voor Christus, die hem doet zeggen: ik moet wel het evangelie verkondigen; wee mg, als ik het niet doe! 1 Cor. 9:16.

Als de Christus het oogenblik gekomen acht, brengt Hg dezen ijveraar tot staan; die blazende was dreiging en moord tegen de gemeente van Christus, wordt dan één, die bidt als een gezant van Christus' wege: „laat u met God verzoenen."

Op 's Heeren tgd, als het Hem behaagt, wordt het instrument gebruikt om Zgne Kerk Ie bouwen. Maar zou iemand meenen, dat vóór dit oogenblik de hand des Heeren hem niet had geleid, geleid juist in deze wegen ?

Zóó nu mogen wij het ons ook denken bij de totstandkoming der brieven van Paulus, die zulk een belangrijk onderdeel vormen der H. Schrift. Paulus is daarbij en daarvoor het instrument in de hand Gods. Doch de Geest Gods werkt daarbij op Zgn eigen wijze. De persoonlgkheid van den schrgver is niet zonder beteekenis. God zelf kiest juist dezen persoon voor dit werk. De werking van den H. Geest is hier anders dan bijv. bg het profetisch visioen of het „spreken in talen", de glossolalie, Hierbg is het gewone, het dag-bewustzijn van den visionair, van hem, die „in talen" spreekt, geremd, tgdelgk buiten werking.

Doch bij het schrgven is dit gansch ­anders. Dat hierbg de aard, de aanleg, de bijzondere gave, die God den schrij­ e ver heeft geschonken, mede een rol speelt, dat het door den H. Geest wordt gebruikt en in dienst gesteld van het werk, dat Hg wil tot stand brengen, wien zou het verbazen ?

Zoo goed als Paulus' gansche persoon, zgn verleden, zqn afkomst, zijn geaardheid, van bèteekenis waren voor den arbeid, waartoe Gods genade hem bestemd had, voor het apostelschap onder de heidenen, was dit alles ook van belang voor het aandeel, dat de Paulinische brieven zouden vormen als deel der H. Schrift.

Het ligt dus zeer voor de hand, dat wg ook in den vorm zgner brieven den man herkennen; niet maar den man, die zich vastgeloopen heeft in eigengerechtigheid, doch in dien weg niet anders vond dan onvrede en zelfveroordeeling en het gericht Gods; niet maar den man, die had leeren roemen in het kruis van Christus, en in een God, die den goddelooze rechtvaardigt; doch ook, wat de inkleeding üijner gedachten betreft, de wijze waarop hg ze toelicht en illustreert, den man, die het cultuurleven zijner dagen had leeren kennen; die zigne jeugd had doorgebracht in Tarsus en Jeruzalem, en zijn levenswerk vond in de cultuur-centra van de wereld om de Middellandsche zee.

Want zóó werkte Paulus. Hg volgde op zgne zendings-reizen de groote Romeinsche heir-en handelswegen, en vestigde, als wg het zoo mogen uitdrukken, telkens zgn hoofdkwartier in de groote centra van handel en verkeer. Vandaar uit zond hg dan zgne helpers uit in de omgeving. Doch de hoofdweg, dien het evangelie nam door hem gebracht aan de heidenwereld, liep toch over de groote steden.

Wij behoeven slechts de namen te noemen van Antiochië, Filippi, Thessaionika, Corinthe, Efeze, en er aan te herinneren, hoe hij verlangde „Rome te zien", Hand. 19 vs. 21, en vandaar uit ook verder naar het Westen zijne netten uit te werpen. Rom. 15 vs. 23 en 24 om een ieder te doen begrgpen, hoezeer Paulus van jongs-aan heel zgn leven door een „stadsmensch" is geweest.

Daarvan dragen ook zgne brieven het stempel. Als wg hierop de aandacht vestigen, zgn wg ons klaar bewust, en gelieve de lezer niet te vergeten, dat wg slechts ééne zgde van dezen rg ken, veelegdigen, begenadigden geest in het licht stellen. Wij laten hierbij, omdat het buiten ons bestek valt, zeer vele andere dingen rusten.

Thans willen wg alleen naar voren brengen, dat de wgze, waarop de apostel Paulus zich uitdrukt, de beelden, die hij gebruikt, een bevestiging geven van hetgeen wg zeiden: deze Paulus is een cultuur-mensch, de man van het stadsleven. Tarsus, zgn geboorteplaats, had hem de gelegenheid geboden, in aanraking te komen met verschillende wijsgeerige stelsels, met name met de wijsbegeerte der Stoa, zooals die in zgne dagen talrgke aanhangers had. 

Wat het beteekent, dat „de Grieken wgsheid zoeken, " bij had het van nabg gezien. En dat, door een wgs bestel Gods, de wereld in hare wgsheid God niet leerde kennen, en het Gode behaagde door de dwaasheid der prediking zalig te maken die gelooven, dit had de genade en de Geest des Heeren hem doen inzien. 

En ook in de taal, die hg spreekt, in de beelden, die hg gebruikt, komt uit, dat Paulus een man was, die zgn leven leefde in de steden, niet in de vrge natuur. Wel heeft hg op zgne reizen zeeën doorkruist, is hij de bergen van Cilicië over-, de vlakte van Caeserea door-getrokken. Maar het blgkt uit zgne brieven niet, dat de grootsche bergen, de wgde zee, de engte van bergpassen, veel indruk op hem hebben gemaakt.

Beeldspraak, die erop wgzen zou, dat hg zgne tent wel eens heeft opgeslagen onder een fonkelenden Oosterschen sterrenhemel, of een klaren maan-nacht op de wgde wateren heeft doorgebracht, treffen wg bg hem niet aan.

Als hg beelden gebruikt, zijn ze van en gansch ander gebied, wgzen zg op ndere levens-verschgnselen, die diep in gn bewustzijn waren gezonken.

Wel vergelgkt hg zgn arbeid in het vangelie bg een planten, en het werk van hen, die na hem kwamen, bij een natmaken: „ik heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt, maar God heeft den wasdom gegeven, " 1 Cor. 3 vs. 6—8. Doch dit beeld wordt niet volgehouden; alras komt er een ander naast, dat straks het eerste geheel vervangt: „Godsakkerwerk, Gods gebouw, zgt gij, " vs. 9, terwgl hg dit beeld van den architect, die het fondament legt, en de bouwmeesters, die daarop voortbouwen, in den breede uitwerkt.

Als hg de genade roemt, die de geloovig geworden heidenen hebben ontvangen, welke in Christus zgn ingelgfd, en daartegenover spreekt van de verharding der ongeloovig gebleven Joden, noemt hij Israël, het volk Gods, den olijfboom en de in het geestelijk Israël opgenomen heiden-christenen een wilden olgfboom, in de plaats der afgehouwen takken geënt, Rom, 11 vs. 17 v.; dit zeer ongebruikelijke, het tegendeel van hetgeen de gaardenier doet, die op een vnlden stam een edele loot ent, doet te sterker het onverdiende en vrge uitkomen van de gunst Gods, aan de heidenen bewezen.

Doch zulke beelden, aan het leven der natuur ontleend, zgn bij Paulus zeer zeldzaam.

Veel menigvuldiger is bij hem de beeldspraak, aan andere levens-sfeer ontleend.

Den Corinthiërs stelt hg den weg des geloofs voor als een loopen in de renbaan; het leven van den geloovige is als dat van den worstelaar; voor zijn sport, om te winnen in den wedstrijd, getroost hij zich allerlei ontbering, onthoudt hij zich van alles, wat schaden zou. Alles heeft hij ervoor over, om den prijs te winnen, een verwelkelijke krans, 1 Cor. 9 vs. 24-27.

En elders, het  genoegzaam bekend, uit de H. Schrift immers is het in het christelgk spraakgebruik opgenomen, spreekt hij van het leven des geloofs als van een strgd; het ievtn, de wapenrusting van den krggsman, dat alles dient hem als beeld voor het besteian van den geloovige, die „den goeden strijd te strijden" heeft, en bekleed moet zgn met de geheele wapenrusting Gode, Ef. 6 VS. 13—17, gelijk ook voor hemzelven de wapenen van zgn' krijg niet vleeschelgk, maar geestelgk sgn, 2 Cor. 10 VS. 4.

Een enkele maal treffen wg een andere beeldspraak aan, waar Paulus bijv. zegt: „wie spaarzamelgk zaait, zal ook spaarzamelgk maaien, 2 Cor. 9 vs. 6, of verklaart, dat de mensch maait, wat hij zaait, Gal. 6 vs, 7. Dat degeen, die het evangelie brengt, ook van het evangelie moet leven, licht hg, nevens de vraag: „wie dient ooit in den krgg op eigen bezoldiging? " ook toe met het beeld: „wie plant een' wgngaard, en eet niet van zgne vrucht, of wie weidt eene kudde, en eet niet van de melk der kudde? " 1 Cor. 9 VS. 7.

Doch ook al laten wij aan dit alles volle recht wedervaren, ontegenzeggelgk neemt het een zeer geringe plaats in, vergeleken bg de beelden, die hg aan allerlei gebied ontleent. En altgd blijft het toch beeldspraak. Dat „de natuur" Paulus iets te zeggen had, dat zij voor hem eene prediking inhield, wg kunnen het niet of nauwelijks bemerken. Paulus was de man der cultuur, de man van het stadsleven.

Mede hierdoor nemen zgne brieven een eigen plaats in in het geheel der H. Schrift, en heeft hij in het geheel der openbaring Gods een andere positie dan de Heere Jezus, Wiens prediking ons in de evangeliën is overgeleverd.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Jezus en de natuur.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's