Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prins Willem van Oranje.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prins Willem van Oranje.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

IX.

De verhouding tusschen den Prins en Kardinaai Granvelle sloeg tot openbare vijandschap over en hoemeer de bloedplakaten werden gehandhaafd, op aanstoken van Koning Philips, hoemee ook onder het volk een anti" Koningsgezinde stemming kwam ; en weldra stonden de volksgezinden, die zich rondom den Prins en zijn adelijke vrienden schaarden, tegenover de Koningsgezinden, die den Kardinaal aanhingen.

De Prins, de Nederlandsche adel, de kooplieden en het volk voelden dat hun rechten en vrijheden door den Kardinaal en de hovelingen werden verkort en vertreden en de adel besloot alles te doen wat mogelijk was om Granvelle wèg te krijgen. Een brief, onder goedkeuring van en gezien door de stadhouders der provinciën en andere Nederlandsche Staatslieden, werd door Oranje, Egmond en Hoorne geteekend en aan den Koning toegezonden (22 Maart 1563) met het verzoek aan de begeerte der Nederlanders toe te geven en Granvelle terug te roepen, Gaarne betuigden zij — zoo schreven ze — goede Katholieken te zijn, met belofte van alles te zullen doen, wat de Koning van hen zou kunnen verwachten.

Drie maanden later ontvingen zij 's Konings antwoord : „Hij twijfelde niet aan hunne getrouwheid en genegenheid tot zijn dienst, waarvan hij tevoren veel blijken gezien had, doch dewijl : hij niet zien kon, dat zij hem wettige redenen aan de hand gaven, waarom hij den Kardinaal zijn afscheid zou geven en niet gewoon was, iemand van zijne Staatsdienaars onverhoord te ontslaan, zoo wenschte hij wel, dat een van hen naar Spanje overkwam, teneinde hem beter mondeling verslag te doen." Bij dezen brief was nog een afzonderlijke voor Egmond, een lieve, minzame brief, waarvan het doel niets minder was dan hem te vleien en hem zoo van het genoemde driemanschap der Nederlandsche edellieden af te trekken. Hierin mislukte evenwel 's Konings list en de Prins met zijn vrienden schreven een tweeden brief, waarin zij kort en duidelijk te kennen gaven, dat de toestand des lands niet gedoogde dat zij, of een van hen, naar Spanje kwamen en dat zij niet langer met den Kardinaal in de Staten wilden zitting nemen. Ook aan de Landvoogdes zonden zij een schrijven, waarin zij meedeelden, niet meer in den Raad van Staten te zullen verschijnen, zoolang de Kardinaal daar ook tegenwoordig zou zijn.

De Landvoogdes zond nu haar secretaris Armenteros naar Spanje om ook zelve den Koning mee te deelen, dat de toestanden in de Nederlanden onhoudbaar waren, waarop de Koning een vermaning zond aan Oranje, Egmond en Hoorne, om hunne plaatsen in den Raad te hernemen, tot hij de grieven tegen den Kardinaal zou onderzocht hebben.

Omdat de negen jaren bijna verstreken waren, gedurende welke den Koning een jaarlijksche som ter betaling der gemaakte onkosten voor de krijgstoerustingen tegen Frankrijk en het verder onderhoud der troepen was toegestaan, moest opnieuw in de geldelijke opbrengsten en belastingen worden voorzien. Daarin nam de Prrns oorzaak om een verzoek te doen tot samenroeping van de Algemeene Staten, waarvan hij wist, dat de meerderheid op zijn hand was. Kwam deze Algemeene Vergadering dus bijeen, dan zou de Kardinaal een verlies lijden; werd deze vergadering door de Landvoogdes niet saamgeroepen, dan zou de Kardinaal méér nog de gehate man bij het volk worden.

De Landvoogdes weigerde hare toestemming te geven, onder voorwendsel, dat, zoo lang de Koning afwezig was, de Algemeene Staten niet konden en mochten vergaderen.

Dan besluiten Oranje, Egmond, Hoorne, Hrederode, Hoogstraten, Bergen en Montigny den Kardinaal het leven onaangenaam te maken hier en hem te dwingen heen te gaan. Men ging er toe over, om, tegenover de weelderige verkwisting van Granvelle, welke ooik uitkwam in de kleurige livrei zijner knechten, zichzelf uiterst eenvoudig te kleeden ; en de bedienden der Nederlandsche edellieden vertoonden zich spoedig overal in grof donkergrijs tenue, de wijde mantel zonder eenig versierselj uitgezonderd aan de mouwen, die voorzien waren met geborduurde zotskappen Spoedig werd er onder het volk over gesproken e"n men zei dat de zotskap de momnikskap en dus den Kardinaalshoed moest verbeelden. Dat gaf aanleiding tot algemeenen spot en diende om den Kardinaal nog meer in minachting te brengen. De Landvoogdes lachte in den beginne met de overigen mee ; doch de Kardinaal droeg zorg, dat de Koning dadelijk van het gebeurde kennis kreeg. En uit Spanje kwam bericht, dat de livrei verdwijnen moest. Nu bemoeide de Landvoogdes zich er ook mee, liet Egmond bij zich komen en gaf hem hare verwondering te kennen, dat een man van zijn stand en jaren zich met zulke dwaasheden inliet. Ook zei hij, dat de Roomsche godsdienst in den persoon van den Kardinaal gehoond was, wat zij niet mocht en niet wilde toelaten.

Egmond verontsohuldigde zich zoo goed als het ging, zeggende dat het niet was geschied om den Kardinaal of iemand anders te honen en de zotskappen verdwenen, om plaats te maken voor een bundel pijlen, als zinnebeeld van eendracht, met 't opschrift : ..Concordia res parvae Crescunt", d.i. door eendracht wordt een kleine zaak groot en sterk.

Ook hieraan ergerde zich Granvelle. Maar Egmond ontkende, dat er, mee bedoeld werd een verbond tegen den Kardinaal. De bundel pijlen wees op de eendracht der edelen tot 's Konings dienst

Het werd voor den Kardinaal onhoudbaar hier en na veel droeve wederwaardigheden, waarvan het bovenstaande maar een enkel bewijs is, vroeg hij tenslotte den Koning hem terug te roepen, nadat een laffe poging om zich zoogenaamd met Oranje te verzoenen, mislukt was.

De Koning gaf tenslotte dit gevraagd ontslag en schreef : „Ik heb gemeend, dat het wellicht zijn nut kan hebben teneinde eenige rust en Verademing te geven aan den haat en de vijandschap, welke deze personen jegens U koesteren, en teneinde te zien wat zij züldoen om de rust in de Nederlanden te herstellen, dat Gij het land eenige dagen verliet om üwe moeder te bezoeken, en zulks met voorkennis van de Hertogin, mijne zuster. Naar den loop dien de zaken zullen nemen kan men maatregelen beramen voor Uw terugkeer, zoo die noodiig mocht zijn, of voor elke andere regeling welke gevorderd mocht worden."

Granvelle talmde nog. Het viel hem moeilijk het hoofd in den schoot te leggen en als een vluchteling heen te gaan.

Maar de Nederlandsche edellieden bleven hem negeeren en bespotten ; weigerden met hem te vergaderen en eindelijk, in het .voorjaar van 1564, mee op aansporing van de Landvoogdes, verliet de hooggeplaatste doch algemeen gehate vreemdeling de stad Brussel, met een talrijk gevolg, prachtige rijtuigen en groote statie.

Het was de tweede overwinning door Oranje behaald. Eerst de Spaansche krijgsknechten weg en nu Granvelle vertrokken.

Een derde zaak stond nu op 't program van den Prins : vrijheid van godsdienst. Dat zou een zware strijd worden. Maar de Prins aanvaardde hem, straks uit geheel andere beginselen nog, dan waaruit hij den strijd tot dusverre gevoerd had.

Het zou een worsteling zijn, die bloed en tranen, die zijn leven kosten zou, maar daar bij sterkte vindend in den Potentaat der Potentaten. «

(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1921

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Prins Willem van Oranje.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1921

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's