Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

»Zalig zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden.* Matth. V : 7.

Oproep tot mede-arbeid in het werk der Christelijke barmhartigheid.
Oyer het moderne leven liggen donkere schaduwen, die uitwgzen, dat het geluk der menschheid met den lichtglans harer beschaving geen gelijken tred houdt. Immers, nooit drukte de last des Igdens in veelheid van vormen zoo zwaar op de volkeren.

Aan de gemeente van onzen Heere Jezus Ohristus wordt daardoor een gewichtige roeping voorgesteld. Zooala onze Heiland zichzelven eenmaal als den goeden Medicgnmeester gepredikt heeft, zoo heeft Hg aan de zijnen ds lijdenden als een bg zonder erfdeel nagelaten, opdat de heerlgkheid Zijner liefde daaraan zal worden gezien. Uit deze roeping is dan ook de veelzgdige arbeid der barmhartigheid geboren, waarin de Gereformeerde belijders van den Naam onzes Heeren Jezus Ohristus zich mogen verblijden als in een teeken der getrouwheid en barmhartigheid onzes Zaligmakers.

De nood der tgden drong een groot aantal Gereformeerde Vereenigingen tot beoefening der barmhartigheid aan li^dendeu, zich aaneen te sluiten. Bij alle verschil van arbeid is er toch veel, dat zij gemeen hebben en waarin zg elkander kunnen bgstaan.

Onder de vele nooden is er vooral in dezen tgd één, die zich op den voorgrond dringt bij alle werk der barmhartigheid en die tot dit schrg ven noopte.

Een groot bezwaar blgft wel, vooral met het oog op de eischen, die de moderne wetenschap stelt voor de verpleging en verzorging van kranken, het geld, dat voor onze Vereenigingen goeddeels uit vrijwillige bgdragen moet worden verkregen. Een grooter bezwaar echter dan het geld dreigt thans dezen arbeid te storen.

Om hare taak te kunnen volbrengen behoeven onze Vereenigingen, meer dan deze tot nu toe gegeven werd, de levende medewerking in dien zin, dat de gemeente des Heeren niet volstaan kan met ieta van haar goud te offeren op het altaar der barmhartigheid aan Igdenden, maar van haar eigen vleesch en bloed, van hare zonen en dochteren ten offer zal moeten brengen.

De nieuwe sociale wetten maken vermeerdering van personeel tot een gebiedenden eisch. Zullen onze Vereenigingen haar taak kunnen big ven volbrengen, dan is het volstrekt noodig, dat meer jongelingen en jongedochters zich wijden aan den arbeid der barmhartigheid. ln onze kringen moet het besef worden verlevendigd, dat het niet genoeg is een gave te schenken, maar dat voor deze roeping der gemeente des Heeren het offer der persoonlijkheid veelvuldiger gebracht moet worden. Wij behoeven meer jongelingen en jongedochters, die bewogen door de liefde van Christus zich wqden aan het werk der barmhartigheid.

De Vereenigingen zijn er van doordrongen, dat wie het altaar bedient, ook op dit gebied er van moet kunnen leven, al ligt het voor de hand, dat zij niet bij machte zign in finantieel opzicht te concurreeren met inrichiingen, die uit de schier onuitputtelijke bron der publieke kassen onderhouden worden. Maar een voldoend levend bestaan waarborgt onze Heere Jezus Christus ieder, die zich wijdt aan het werk, dat Hij te doen heeft aan de lijdenden, en ook onze Vereenigingen kunnen daarom, wijl zij geboren zqnuit Zijne opstandingskracht, een voldoend bestaan waarborgen aan allen, die zich voor haren arbeid op het breedo gebied der barmhartigheid wijden willen uit het diepe besef der goddeliijke roeping.

De sedert geruimen tijd dringende behoefte aan een grooter getal verplegers en verpleegsters, en wel aan de zoodanigen die voor dit werk geschikt zijn en daarin den Heere wenschen te dienen, hoeft ons doen besluiten o. a. propaganda-tochten te gaan houden in verschillende streken des lands. Tot opwekking van jongelingen en jongedochters die ook met den Gereformeerden grondslag der Vereenigingen instemmen, dat zij zich blijmoedig komen aanbieden voor dezen dienst in het Koninkrijk Gods. Tot het steunen van die pogingen en van al onzen anderen arbeid voor deze noodige zaak, doen wij een beroep op de Vereenigingen van jongelingen en van jongedochters; en niet minder op de dienaren des Woords, wier woord in prediking en catechisatie van zoo grooten invloed te onzer hulpe kan zgn; op onderwijzers en ouders en voorts op allen, wien de beoefening der Christelijke barmhartigheid ter harte gaat; riet het minst op de Christelijke pers. Uwe krachtige hulp, broeders en zusters, is niet slechts zeer gewenscht, maar beslist noodig; en dat wel van stonde aan! Indien het Christenvolk ons niet zou kunnen of willen helpen, dan zou wel spoedig de tgd kunnen komen, dat onze Vereenigingen den arbeid moesten inkrimpen... Zou dat niet diep bedroevend wezen?

Ieder uwer stelle zich dan intijds voor deze zielaangrijpende vraag: zou ook ik dan vrijuit gaan? Tegenover de Vereenigingen, die met zoo vele nooden en zorgen worstelen in zulk heerlgk werk des Heeren; tegenover de duizenden Iijders en lijderessen; tegenover onzen Heere Jezus Christus, „die zich zeken voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid en zich zelven een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken"? Tit 2 : 14. Broeders en zusters, jongen en ouden, in alle kringen van ons volk, komt, laat ons wederoprichten de trage handen en slappe knieën; biddende, dat de Geest van God onder ons weer doe opwaken „de eerste liefde", Openb. 2 : 4, die in de eerste jaren van onze Vereenigingen zoo vurig en krachtig zich heeft geopenbaard in heerlijke toewijding en blijmoedigen moed.

Worde daartoe ook deze Oproep gezegend ! ZEGT HET VOORTI

Het Bestuur van den Gereformeerden Bond van Vereenigingen en Stichtingen van Barmhartigheid in Nederland:

Prof. L LINDEBOOM te Kampen, Voorz.

Prof. Dr. H. VISSCHER te Utr , Vice-Voorz

Mr. H. J. H. BARON VAN BOETZELAER, te Utrecht, Secretaris.

Dr. j. A. H. VAN DALE te Ermelo, Penningmeester.

Dr. D, SCHERMERS te Zeist.

Dr. J. G. ScHEURER te Brmelo.

Ds. J. C. SIKKEL te Amsterdam,

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Ingezonden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's