Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prins Willem van Oranje.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prins Willem van Oranje.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Den 26sten Augustus 1558 bevond Koning Filips zich te Vlissingen om er scheep te gaan en voor altijd de Nederlanden te verlaten. Tal van edelen en aanzienlijken vergezelden hem tot aan de haven ; onder hen was oók de Prins van Oranje. Op 't punt om van Oranje afscheid te nemen was de Koning alles behalve vriendelijk jegens hem. Met een van gramschap gloeiend gelaat verweet hij den Prins, dat déze de Staten tegen de besluiten des Konings had opgezet. En toen de Prins verklaarde, dat in de Staten geen mannen zaten, om zich door anderen te laten leiden, maar dat zij uit eigen beweging hadden gehandeld, greep Filips hem heftig bij den arm en voegde bits hem toe : „Neen, niet de Staten, maar gij, g ij, gij!" Terwijl de anderen den Koning tot op het schip vergezelden om hem uitgeleide tedoen, vond de Prins het veiliger niet met die boot mee aan boord te gaan, maar aan wa! ie blijven, daar hij den Koning, die boos was, tot alles in staat achtte.

Een droevige gebeurtenis voor den Prins was de dood zijns vaders (6 October 1559) aandoenlijk is de brief, welken hij aan zijn broeder Lodewijk schreef. „In kan u niet genoeg schrijven, hoezeer de tijding van het overlijden van onzen goeden vader mij getroffen heeft, een vader, aan wien wij zooveel verplicht zijn voor de groote liefde en toegenegenheid, die hij ons immer bewezen heeft. Laat ons zijn voetspoor volgen-en vooral door eensgezindheid en onderlingen bijstand de eer van ons Huis ophouden. verzeker mijne zusters, dat ik altoos haar goede broeder blijven zal en dat zij, een vader verloren hebbende, in mij een anderen zullen wedervinden."

Vier maanden waren verloopen sinds hef vertrek des Konings en de tijd was daar, dat het Spaansche krijgsvolk moest vertrekken. Niets daarvan gebeurde. Dat ging den Prins aan het hart, dat die vreemde troepen hier bleven en de steden overal bezet hielden en dat door onophoudelijke vervolgingen van de Protestanten de kerkers werden gevuld. Ook vele brandstapels werden ontstoken, De Prins klaagde hierover, maar de Landvoogdes zocht naar allerlei voorwendsels om het vertrek van het vreemde krijgsvolk te verschuiven. Zelfs liepen er geruchten, da! de Koning plan had om nog 8000 Spanjaarden en 20.000 Walen hier heen te zenden, om door hen de inquisitie met geweld in te voeren en de vestingen des lands in Spaansche handen te stellen.

Maar de Staten, aangezet door den Prins, weigerden nu om langer de soldij voor de vreemde troepen toe te staan en eischten, dat de Landvoogdes 's Konings belofte gestand zou doen en de Spanjaarden zou doen vertrekken.

In Kardinaal Granvelle wist de Prins zijn grootsten tegenstander te hebben. Dat was 's Konings gunsteling en de eenige man dien Filips vertrouwde.

Daarom kwam op het program van Oranje te staan : allereerst het vertrek van het krijgsvolk, vervolgens Granvelle weg ; en dan vrijheid van godsdienst hier.

In dien zelfden tijd (Augustus 1561) ging de Prins een tweede huwelijk aan en wel met een Protestantsche prinses : Anna, de dochter van den beroemden keurvorst Maulits van Saksen ; een huwelijk, dat hem de vriendschap en het bondgenootschap der voornaamste Protestantsche vorsten kwam verzekeren, maar dat helaas ! later bleek geen gelukkig huwelijk te zijn. Want wel is het in zooverre een gezegende echtvereéniging geweest, dat uit dat huwelijk den Prins vier kinderen werden geboren, o.a. Maurits, de latere stadhouder (geb. 23 Nov. 1567), maar Anna van Saksen was geen vrouw om den Prins te steunen en te helpen in zijn moeilijk leven. Zij gaf zich over aan een lichtzinnig leven, maakte zich schuldig aan dronkenschap en wat daarmee samenhangt en koos partij vóór Alva tegen haar eigen man. Ook ontstond er een vertrouwelijke omgang met een zekeren Johan Rubens. Een en ander leidde er toe, dat Oranje zich in 1571 van haar tiet scheiden, waarna Anna van Saksen naar Dresden ging, waar zij door haar oom, den Keurvorst, streng bewaakt werd, totdat zij in 1577 ongelukkig stierf.

De Prins heeft zijn zoon Maurits en waarschijnlijk ook Anna en Emilia en zijn 22jarige dochter Maria, op den Dillenburg onder de hoede van zijn broeder Jan gesteld.

„Dit ongelukkig huwelijksleven" zegt een .geschiedschrijver, „geeft eene rijke bron om het inwendig leven te leeren kennen van den man, die steeds te grooter voor ons staat, naarmate .wij zijne beginselen dieper onderzoeken. Ja nog meer. Het leert ons hem zoo geheel als mensch kennen, die zelfs in liet grootste leed niet kon verzwakt worden in hetgeen voor hem de roeping des levens geworden was en die veeleer ook door dit lijden tot zijn grootsche taak steeds meei' werd geheiligd."

Anna van Saksen, zeiden wij, was de eenige dochter van den keurvorst Maurits van Saksen. Geboren op den 14den April 1544 was zij op haar elfde jaar reeds geheel ouderloos en werd met toestemming van haar grootvader Filips, landvoogd van Hessen, te Dresden bij haar oom, den keurvorst August van Saksen, opgevoed. Zij betoonde zich een ijdel, hartstochtelijk, lichtvaardig meisje, dat bij veel uitwendige vroomheid werd grootgebracht. Uiteriijk schoon miste zij-

Toen de Prins over zijn huwelijk met Anna van Saksen sprak, kon hij wel voorzien, dat het de goedkeuring van de Landvoogdes niet zou wegdragen. Zij weigerde dan ook, dat eenige Nederiandsche edellieden den Prins zouden vergezellen naar Leipzig. Zij en Kardinaal Granvelle waren belist tegen dat huwelijk met een Protestantsche prinses. De Prins zette evenwel door en toen op zijn bruiloft de, Koning van Denemarken, de Keurvorst van Brandenburg, de Hertog' van Brunswijk en de meeste Duitsche vorsten tegenwoordig waren .(het getal der gasten bedroeg niet minder dan 5500) vreesde Margaretha dat zij toch dom gedaan had het verzoek van den Prins af te slaan en zond alsnog den heer Montigny naar Saksen om den Prins uit haar naam te complimenteeren en aan de Prinses een kostbaar halssieraad van juweelen over te brensen.

Te Brussel teruggekomen vierde Oranje zijn bruiloft andermaal met veel pracht en was daardoor in de gelegenheid den Nedcrlandschen adel aan zijn gullen disch te verzamelen.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1921

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Prins Willem van Oranje.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1921

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's