Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een groot man is uit ons midden heengegaan. Op 8 November, des avonds tegen 6 uur sliep dr. A. Kuyper stil in, terwijl de naaste familie, die aan de stervenssponde stond, zijn heengaan haast bemerkte.

Met het afsterven van den grooten Christen-Staatsman is het tweede gedeelte van de historie van het Antirevolutionaire volk afgesloten.

Op 19 Mei 1876 stierf mr. Groen van Prinsterer en met ihem daalde de stichter der Antirevolutionaire partij ten grave, die in dr. Kuyper den man der jongere generatie als zijn opvolger aanwees.

Wat ons volk in dr. Kuyper thans verliest, is op dit oogenblik nog niet in zijn vollen omvang te zeggen. De geschiedenis zal ons dit eerst dan leeren, wanneer de krachtige figuur van den man, die bijna 'n halve eeuw 't politieke leven in Nederland beheerschte, in zijn volle persoonlijkheid zal zijn uitgebeeld.

Maar dit weten we nu reeds te zeggen, dat in het graf nederdaalt een man, die ons volk liefhad en door een groot gedeelte van dat volk werd geëerd en gewaardeerd.

Het groote werk van dr. Kuyper's leven was, dat hij ons volk inleidde in de heerlijke beginselen, welke in het Calvinisme liggen voor de ontwikkeling van ihet Staatkundige leven.

Van die beginselen wist hij allen, die zich bij hem aansloten te doordringen en krachtens die beginselen, opkomende voor de volle souvereiniteit Gods, overtuigde hij de Antirevolutionairen in den lande steeds in sterkere mate, dat het op elk terrein des levens gaan moet om de eere des Heeren. Ons volk voor de Calvinistische beginselen te winnen, daarin lag de levenstaak van den ontslapen Staatsman.

En tot in zijn levensavond heeft hij als een trouwe herder het ons volk voor oogen gehouden, dat, wil het zijn hooge roeping verstaan, de wacht moet worden betrokken bij het Kruis.

Ook ons blad wil in deze droeve dagen God danken voor hetgeen Hij gaf in hem, die thans heenging. En met weemoed staren we hern na als een onzer groote voormannen, die ons leidde op de paden, waarin de gerechtigheid een volk verhoogt.

Het Regeeringsantwoord.

In de Memorie van Antwoord weerlegt het Kabinet de bezwaren, die door de Kamer tegen zijn beleid zijn ingebracht.

Ongetwijfeld staat het Ministerie sterk, waar het de klachten van verschillende leden afwijst betreffende zijne reactionaire neigingen. Daarvoor was gewezen op de indiening van het wetsontwerp tegen revolutionaire woelingen.

De regeering wijst er op dat bij haar ziekelijke revolutievrees evenver afstaat als zucht tot onnoodige vrijheidsbeperking, maar geen overheid •— zegt ze terecht — die haar plicht verstaat, kan oogluikend toelaten het drijven van elementen wier streven alleen gericht is op stelselmatige ondermijning van elk gezag en die boven openbare orde den chaos stellen. Daartegen — zoo gaat ze voort — te waken, is geen reactie, maar veeleer gezonde democratie.

Ook is het woord van het Kabinet symphatiek, dat gericht is tegen de opmerking : dat de practijk van het Christelijk beginsel in 19 eeuwen niets zou hebben gebracht dan ^01 gn uitbuiting. Het beantwoordt deze klacht met de vraag : waartoe de prac tijk heeft geleid waar dit beginsel niet is doorgedrongen. En dan stelt de regeering naast deze vraag nog een andere en wel deze : Is niet veeleer de toedracht deze, dat het Christelijk beginsel voortdurend gerechtigheid en naastenliefde heeft gepredikt, maar dat de zondige menschelijke natuur niet altijd voor deze prediking ontvankelijk bleek. 

De regeering aanvaardt het beginsel van Gods opperhoogheid in Staat en Recht en van de Overheid als dienaresse Gods, waaraan wordt toegevoegd, dat de persoonsverwisselingen, welke in het Ministerie hebben plaats gevonden, niet de minste wijziging brachten in de beginseltrouw aan het program dat het Kabinet zich bij zijn optreden stelde.

Maar in wat de regeering ter verdediging aanvoert tegen de klacht van antirevolutionaire zijde inzake het optreden van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen met betrekking tot de Zondagswet en het subsidieeren van opvoeringen in den schouwburg staat zij ongemeen zwak.

De opmerking over de eerste grief laat zij onbeantwoord, en ten aanzien van de tweede heet het, dat het aan de orde stellen van de subsidieering van Rijkswege van de dramatische kunst allerminst kan dienen als bewijs dat deze Minister geen prijs zou stellen op eene onafgebroken nauwe samenwerking met alle groepen in de Kamer, die het regeeringsbeleid steunen.

Deze Minister mocht immers er rekening mede ihouden, dat ook de vertegenwoordigers dier groepen in de Rijkscommissie voor de dramatische kunst zich allen mits onder behoorlijke voorwaarden voor die subsidieering hadden verklaard.

Deze verantwoording van het beleid van den Minister lijkt ons geheel onvoldoende en ook niet juist.

Nimmer toch heeft de Antirevolutionaire partij vertegenwoordigers van haar doen plaats nemen in de genoemde commissie. De zaak is zoo, dat de minister enkele leden dier partij heeft uitgenoodigd om in de Rijkscommissie zittfng te nemen. Deze hebben daar gezeten buiten voorkennis van en ook niet gehandeld naar de inzichten der partij.

Bovendien kan de regeering heel goed weten, welk standpunt de Antirevolutionaire partij steeds ten aanzien van het heiligen van den Zondag en ook van 't subsidiëeren van publieke vermakelijkheden heeft ingenomen.

Zoo de zaken voorstellende als de regeering hier doet komt ons ook uit dien hoofde voor niet bevorderlijk voor eene goede verstandhouding tusschen de regeering en de Antirevolutionaire partij.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's