ZIELEKLANKEN.
ZIELEKLANKEN. Zieleklacht. I
De droeve klacht, Dat ik versmacht Van nameloos verlangen ; Het eeuwig goed, In 't dierbaar bloed Van Christus te ontvangen ;
Klinkt telkens weer, Als keer op keer, Vervuld met duizend zorgen. Ik 't smeekend oog Weer hef omhoog, 'Bij avond of bij morgen.
Dan klinkt mijn stem. Steeds weer tot Hem, Wiens wet ik heb geschonden : „Sla mij toch ga In Uw gena. Vergeef mij mijne zonden.
Betoon mij toch, Dat G' altoos nog Dezelfde zijt gebleven. Wiens troostrijk woord Eens werd gehoord : „Aan zondaars schenk Ik 't leven."
Schenk, ach schenk Gij, Nog eens aan mij. Mijn eenigst, grootst verlangen ; Dat enkel is, In mijn gemis, U, Heere, U t' ontvangen.
Opdat als 'k sterf, Ik niet verwerf, Slechts wroeging, smart en lijden ; Doch in het licht Van Uw gezicht Mij eeuwig mag verblijden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1920
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1920
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's