Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus den Rechtvaardige. 1 Joh 2 vers Ib

EEN VOORSPRAAK BIJ DEN VADER.

Uw hart worde niet ontroerd ; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen ; ik ga heen om u plaats te bereiden.

Dit woord van den Heiland stelt Hemelvaart in het rechte licht, een troostend, bemoedigend, gezegend licht. Winste, heilige, heerlijke winste mag op Hemelvaart geboekt voor 's Heeren Kerk.

De aarde-is er niet armer door geworden, want Hij zond Zijnen Geest tot een tegenpand, dien Trooster, die wederbaart, in al de waarheid leidt, ons troost en eeuwig bij ons blijven wil. De aarde werd er niet armer om, en de hemel zooveel rijker, want immers Hij is ons ten goede daar.

Geen woorden zijn in staat om uit te drukken, wat het zeggen wil, dat Gods Kerk ten hoogen Hemelhof een Voorspraak, een Vriend, een Helper, een Heiland heeft als Jezus is.

Zoek u dat eens in te denken.

Daarboven wordt gespannen de Vierschaar der Eeuwigheid; en de boeken liggen, voor Gods aangezicht; en daarin is meer dan genoeg, om u voor eeuwig te verstooten.

Aan verklagers geen gebrek.

Talloos velen hebben beschuldiging in te brengen tegen het volk van God. Zelf is dit volk onmachtig om zijne verdediging op zich te nemen. Is 't nu niet alles, alles waard, dat Hij, die hen zoo uitnemend heeft lief gehad, dat Hij voor hen in den dood is gegaan, hun straf gedragen en hun schuld geboet heeft; dat Hij, die zoo machtigen invloed daarboven doet gelden, dat Hij spreekt: Vader, ik wil dat Zulk Eén nu hun ter goede daar is.

Schrik en beving moeten den mensch aangrijpen bij de gedachte aan die glinsterende wereld van heiligheid daarboven. Merkbaar trok 't heimwee der ziele omhoog, ver, ver van deze aarde, vol bloed en tranen, maar zoo 't oog naar boven werd gericht, dan moest 't aanstonds weer worden neergeslagen, want bij dien verterenden gloed van heiligheid kon geen zondaar wonen.

Ten zeerste misplaatst is daar, waar 't al blinkt en glanst en straalt in den luister der ongerepte heiligheid zulk een zondaar misvormd, door duizend wonden ; uitgebannen, buitengesloten, voor nu en voor eeuwig ; niet anders had hij te wachten.

Maar nu is Christus Jezus verschenen in de gelijkheid des zondigen vleesches ; Hij, van Wien in 't middelpunt van 's hemels heerlijkheid een luister afstraalde, die Cherubs en Serafs verblindde. Hij is neergedaald naar deze lage, vloekdragende aarde, o, als gij bedenkt vanwaar Hij kwam en waarheen Hij ging, dan wordt 't één hellevaart, van kribbe tot kruis ; bedolven onder de golven onzer zonde, gedrukt door den last van Gods toorn.

Hij droeg den last tèn einde toe.

En aan 't eind sprak Hij 't bemoedigende woord. Uw hart worde niet ontroerd, ik ga heen om u plaats te bereiden !

Gij, bannelingen, verstooten uit 't hémelsch vaderland, gij zult eenmaal zijn daarboven, in die sferen van eeuwig, zalig leven, Ik ga u voor. 'k Ben u ten goede daar ; werkzaam aan uw heil.

Ën o, mijn lezer, als wij dan weer mogen opzien naar dien hemel, dan kunnen wij welgetroost en bemoedigd zijn, dan behoeft geen schrik of ontroerende angst ons meer neer te slaan bij de gedachte aan die smettelooze wereld van heiligheid en heerlijkheid. Want immers de Menschenzoon is daar, de Heiland en Losser, in Wien de Vader met Zijn volk verzoend is, die den mond der verklagers dichtsnoert, zoodat de jubel mag opgaan : wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods ! God is het, die rechtvaardig maakt. Wie is het die verdoemt ? Christus is het, die gestorven is, ja wat meer is, die ook opgewekt is, die ook ter rechterhand Gods is ; die ook voor ons bidt.

Uw hart worde niet ontroerd !

't Waren zulke treffelijke dagen, die Jezus'  discipelen na Zijne verrijzenis mochten door  brengen, telkens bezocht door Zijne gunst. 

Welk 'n zalig genot, welk 'n verrassende blijdschap, als zij op eenmaal den geliefden Meester aanschouwen mochten. 

Nu had Hij hen naar den Olijfberg bescheiden. Er moet iets bijzonders geschieden Met een beklemd gemoed zijn ze opgegaan naar de aangeduide plek, maar als Hij weer in hun midden staaf, worden de banden der zorg losgeknoopt en weldra zijn ze verdiept in de teedere onderwijzing Zijner liefde, waardoor Hij hen afbrengt van 't onbescheiden indringen in de wegen des Heeren, en hen oefent in 't geloovig beiden. 

Hoe goed is 't hun, die handen met de teekenen der nagelwonden, zegenend over  hen opgeheven. Maar wie schetst de smartelijke verbazing der elven, als Hij op eenmaal wordt opgenomen voor hun oogen. 0, met uitgestrekte handen zoeken ze Hem vast te houden, te binden, want zij kunnen Hem niet missen, ze kunnen niet buiten Hem. 

Broeders, uw hart worde niet ontroerd ; dat is 't, wat Hij gesproken heeft; 't is u nut, dat Ik heenga ; om u plaats te bereiden. 

Van 's Heeren teedere zorg over zijn jon­geren getuigen die engelen, .die hen komen herinneren aan 's Meesters woorden, en hen zoeken af te manen van 't moedeloos staren in smartelijke verrassing, en veeleer in te gaan tot hun heerlijke roeping, daar immers de tijd voorts kort is, en de nacht komt, waarin niemand werken kan.

Hoe smartelijk zij ook aangedaan mochten zijn, zij moesten bedenken, dat er winste in schuilt voor Gods Kerk, dat Christus den hemel boven de aarde als woonplaats heeft verkoren.

Vergeten mag niet, dat Hemelvaart den Heiland Zelf winste heeft gebracht. Met dit heengaan van de aarde werd de laatste schaduw van Zijn vernedering weggevaagd. Geen banden drukten meer Zijne heerlijkheid, geen nevel vermocht den glans van Zijn luister meer te verdonkeren. De Vader, die Hem in de wereld gezonden had, roept Hem thans terug tot Zijne heerlijkheid, ten bewijze, dat de taak Hem opgelegd, volbracht is ; nu zal Hij de vreugde. Hem voorgesteld, beërven. Nu gaat de profetie in vervulling : Ik heb bij eenen Held voor Israël hulp beschoren. Hem uit het volk verhoogd. Hem heb Ik uitverkoren.

Hemelvaart is de kroning van den Koning der Kerk.

Zal 't wél zijn, dan moet er op Hemelvaart niet alleen vreugde zijn in Jezus, maar ook over Hem, om de eere Hem geworden, en de heerlijkheid Hem bereid.

Maar al moet 'n zelfzuchtig denken enkel. aan eigen winste worden tegengestaan, niettemin mag, ja moet tot rijke zielsvertroosting ook de zalige vrucht van 's Heeren hemelvaart voor de Zijnen bepeinsd.

Want in waarheid, ook bij dit heilswonder staat Hij voor ons als Middelaar, en alles wat Hij als Middelaar in den staat van vernedering en verhooging beide heeft gewrocht, was voor Zijn volk !

Zijn ingaan in de hemelen was 't binnentreden van den Borg, in 't binnenste heiligdom Zijn volk ten goede.

Onze ellende en vernedering — vergeet 't niet — maakte deze verhooging noodig. Zijn ingang in dat paleis der .eeuwige heerlijkheid was in beginsel de uwe, kind des Heeren. De Vader heeft u met Christus gezet in den hemel.

Niet als Henoch of Elia, die in hun hemelvaart alleen voor zichzelf de keur der goddelijke liefde ontvingen, neen, Christus is in Zijn opvaren naar den hemel de eersteling dergenen, die naar 't eeuwig besluit Gods, den hemel zullen beërven.

Waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn. Hij is hun Voorspraak bij den Vader. In Zijn glorie vergeet Hij Zijne Kerk in de diepte niet.

De weelde van het Vaderhuis bant zijne arme discipelen en dienstmaagden niet uit Zijne gedachten.

Het altaar dër Verzoening staat opgericht in 't binnenste heiligdom. Niet dat 't werk der verzoening, op Golgotha verricht, aanvulling zou behoeven. Als de Borg aan het vloekhout uitriep : Het is volbracht, dan is dit goddelijke werkelijkheid.

Door ééne offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt allen, die geheiligd worden.  Van deze zijde bleef er niets te doen over.

Maar dat volbrachte werk der verzoening moet nu omgezet worden in daden van verlossing de eeuwen door.

De overwinning is behaald, de buit is verworven.

't Zoenbloed, dat de schulden delgt, heeft' gevloeid en doet zijn kracht uitgaan in den hemel en op de aarde. Ook in den hemel.

't Is moeilijk ons voor te stellen, hoe dit toepassende werk van den Christus in den hemel, 't land der verborgenheden, toegaat,

De heilige handel, van den hemelschen Hcogepriester gaat onze bevatting te boven, Met nadruk zij gevorderd, dat onze voorstelling de gestelde perken eerbiedige. Wij mogen ons den hemelschen Hoogepriester niet denken als smeekend en worstelend neergebogen voor 't aangezicht des Vaders. 

Ons hart zij gewaarschuwd, dat het niet aardsch gfedenke van de hemelsche Majesteit Gods. 

Desniettemin is 't werk van Christus in den hemel volle realiteit. !

Christus is daar — niet enkel maar bij wijze van spreken — een Voorspraak voor de Zijnen. '

Reeds Zijn enkele tegenwoordigheid déar , heeft beteekenis ; zij bewijst de waarachtigheid van de verzoening des volks. 

Zwijgende reeds getuigt Hij voor Zijn Vader en de engelen : Mijn volk is verzoend,

Maar Hij werkt daér ook Zijn volk ten goede !

Daar is geen twijfel aan ; Hij bidt.

Hij is een Voorspraak bij den Vader ; en welk een ! .

Jezus Christus, de Rechtvaardige. | Hoe moeten wij dat nu verstaan ? '

Het is nog iets anders gerechtvaardigd te zijn, en 't zich Waarlijk bewust te mogen wezen.

' Wanneer Gods kind in zonde valt, dan wordt 't besef zijner rechtvaardigmaking , verduisterd.

Het gevoel van de verzoening, die in Christus is, verzwakt, en als ware er geen verzoening, zoo zit hij troosteloos onder 't ; pak zijner zonde neer.

't Wordt gevoeld : er rijst 'n scheidsmuur, er gaapt een breuke tusschen God en 't harte Die muur moet geslecht, die breuk ge-heeld, opdat er weer vrede zal zijn voor zijn ziele. Dit schuldbesef van Gods kind is geen waan, geen verzinsel.

God toornt over de zonde in heilig misnoegen. Sommigen leerden de weldaad der recht­vaardigmaking zóó opvatten, alsof er daar­na eigenlijk nooit meer om vergeving behoefde gesmeekt te worden. 

Maar 't volmaakte gebed en de ervaring der Kerk leeren 't wel anders. 

Daar is na een val in de zonde, ja, aan den avond van eiken dag een aanklagersgevoel in 't harte: wij hebben God op 't hoogst misdaan ! God toornt over de zonde, en ik ben niet waardig Zijn kind genaamd te worden ; ' o, dan zinkt de geloovige op de knieën, dan : trilt 't berouw in zijn ziel, dan belijdt en erkent hij zijne overtreding en .vraagt om de reinigende kracht van Christus'-bloed. 

En o dan mag 't gebeuren, dat na de gebedsworsteling de bidder mag opstaan en weer mag gelooven : Hij is mijn God. 

Hij mag de zonde bedekt, de schuld gedelgd weten, en zichzelf om Christus' wille rechtvaardig voor God. Deze zielservaring steunt in het Woord van God. 

Daar zien wij Gods heiligen na den val in zonde gekweld door 't gemis van vrede.  neergedrukt door het gevoel van Gods toorn. Hoor David klagen : mijn zonde maakt mij 't voorwerp van Uw toorn.

Dit gevoel van schuld kan zoo diep gaan, dat de psalmist moest uitroepen : Mijn beenderen verouderen door geklag In mijn gebrul en angst den ganschen dag !

Ontspanning komt er dan slechts, als de ziele berouwvol leert vluchten tot God, en ' zich neerleggen op Zijn vergevende liefde. 

Schuldbewust leert zij uitroepen : ik zal belijdenis doen van mijne overtredingen voor den Heere, en de vrucht ? Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde.

Dan ruischt 't door de ziel : Bij U is vergeving. 

Deze zielsbevinding is geen waan. Zij is schrikkelijke èn zalige realiteit, werkelijkheid. 

De Schrift toont ons, dat God toornt over de zonde des volks, Maar dan moet ook de zielservaring der vromen met een werkelijke Godsdaad overeenkomen,  als zij weer smaken mag gunst des Heeren.

Dat nu is de Voorspraak van Jezus Christus, den Rechtvaardige, 

Dit is de heerlijke ontplooiing van Zijn Middelaarswerkzaamheid in den hemel, waar Hij Zijn volk ten goede is. 

Hij bidt voor den gevallen Simon, dat zijn geloof niet zal ophouden ; en zoo kan Satan hem niet vasthouden ; en Hij draagt zorg. dat de Vader den gevallene weer aanneemt in genade. 

Niet, lezer, dat Christus de gezindheid ' des Vaders jegens Zijn volk verandert. 

Ook hier ruischt de sprake van Gods eeuwig Welbehagen. 

En de Voorbidder ook is van God geworden tot Wijsheid, Rechtvaardigheid en tot Heiligmaking.

Nooit verdonkere de gedachte aan den Middelaar de liefde des Vaders voor ons zielsoog,

Maar 't is alleen in Christus, wanneer God den zondaar schenkt de eeuwige weldaad des heils. De gerechtigheid van Christus moet onze schuld bedekken voor God.

Daarvoor is 't noodig, dat Christus in den hemel voor 't aangezicht des Vaders zich stelt, opdat Hij telkens met Zijne gerechtigheidde overtreding des volks bedekke.

Zoo wordt de jubel van Hemelvaart verstaan, en vindt weerklank in ons hart.  Zoo wordt 't ons nut, dat Christus heenging van deze aarde.

O, welk 'n rijkdom, zulk 'n Voorspraak, Goël, Redder in den hemel te mogen hebben.

Maar, zoo lezen wij, indien iemand gezondigd heeft!

Ook hier weer naar den heiligen stelregel: gezonden hebben den medicijnmeester niet van noode, maar die ziek zijn.

Christus is te Zijner tijd voor de goddeloozen gestorven.

Indien iemand gezondigd heeft; anders kan de mensch wel buiten den Heere Jezus,

Indien... , maar is dit geen overtollige onderstelling ? vraagt ge wellicht. Immers, ieder heeft gezondigd.

Zeker, lezer, maar welk een diepgaand verschil tusschen zondaren en zondaren. Hier wordt gedoeld op degenen, die weet en leed hebben van hun zonde ; die zondaar voor God zijn geworden ; en o, als de zonde ons smart, en de schuld neerdrukt, zie, dan wordt het balsem voor de zielewonde, dat wij een Voorspraak in den hemel hebben, Jezus Christus, den Rechtvaardige ; een Voorspraak, dien de Vader altijd hoort I Zij 't zóó bij u I

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's