Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uitbouw in de Geref. Kerken.

Tegen het Kerkelijk conservatisme, dat zweert bij het onveranderd behoud van Con fessie en Catechismus, Kerkenorde en Liturgie heeft de vorige week prof. dr. H. H. Kuyper in de „Heraut" zich gekeerd. Thans zegt dit blad ten opzichte van de Geref. Kerken : wat we met het oog op den ernst der tijden vragen, is :

1. een herziening en uitbreiding van onze Confessie, opdat de Kerk haar geloof uitspreke-in een vorm voor het bewustzijn van onze eeuw geschikt en met het oog ook op de nieuwe dwalingen ;

2. dat voor het catechetisch onderwijs ons gegeven worde een nieuw handboek, dat de jeugd beter wapent tegen de macht van het ongeloof;

3. dat onze Kerkenorde worde herzien in democratischen zin, zoodat het ambt der geloovigen beter tot zijn recht kome, met name bij de verkiezing der ambtsdragers ;

4. dat in onze stadskerken de kerspelvorming consequent worde doorgevoerd om beter toezicht op de gemeenteleden te kunnen oefenen ;

5. dat de Kerk zich veel meer dan tot dusver bewust moet worden van haar roeping om door Evangelisatie en Inwendige Zending den afval van het Christendom te stuiten ;

6. dat onze Liturgie worde herzien, niet alleen met het oog op enkele formulieren, zooals het Huwelijksformulier, die niet met den geest van onzen tijd overeenkomen, maar vooral om het liturgisch element rijker te ontwikkelen en de godsdienstoefening der Gemeente niet louter in het aanhooren van een predikatie te doen opgaan.

Om aan te toonen, dat de redactie niet het oude spoor der leiders verlaat en niet met een nieuw program aankomt, wordt een beroep gedaan op wat dr. A. Kuyper Sr., in 1873 omtrent al deze zaken reeds schreef in zijn '„Confidentie'.

* Het volgende wijst op hetzelfde verschijnsel in de Geref. Kerken :

De Kerkeraad van de Gereformeerde Kerk van Amsterdam-Zuid (Overtoom) heeft een voorstel aangenomen, waarin het zijn ge­ voelens omtrent Confessie enz. kenbaar maakt en besluit het volgende voorstel te doen :

„De Raad der Gereformeerde Kerk.van Amsterdam-Zuid (Overtoom), ; nadrukkelijk verklarende, geenerlei gravamen te hebben tegen de Drie Formulieren van Eenigheid of eenig onderdeel daarvan ;constateerende :

A. dat de belijdenisschriften der Gereformeerde Kerken in Nederland sedert h^re vaststelling op de Nationale Synode, van Dordrecht in 1618 en '19 geenerlei nadjere uitwerking of aanvulling hebben verkregen, terwijl toch èn het belijdende inzicht èn de waarheid Gods èn de ontwikkeling der dwaling, waarmede de Kerk des Heeren hier te lande te kampen heeft, in de laatste drie eeuwen niet onbeduidende vorderingen hebben gemaakt, zoodat over menig aangelegen punt de belijdenis en het Leerboek, dat onze Kerken gebruiken op de catechisatie en bij de prediking zich niet of niet genoegzaam uitspreken ; als voorbeelden waarvan de kerkeraad o.a. wijst op het ontbreken van officieele leerformuleering inzake de Heilige Schrift en hare inspiratie in verband met de sedert Dordrecht opgekomen Schrift-critiek, inzake de eenheid en de pluriformiteit der Kerk, inzake de verhouding van bijzondere en algemeene genade, inzake het Adventisme, het Chiliasme, de Christian-Science, het Sabbathisme, het Spiritisme, de Theosophie en dergelijken ;

B. dat de liturgische geschriften der Gereformeerde Kerken in Nederland niet kumjen geacht worden in elk opzicht meer in overeenstemming te zijn met de inzichten|§g, - de praktische behoeften van het tegenwoordige Gereformeerde kerkelijke leven ; als voorbeelden waarvan de Kerkeraad o.a. wijst op de wenschelijkheid van 'n korter avondmaalsformulier, op het ontbreken van een formulier voor de algemeene zondebelijdenis der gemeente vóór de.predikatie ; op zinsneden als in het huwelijksformulier: „ten derde" (oorzaak waarom God den huwelijken staat heeft ingezet) is enz." en in het formuüer van bevestiging der ouderlingen en diakenen, die behelzenjde de vermaning tot de armen ;

C. dat de tegenwoordige redactie van art. 69 K. O. het gebruik van het Nieuw-Testamentische lied in den eeredienst der Gereformeerde Kerken in Nederland beperkt tot de eenige daar met name genoemde gezangen ;

Overwegende, dat eenerzijds zelfs elke redactie-wijziging onzer Drie Formulieren van Eenigheid. nog afgedacht van de bezwaren, die daartegen zouden kunnen rijzen met het oog op den klassieken vorm dezer geschriften, onwenschelijk moet worden geacht in verband met het feit, dat de confessioneele eenheid zooveel mogelijk dient te worden bewaard met die Gereformeerde kerkgemeenschappen en groepen, waarmede wij thans helaas ! nog niet in één kerkverband leven, maar anderzijds de behoeften van het eigen kerkelijk leven in dezen tijd aan genoegzame belijdenisformuleerlng en passende liturgische praktijk dringend voorziening eischen ; besluit: aan de Classis Amsterdam zijn bovenstaand gevoelen kenbaar te maken en haar het navolgende voorstel te doen :

De Classis Amsterdam enz. stelt aan de Particuliere Synode van Noord-Holland voor aan de aanstaande Generale Synode onzer Kerken te verzoeken :

A. om met algeheele en ongewijzigde handhaving van de bestaande Drie Formulieren van Eenigheid, de noodige stappen te doen, die zullen leiden tot nadere en nieuwe formuleering van hetgeen de Gereformeerde Kerken in Nederland naar den Woorde Gods belijden omtrent de inspiratie der H.Schrift, de eenheid en pluriformiteit der Kerk, de verhouding van bijzondere en algemeene , én tegenover de verschillende sekten en dvvalihgen, waarmede de Kerk in dezen tijd tê worstelen heeft bi'^

B. om voor den kansel en de catechisatiekamer een nieuwen Catechismus op fe-tellen, in overeenstemming met de tegenwoordige behoeften ;

C. om de bestaande liturgische geschriften onzer Kerken aan een algeheele herziening te onderwerpen en daaraan toe te voegen een formulier voor de openbare zondebelijdenis der gemeente ;

D. om den bundel „Eenige Gezangen" uit te breiden met Gereformeerde Kerkliederen, welke het der plaatselijke Kerken vrij.zal staan, nevens de Psalmen in den eeredienst te gebruiken ;

E. om na vaststelling van den sub 0.'bedoelden bundel in Art. 69 K. O. in plaats van de zinsnede „en de Tien Geboden" enz. tot en met „predikatie" te lezen: en de liederen uit den door de Kerken vastgestelden Kerkliederenbundel." - -

* * In „De Nederlander" lazen we het volgende (hoofd)artikel blijkbaar van dé hatfd van den heer 't Hart, directeur der Haag-sche christelijke Kweekschool voor Onderwijzers (essen) :

Eene gemotiveerde waarschuwing. ?

„Ouders laat uw kind geen onderwijzer(ési) worden. De studie is lang en moeilijk.'Het werk is zenuwsloopend. De loonen zijn schandelijk slecht." Zoo ongeveer luidt dé waarschuwing, die de Bond van Nederlandsche Onderwijzers op de reclamezuilen heeft doen aanplakken, de „waarschuwing'*, waarmede de sandwichmannen in plechtigen optocht door de hoofdstraten flaneeren. Blijkbaar is het vooral het schandelijk slechte loon, dat de ouders moet afschrikken, want onder de „waarschuwing" wordt eene parallel getrokken tusschen de loonen van een onderwijzer en van — o, afschuw — 'n beambte van de openbare reiniging. Hoewel ik over dezen nuttigen tak van dienst slechts oppervlakkig ben ingelicht, zal de bewering, dat de studie van beambte daarvoor niet lang en moeilijk is, en dit werk niet zenuwsloopend, bij mij geen tegenspraak ondervinden. Wèl flitst mij een oogenblik de gedachte door het hoofd, waarom men zoo ver bolgen is, als men wordt gerekend blijkens zijn loon, tot die nobele groep van proletariërs, bij wie men zich in verkiezingsdagen zoo gaarne schaarde ! Onder de Christelijke onderwijzers, vooral onder de jongeren, vindt de waarschuwing van den Bond, hier en daar, voorzichtige instemming. Ook uit den kring der Christelijke onderwijzers zijn — verleden jaar nog ! — stemmen gehoord, die de opleiding wenschten te matigen. Wel dreigt op dit oogenblik een tekort aan leerkrachten voor 't Christelijk onderwijs, maar is het geen aangenaam verschijnsel, als deze schaarschte oorzaak wordt, dat de marktwaarde van den onderwijzer stijgt ? Is deze tijd geen andere, dan die „goede, oude", toen de Christelijke onderwijzer met z'n laag salaris, de groote contribuant was voor de school met den Bijbel ; toen ieder, die het Christelijk onderwijs ging dienen metterdaad materiëele genieting prijs gaf, en dit met graagte deed, ziende op de vergelding des loons ?

De studie voor onderwijzer is niet lang en niet moeilijk. De leerlingen, die tot eene kweekschool worden toegelaten, hebben den leeftijd van veertien jaar bereikt. Op hun achttiende jaar — na eene vierjarige studie dus — treden zij als onderwijzer de school binnen. Eene kweekschool geeft veel meer dan voor het onderwijzersexamen noodig is. De leerlingen zijn een goed eind op weg voor de hoofdakte, de begaafden hebben flinke vorderingen gemaakt in de moderne talen en in de wiskunde. Het valt hun betrekkelijk niet moeilijk, na de onderwijzersakte in korten tijd, twee, drie, of meer nieuwe bevoegdheden te verwerven. Ieder kweekschooldirecteur zal gaarne belangstellenden met de stukken en met namen van de waarheid van het bovenstaande kunnen overtuigen. De meisjes verlaten de kweekschool met de akte voor de Nuttige Handwerken. Jongens en meisjes met aanleg bezitten bovendien nog de akte teekenen

De kosten van de studie zijn gering. Ze bedragen ongeveer ƒ 200 in de vier studiejaren samen I Bovendien stelt de Regeering voor de Rijks-en de Bijzondere kweekscholen beurzen van ƒ 500 per jaar beschikbaar, zoodat voor jongelui van buiten de gelegenheid bestaat eene kweekschool in eene stad te bezoeken.

Het werk is niet zenuwsloopend. 't Is misschien wèl zenuwsloopend voor de onderwijzers, die te onzaliger ure de school binnengekomen, de liefde voor 'tvak missen; die de kinderen als hun natuurlijke vijanden beschouwen ; voor die onderwijzers, bij wie de school niet no. 1 is, maar die allerlei dingen doen, die in geen of slechts verwijderd verband staan tot het onderwijs ; kort gezegd, voor die onderwijzers, die naar school gaan in hun vrijen tijd. Voor den geroepen onderwijzer is het werk zenuwlavend. Onder dit heerlijke werk, in geestelijk contact met kinderen, die schatten van vertrouwen en hartelijkheid voor hun onderwijzer openen, voelt hij zijne zorgen en verdrietelijkheden vervloeien, en kan hij oogenblikken hebben van ontroerend geluk. Als hij liefde geeft, zal hij liefde ontvangen. Maar hééft hij geen liefde voor de kinderen, dan deugt hij niet voor dit ideëele werk. Hij ga bij de Reiniging, waar hij materieel werk te doen krijgt, en nog een uniform op den koop toe.

De loonen zijn niet zóó schandelijk slecht. Een onderwijzer, zonder eenige andere bevoegdheid dan zijne onderwijzersakte, verdient de loonen, die op de aanplakbiljetten zijn vermeld. Behaalt hij de huwelijksakte, dan kan hij per jaar nog ƒ 500 meer verdienen, en elk kind brengt hem nog ƒ 40 binnen Heeft de man de hoofdakte behaald, dan gaat hij weer ƒ 300 vooruit, eene taalakte geeft hem van ƒ 50 tot ƒ 250 per jaar. Een hoofd van een kleine school, gehuwd, zonder kinderen, heeft een maximum van ƒ 3200 Door bijakten gaat zijn salaris weer vooruit. De door mij gegeven bedragen moeten met 7% worden verminderd voor eigen-en weduwen-en weezenpensioen. Het zal den ouders die dit mochten lezen, nu wel duidelijk zijn, dat de loonschaal van den Bond niet — laat ik maar zeggen— volledig was.

Dit stuk tracht niet de belangen van de eene of andere kweekschool te dienen. Men begrijpe dit wel. Maar ons Christelijk onderwijs heeft arbeiders noodig. Het jonge geslacht moet Christelijk onderwijs kunnen ontvangen. Het is zónde, aan te sturen op een tekort aan arbeiders in den wijngaard van onzen Heiland. Zelfs al was het werk zenuwsloopend, al was de studie lang en moeilijk, al waren de loonen schandelijk slecht, dan nóg zou ik zeggen : „Ouders, als uw kind Christelijk onderwijzer wil worden, verhindert het niet. Er ligt een zegen in."

„De Nederlander" gaf dezer dagen deze twee lezenswaardige stukskes, die de overweging overwaard zijn. 't Eerste is ;

81/2 uur.

De havenarbeiders kunnen op dit oogenblik wat leeren van hun Duitsche kameraden, de kolendelvers.

Minister Bauer heeft dezer dagen een beroep op hen gedaan om door verlenging van hun arbeidstijd de kolenproductie te verhoogen en daardoor mede te werken aan de richtige uitvoering van het Verdrag van Versailles, dat, hoe drukkend en onmogelijk ook naleving vraagt.Welnu, de mijnwerkers hebben aan dat verzoek gehoor gegeven. Zij verdienen daarvoor den dank van het geheele volk, zeggen de Duitsche bladen terecht.

Inderdaad : arbeid is het eenige dat de zwaar geslagen volken der Centrale landen uit hunnen ondergang redden kan ; arbeid en medewerking van de zijde der overwinnaars. Die daarmede dan vooral zich zelf helpen zullen, omdat de instorting van Duitschland ook de debacle van Europa zou zijn. Dat dit gevoeld wordt, bewijzen de pogingen tot hulpverleening, die thans van Engeland tot Oostenrijk uitgaan. Maar de hoofdzaak is dat men in het eigen land voelt hoe noodzakelijk het is om op te staan uit de verdooving en aan den arbeid te gaan. Daarom is het besluit der Duitsche mijnwerkers zulk een hoopvol teeken. Moge het in wijden kring navolging vinden !

't Tweede is niet minder raak. Lees zelf maar :

Geen woorden, maar daden.

Hoe noodig het is, dat men zich door de bekoring van een leuze niet misleiden laat, blijkt uit het droevig verloop der socialisatiepogingen in Oostenrijk. Het gevaar daarvan is voorbij, schrijft een kenner der Oostenrijksche toestanden in de „N.R. Ct."

„De Oostenrijksche socialisten weten hoe afschrikwekkend het werkt op het buitenlandsche kapitaal en zij weten ook, dat zij zonder dit kapitaal moeten verhongeren. Zij hebben dus plannen, die reeds in Duitschland volgens Marxistische theoretici op het oogenblik onuitvoerbaar zijn, geheel van hun program geschrapt. Renner (de soc.dem minister-president) is nog voorzichtig in zijn schriftelijke mededeeling, omdat hij zijn rechtgeloovigheid niet al te zeer in verdenking mag brengen, maar hij was desniettemin reeds duidelijk genoeg. Friedrich Adler, die niet in de verdenking van slapheid in de leer zal komen, en zich dus minder hoefde te ontzien, is in een openbare rede nog duidelijker geworden. Aan socialiseeren denken de radicale socialisten in Oostenrijk niet meer."

De Oostenrijksche sociaal-democraten  richten dus hun hoop weer op het kapitaal, in plaats van op de socialisatie. Misschien zal men zeggen, dat Oostenrijk in een toestand van ontreddering verkeert, waarbij vergeleken onze economische moeilijkheden, kinderspel zijn. Maar dan bedenke men toch, dat juist socialisatie wordt aanbevolen om ons uit de moeilijkheden te helpen, ja, dat socialisatie het eenige redmiddel is.-Indien dit nu voor ons land met zijn betrekkelijk kleine moeilijkheden opgaat, waarom dan niet in een land waar de moeilijkheden zoo veel grooter zijn en waar men dus van de deugdelijkheid en de onmisbaarheid van dit universeele heilmiddel des te sterker overtuigd moet wezen? Desniettemin kan het daar geen genezing brengen.

Socialisatie is nog steeds een woord. Niets ; meer. Of een ander woord voor socialisme. '

En met woorden geneest men een zieke samenleving niet. Daartoe zijn daden noodig Daden als die van de Duitsche mijnwerkers,

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's