Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

Oudejaarsavond

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar de goedertierenheid des Heeren is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vreezen. Ps 103:17.

Oudejaarsavond.

Weer is een jaar voorbijgegaan, neen ! vervlogen.

't Heeft ons alweer een schrede dichter gebracht bij 't einde, bij 't graf, bij d' eeuwigheid. Met ontroering grijpt ons soms de snelle vlucht van den tijd aan.

Immers, 't stemt zoo diep weemoedig dat wij hier geen rustplaats vinden voor 't hol van den voet, en dat alles in beweging is en vergaat.

De boodschap van den Oudejaarsavond is ernstig en hard als wij geen gegronde hope hebben voor de eeuwigheid en geen Borg voor onze ziel.

O, welk een gedachte straks als de klok van ons leven 12 slaat en stil blijft staan, te moeten verschijnen voor den rechterstoel van Hem, die niet aanziet wat voor oogen is, maar die 't harte aanziet.

Dan rekenschap te moeten geven van woorden en werken en zelfs van gedachten, en op duizend vragen niet één antwoord te hebben en 't onherroepelijk doodvonnis te moeten verwachten !

Als wij nu op dezen Oudejaarsavond den blik achterwaarts wenden om te zien wie wij waren voor den Heiligen God, dan moet schaamte ons aangezicht bedekken, en we zullen het met Simon moeten uitroepen: Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mensch.

Ja, als wij onze rekening opmaken, voorzoover wij ons onze zonden herinneren en er het zondige van zagen, dan hebben we reden te over om met den dichter aan te heffen:

Zoo Gij in 't recht wilt treden O Heer, en gadeslaan Onz' ongerechtigheden. Ach, wie zal dan bestaan ?

Als wij ons stellen tegenover den spiegel van Wet en Getuigenis, dan ontvalt alle hoogmoed en eigengerechtigheid en zelfverheffing, en dan roept de Heere op dezen avond tot verootmoediging voor den rechtvaardigen Rechter, om als Job (9:15) onzen Rechter om genade te bidden.

Bij den Heere is veel vergeving, opdat Hij gevreesd wordt, 't Kerstfeest ligt pas achter ons, en toen is ons de ontfermende genade Gods door Engelenmond gepredikt, opdat de schuldbeladenen zouden weten waar ze hun last kwijt kunnen.

Mochten de vermoeiden en beladenen ook op dezen avond door de trekkende liefde Gods zich maar spoeden tot Hem, die, daar Hij rijk was, om onzentwille is arm geworden, en ze zouden 't nog verstaan wat de psalmist belijdt in Ps. 103 : 17: Maar de goedertierenheid des Heeren is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vreezen.

In de voorgaande verzen lezen we over des menschen broosheid en de kortheid zijner dagen. De dagen des menschen zijn als 't gras, gelijk een bloem des velds alzoo bloeit hij. Als de wind daarover gegaan is zoo is zij niet meer, en hare plaats kent haar niet meer." Als wij deze woorden lezen, gaan veler gedachten naar den doodenakker, om nog eens stil te staan bij de ontslapen geliefden. Och, wat heeft de dood weer een dierb'ren geroofd. Teedere kindertjes, dragers van de liefde der ouders, jongelingen en meisjes in den bloei en de kracht van 't leven en ouden van dagen, die reeds lang 't einde zagen naderen.

In Zijne ondoorgrondelijke wijsheid spaart de Almachtige den ééne zeer lang, en den ander roept Hij vroegtgdig op.

Wij kunnen 't nooit verstaan, waarom 't zoo wezen moet en niet anders kan, en dat 't zoo alleen goed is.

Wel gelukzalig wie onder de smarten nog leerde stamelen door genade: "Wij aanbidden, buigen stil, want de wezenlijke goedheid maakt 't goed zooals zij 't wil".

Ja, de Heere betoont 't nog aan dezulken, dat Zijne goedertierenheid is over degenen, die Hem vreezen.

Hij geeft kracht naar kruis, en daarom blijven hunne harten, in de grootste smarten, in den Heere gerust.

't Is God Zelf die al die wonden slaat, maar die ze ook kan genezen. Indien er tranen wellen uit de oogen omdat het harte schreit en bloedt bij de herinnering aan 't geleden verlies, dan kunt ge nog winst behalen uit 't verlies, indien ge u bij aanvang of bij vernieuwing wendt tot den Trooster, om te smeeken of Hij u nabij wil zijn in tegenheen en smart. (Ps.34:3).

Ziet, als de Heere Zgn balsem doet druppelen in onze wonden, dan wordt 't harte stil en vredig, omdat onze God en Zaligmaker beter troost dan een moeder.

Mocht ge dan, o treurenden en weenenden, aan den avond van dit jaar nog eens uitgedreven worden naar den troon der genade.

In den weg der beproevingen en smarten wordt Gods kinderen die goedertierenheid des Heeren menigmaal openbaar, en dan gevoelen ze dat 't de goedheid Gods is die den Zijnen 't kruis oplegt dat ze noodig hebben.

In vers 15 en 16 was sprake van de broosheid des menschen, van z'n vergankelijkheid en korten duur.

Doch nu komt tegenover die doodelijke armoede in vers 17 de onuitsprekelijke rijkdom des Heeren te staan, Wiens goedheid perken kent noch palen. Wiens goedertierenheid is van eeuwigheid tot eeuwigheid.

't Zou onmogelijk zijn al de blijken van Gods goedertierenheid op te noemen. De Psalmist roemt er in Ps. 136 wel 25 en in vele andere Psalmen noemt hij weer nieuwe.

En als wij zoo elk voor onszelven de ontvangene blijken van Gods goedertierenheid overwegen die wij in 't afgeloopen jaar, ja in ons geheele leven ontvingen, de avond zou te kort schieten, want hunner is geen getal; ze zijn meer dan de zandkorrels aan de oevers der zeeën.

Hij overlaadt ons dag aan dag met Zijne gunstbewijzen. Als onze oogen geopend waren om er iets van te zien, wij zouden er klein onder worden, en uit den grond van ons hart zouden de lofliederen opklinken om onzen God te danken. (Ps. 116 : 11).

De geringste van Zijne gunstbewgzen zijn wij volkomen onwaardig, en naar de mate van de kennis van eigen onwaarde zal ook de dankbaarheid zijn. Wien veel vergeven wordt, die heeft veel lief.

Doch onze tekst wil niet dat wij slechts de tijdelijke weldaden des Heeren bedenken en toch daarbij de allergrootste misschien vergeten. Daarom spreekt de tekst van die goedertierenheid des Heeren, die in de eeuwigheid begon (Ps. 40 : 4), toen in den raad des vredes besloten werd tot de verlossing van zondaren. Toen gaf de Vader den Zoon, en de Zoon bood Zichzelven aan tot een volkomen verzoening, en de Heilige Geest beloofde de verlossing toe te passen aan zondaarszielen.

Die goedertierenheid heeft God getoond in de volheid des tijds in de zending des Zoons, toen Hij 't heilsplan volvoerde volgens de beloften, en een volkomen verlossing aanbracht. En hoewel wij voor dit grootste gunstbewijs blind zijn van nature, nochtans, als de Heilige Geest gaat werken aan 't harte, en het door de smarten der wedergeboorte brengt tot 't levende geloof, dan zal 't de goedertierenheid Gods in Christus Jezus erkennen. Ja, 't zal verstaan dat die goedertierenheid begon in de eeuwigheid, toen vrije gunst Hem bewoog om zoo'n diepgevallen, schuldverloren mensch uit te verkiezen tot de verlossing door den Zoon.

Laat dan de jaren maar voortsnellen; laat dan de Oudejaarsavond maar luide verkondigen de vergankelijkheid van 't leven en de zekerheid van 't einde dat komt, over dood en graf henen ziet de christen de Vaderhand reiken van dien God, die trouwe houdt tot in eeuwigheid en die niet laat varen de werken Zijner handen.

Dat is hem meer waard dan de vergankelijke vreugde of schatten dezer wereld, want wie eenmaal Christus' eigendom is, die is een erfgenaam der eeuwige heerlijkheid, omdat de goedertierenheid des Heeren is tot in eeuwigheid over degenen, die Hem vreezen.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's