Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen kwamen zij te Mara. Exodus 15 : 23a. Toen kwamen zij te Elim. Exodus 15 : 27a.

MARA — ELIM.

Wonderlijk had de God Israels Zijn volk uit Egypteland uitgered. Toen de worgéngel door de landpalen van Egypte trok, om alle eerstgeborenen te dooden, werd ter zelfder tijd Israël bevrijd. Met schatten beladen trokken zij naar het land der vaderen, reeds toegezegd. Reeds was de weg naar der Filistijnen land bestreden, toen het bevel kwam terug te trekken naar de Schelfzee. Een nieuw wonder wilde God openbaren. Een pad werd in de zee gebaand om Israël te verlossen en Farao's heir te vernietigen. Zoo klonk het lied der verlossing aan den oever der Schelfzee tot verheerlijking van God, die wonderen deed.

Dit verloste volk werd naar Mara geleid. Zware beproevingen beschikt God de Heere aan de Zijnen. Neen, tusschen den uittocht uit Egypte en den intocht in 't Beloofde Land ligt een woestijn van beproevingen. Een volk, dat verlost is uit de macht van satan, dat besprengd is met het bloed van den Heere Jezus Christus, vindt Mara's op zijn levenspad. Het goud moet worden gelouterd en het kan uitglanzen in de Heerlijkheid Gods.

Maar waarom, zoo vragen wij onwillekeurig, moest aan Israël een Mara bereid worden ? Kende Israël niet voldoende Zijnen God, die in onnaspeurlijke wijsheid en met machtige kracht Zijn volk had uitgered? Israël moest zichzelf meerder leeren kennen. Juist in den weg der beproevingen wordt de zonde des harten openbaar. Toen over Job de beproevingen vermenigvuldigden, bleek !het, dat zijn hart niet recht was voor zijnen Maker. Het woord „genade" wordt zoo moeilijk geleerd. En nu moet het Israël van den ouden en nieuwen tijd dat woord leeren verstaan. Niet alleen moet Gods wijs verstand en Gods machtige hand, doch bovenal Zijn liefdevol genade-hart gekend worden.

Moeilijke beproeving voor Israël te Mara ! Drie dagen lang hadden zij geen water gevonden op hun weg. Eindelijk ontdekten zij water. Allen snelden toe, doch welk eene teleurstelling. Het water was ondrinkbaar, het was bitter.

Zouden al Gods kinderen geen kennis hebben aan 't «bittere water der beproevingen ? Heeft niet een Jakob bij de overstelpende rampen uitgeroepen : „Alle deze dingen zijn tegen mij !" Wie van Gods kinderen weet niét te spreken van verliezen, die zoo smartelijk zijn ; van teleurstellingen, die zoo diep grieven ; van bange worstelingen tegen machten der zonde en des doods ?

En juist bij de rampen wordt de zonde des harten openbaar. Israël toch murmureerde te Mara, tastte het gezag van Mozes, den knecht des Heeren, aan ; vergreep zich aan de heilige ordinantiën van zijn Verlosser. Hoe bitter zal de taal der lippen geweest zijn van een volk, dat verkeerde gedachten van zijnen God koesterde !

Mara openbaart bitter water aan een dorstig vqlk, maar geeft nog bitterder wateren, opwellende uit de verdorven bron des harten te aanschouwen.

De beproevingen des Heeren toonen de overblijvende macht der zonde in de harten der kinderen Gods. Mara roept uit, dat alle vleesch zijnen weg voor God verderft. Mara spelt ons echter ook de wonderlijke liefde 'Gods. De Heere laat Zijn volk niet omkomen ten dage des kwaads, maar Hij redt,

Treffend leert ons deze geschiedenis, dat God redt op het gebed van Mozes. Niet hel volk bidt tot God, maar Mozes treedt te Mara in. Als ooit 's Heeren genade groot blijkt, is het wel in de redding, die ongevraagd geschonken wordt.

Nu is Mozes zeker een voorbeeld voor alle geestelijke leidslieden, om voor een zondig volk in de bres te staan. Zij er maar meerdere liefde in hunne iharten om in machtige voorbede bij God in te treden !

Doch bovenal zien wij in dezen Mozes een treffend beeld van den Heere Jezus, den machtigen voorbidder der Zijnen. Gelukkig dat Hij leeft om voor de Zijnen te bidden. Hij schrijdt met Zijn liefdevol hart in hun nood in, Hij peilt die behoeften en pleit dan op Zijne machtige verdienste tot zaligheid der Zijnen. Door Zijne machtige voorbede worden de Mara's herschapen in plaatsen van Gods liefelijke gunst.

Een eenvoudig stuk hout, door God Mozes aangewezen, wordt het middel ter redding. God gebruikt altijd eenvoudige middelen om Mara's om te scheppen. Door Mozes' staf werd het Mara bij de Schelfzee herschapen. Door het eenvoudige hout des kruises is het Mara dezer wereld veranderd.

Door een enkel woord der prediking wordt het Mara van zielsellende veranderd en leert de Kerke Gods roemen in Gods rijke vertroosting. God gebruikt steeds eenvoudige middelen, opdat wij niet zouden letten op het instrument, waarmede God verlost, doch alleen op Hem, die volkomen redt.

Wonderlijk was 's Heeren handelwijze te Mara. Het bittere water werd zoet. Handelt God de Heere niet steeds aldus met Zijn volk ? Vele rampen stapelt Hij op voor de Zijnen, het is als het bittere water te Mara.

Doch door het eenvoudige hout des Kruises worden deze bittere wateren zoet. Het Kruis profeteert toch van komende heerlijkheid, na een leven van ramp en tegenspoed. Zoo wij met Christus lijden, wij zullen ook met Hem verheerlijkt worden.

Bitter is het voor Gods kind, zijn eigen „ik" te moeten afsterven. Eigen leven moer worden verloren. Niets van eigen kracht, niets van eigen wijsheid, niets van eigen deugd kan voor God bestaan Het „arm-zondaar" worden Is zoo bitter voor vleesch en bloed. Doch door het kruis van Christus wordt ook dit water zoet. Achter dit sterven, zoo leert ons Christus' kruis, ligt het leven der Goddelijke heerlijkheid.

Indien het tarwegraan niet sterft, het kan geen vrucht dragen.

Bitter kan de dood zijn. Een Mara voor het kind van God, die sterven moet om aldus voor God te verschijnen. Doch door Christus' kruis wordt ook dit water zoet. Immers door dat kruis is de dood een afsterving van alle zonden en een doorgang tot de eeuwige zaligheid.

Onverklaarbaar voor de kinderen dezer wereld ! Voor hen blijft Mara hetzelfde. Een ramp, eene teleurstelling, een weg van lijden, kan nooit geen zegen zijn. De discipelen van den Heere Jezus vonden echter de geeseling van den Hoogen Raad een zegen. Het was hun een eere om Christus' wil smaadheid te dragen. Door Christus' kruis geen Mara's, maar kastijdingen van een liefhebbend Vader..

Toen kwamen zij te Elim.

Even voorbij Mara ligt Elim. Vlak bij de plaats der beproeving Gods ligt de plaats van Gods verkwikking. Toen Maria Magdalena weende over haren gestolen Heiland, was de ure der geestelijke verkwikking reeds nabij. Des avonds vernacht het geween, maar des morgens is het gejuich. Dat Gods kinderen in de uren der beproeving het verstaan mogen, dat de Elims reeds nabij zijn !

Elim had de machtige Schepper ingericht ten dienste van Zijn beproefd volk. Immers moeten alle dingen medewerken ten goede, dengenen, die God lief hebben. De profetie van den Heere Jezus Christus : „De zachtmoedigen zullen het aardrijk beërven", zal gewis vervuld worden.

Elim.. De plaats, waar twaalf waterfonteinen met opwellend water den dorst der kinderen Israels konden wegnemen.

Een beeld van de verkwikkingen Gods, bereid voor een volk, dat naar den Heere leert dorsten.

Elim. De plaats, waar zeventig palmbomen schaduw verleenden tegen de felle zonnehitte in de groote woestijn.

Een beeld van de zalige beschaduwing Gods, bereid in den Heere Jezus Christus.

Elim. Daar legerden zich de kinderen Israels. Daar strekten zij de vermoeide lichamen uit om te genieten van hetgeen God in de barre woestijn geschapen had.

Gelukkig volk, dat iets van die legering kent ! Zalig Elim der binnenkamer, waar Gods nabijheid gesmaakt wordt I

Zalig Elim der prediking, als wij als een Maria het Woord Gods tot verkwikking onzer ziel mogen opvangen !

Zalig Elim, als bij gebroken brood en vergoten wijn de innige gemeenschap Gods gesmaakt wordt.

Voor een verlost volk worden Mara's en Elims bereid.

De Elims zijn juist zoo zalig na de voorafgegane Mara's. Door de beproevingen des levens worden de oasen in de woestijn zoo dierbaar. Zeker, er zijn oogenblikken, dat Gods kinderen het met Jakob uitroepen : „Alle deze dingen zijn tegen mij." Doch daar tegenover leert Gods Geest door het geloof jubelen : „Wij weten, dat alle dingen moeten medewerken ten goede."

Afwisselend is het leven voor den reiziger naar Kanaan.

Eenmaal zal Mara of Elim ten volle gekend worden.

Voor degenen die verloren gaan, zal een eeuwig Mara aanbreken. Voor Gods volk zal het Elim des hemels bereid zijn.

Gelukkig de mensch, die daar eenmaal legeren zal !

 

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's