Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Babylon.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Babylon.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ninevé werd in 606 voor Christus door een koning van Medië (een land ten Oosten van Assyrië) en door een stadhouder van Babylonie ingenomen en verwoest. Babylonie werd nu zelfstandig en Babyion weldra de heerschende stad in de streken tusschen Tigris en Eufraat.

Dit'was niet voor 't eerst dat Babyion als beteekenende stad op het tooneel der volkéren verscheen. Want Babyion is een zeer oude stad.. Zij bestond reeds ten tijde van Sargon vah' Akkad (niet te verwarren met den Assyrischen koning Sargon !) die omstreeks 2775 voor Chr. leefde, maar eerst onder Hammurapl (+ 1950 voor Christus) wordt 'Babyion tot hoofdstad verheven en haar god Marduk (of Merodach) tot oppersten god. Dit was een bloeitijdj^oor Babyion, wat ook wel blijkt uit Ie wetten van Hammurapi in 1902 gevonden en nu bewaard in het Louvre te Parijs. Deze wet is geschreven op een 2V4 M. hoog dorietbiok, bevattende niet minder dan 44 kolommen, elk van ongeveer 100 regels.

In de eeuwen volgend op de regeering van Hammurapi" en de koningen van zijn dynastie heeft Babyion de oude beteekenis steeds willen handhaven. Maar de spanning tusschen Assyrië, met Ninevé als hoofdstad, en Babylonie, met Babyion of Babel als hoofdstad, bleef en werd grooter, totdat Babyion in 689 vóór Christus door koning Sanherib geheel werd verwoest. Spoedig werd het herbouwd en een tweede bloeitijd beleeft Babyion onder Nebukadnezar (of Nebukadrezar) 604—562 voor Christus, zoon en opvolger van Nabopolassar, den stichter van 't nieuw-Babylonische rijk.

Ging Assyrië met Ninevé te gronde, dit was de opkomst van Babylonie en Babel. Want wel kwam Farao Necho na den val van het Assyrische wereldrijk Syrië en Palestiila opeischen voor Egypte met geweld van wapenen (605) maar Nebukadnezar, te^en nog kroonprins, versloeg hem en liet ook Jeruzalem bezetten (2 Kron. 36 vers 6 enz.). Plotseling stierf de koning en Nebukadnezar volgde zijn vader op en regeerde 43 jaren. 49 verschillende inscripties zijn uit den tijd van zijn regeering bewaard gebleven en lichten ons voldoende in over de tempels, de paleizen, de muren, enz., die hij in zijn hoofdstad en residentie Babyion deed oprichten. De opgravingen aldaar hebben de overblijfselen van deze ? rootsche bouwwerken aan den dag gebracht.

Wij lezen hieromtrent ergens het volgende : „Het land is alluviale grond ; buitengewoon vruchtbaar, maar jaarlijks geteisterd door overstroomingen. Kuituur was pas mogelijk, toen menschelijke kracht en kunst den' waterstand door kanalen en dijken regelde en de dorpen en steden bouwde op kunstmatige heuvels. De maatschappelijke toestanden, die wij door oude inscripties, van 3000, jaar voor Christus dateerend, leeren kennen, wijzen er op, dat toen reeds lange voorbc'reiding van ontwikkeling is voorafgegaan, gelijk ook het schrift uit die dagen er op wijst, dat de schrijfkunst reeds lang te voren werd 'beoefend. Het peil' der beschaving, reeds omstreeks 2500 bereikt, staat in menig opzicht hooger, dan dat der latere eeuwen en heeft slechts in Egypte''zijh - weerga. Herodotus en Plinius spreken van den korenriikdom ; Strabo roemt de palmenwouden."

„Onder Hammurapi, de zesde koning van het rijk van Babel hebben het toppunt der oude beschaving, maar in 1280 wordt iBabylonië veroverd door de Assyriërs en in staatkundig opzicht is Babylonie toen niet meer zelfstandig geweest tot het eind der 7de eeuw. Toen maakte zich, in 625, Nabopolassar onafhankelijk, veroverde in 606 Ninevé en liet het nieuw-Babylonisch rijk achter aan zijn zoon Nebukadnezar (of Nebukadrezar, zooals de naam ook wel geschreven wordt). Dan krijgen we een renaissance; stijl en bouwtrant van het Hammurapi-tijdperk worden nagebootst In 539 heeft Cyrus of Kores Babyion veroverd en verdringt geleidelijk de Perzische beschaving de Babylonische. Babyion verliest haar beteekenis hoe langer hoe meer en het plan van Alexander den Groote, haar weer tot het middelpunt der beschaafde wereld te maken, wordt door zijn vroegen dood verijdeld." '

Nebukadnezar is een der bekendste koningen van Babel of Babylon. Hij begreep evenals de andere koningen, dat vooral van goede waterwerken, kanalen en vijvers de vruchtbaarheid van het land afhing. Want evenals Egypte is Babyloüië arm aan regen. Daarom liet Nebukadnezar méér nog dan zijn' voorgangers ruime waterbekkens èraven, waarin het water zich tijdens dé 'overstroomingen verzamelde en waaruit in den zomer het dorstende land weM gedrenkt. Het grootste dier bassins werd gevonden bij de beroemde stad Sippar, waarvan ook de inscripties spreken. 'Het was 420 stadiën, dat is ongeveer 14 uur gaans, in omvang en 11 'M. diep. Ook verbond Nebukadnezar de beide groote rivieren door een „Koningskanaal" dat voor de scheepvaart, maar vooral ook voor besproeiing diende. Het bestond nog iri de 7de eeuw na Chr., maar de Turken hebben het toen geheel laten vervallen. Een ander groot en diep kanaal liep van Hit aan den Eufraat tot aan de Perzische Golf en was meer dan 100 uur lang.

De residentie in 'Nebukadnezars dagen ook zeer verfraaid. Zoo liet hij boven den tempel van Bel, den zonnegod, die de eerste onder de goden der Babyloniërs was, een toren bouwen van 600 voet hoog en boven in den toren was vóór den god een prachtige legerstede gespreid! Van zulk een geweldigen omvang was dit bouwgewrocht, dat Alexander de Groote, die het plan had opgevat den in puin liggenden toren te herbouwen, van zijn voornemen afzag, toen het bleek, dat 10.000 'man, na twee maanden werkens nog maar weinig gevorderd waren met het opruimen van het puin. Een prachtige brug verbond de oevers van den Eufraat. Aan elke zijde van de brug stond öen koningsburcht. Bij een dier buTchtën liet Nebukadnezar de zoogenaamde haflgende tuinen" maken. Dat waren steeneft terrassen, vier verdiepingen vormende^, - die op pilaren rustten. Er was daarop^" Zooveel aarde aangebracht, dat de zwaarste boomen er in konden wortelen. Deze terrassen, van sierlijke gewassen voorzien, werden op kunstmatige wijze met water uit den Eufraat besproeid.

Door al deze bouwwerken werd Babyion de wonderstad, die volgens Herodotus alle andere steden in pracht engrootte' overtrof. Vol trots sprak dan ook de koning, op de tinne van zijn paleis staande: Is dit niet het groote Babel, dat ik gebouwd heb tot een huis des koninkrijks, door de sterkte mijner macht en ter eere mijner heerlijkheid? " (Dan. 4 : 30).

'Een reuzenstad was Babyion. De stadsmuur die 200 voet hoog was en zóó dik. dat drie wagens naast elkaar konden rijden, droeg 250 torens, 100 voet hoog, dus 300 voet hoog in de lucht de spitsen borend. Ook in de stad, langs de beide oevers der rivier, waren op kunstige wijze muren en versterkingen gemaakt. Tweehonderd koperen poorten, met posten en drempels vani-; hetzelfde metaal, openden den toegang tot de stad en de rivier, zoodat Babyion schier een onneembare veste was en het alle eigenschappen had metrhare goddeloosheid en met haar haat tfegen Israël, om het centrum en het symbool van de anti-goddelijke wereldmacht te - -zijn. Daarop doelen dan ook woorden als welke we.lezen bij Jesaja: „Alzoo zal Babel, het sieraad der koninkrijken, dé heerlijkheid, de hoovaardigheid der Chaldeën zijn gelijk als God Sodom en Oomorra omgekeerd heeft: daar zal geen woonplaats zijn in eeuwigheid en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht; en de Arabier zal daar geen tent spannen en de herders zullen daar niet legeren; maar daar zullen nederliggen de wilde dieren der woestijnen; en hunne huizen zullen vervuld worden met schrikkelijke gedierten en daar zullen de jonge struisen wonen en de duivelen zullen daar huppelen en wilde dieren der eilanden zullen in zijne verlatene plaatsen elkander toeroepen, mitsgaders de draken in de wellustige paleizen: haar tijd toch is nabij om te komen en hare dagen zullen niet uitgesteld .worden" (Jes. 13 vs. 19—22).

Het einde.naderde voor al die grootheid, waar men God Almachtig hoonde, hoewel Zijne wonderlijke daden voor hen niet verborgen bleven, wat Daniels geschiedenis bewijst. ''• 'fei#^

Na een roemrijke regeering van, '44 jaren stierf-Nebukadnezar in zijn pr.acht vol paleis, dat een stad afzonderlijk scheen, zóó groot en zóó 'grootscli was alles daar ingericht! '']

De Heilige Schrift vermeldt ons in het boek Daniël hoe den koning'Belsazar (welke naam beteekent : Éel, , bescherm den koning!) den trotschen, zoon van den zwakken vader, dé naderende ondergang des rijks werd voorspeld. Toen hij op een avond met zijn vrienden uit de vaten zwelgde, den tempel des Heeren te Jeruzalem ontroofd, zag hij de vingeren van een menschenhand geheimzinnige teekenen op den wand der zaal schrijven. De koning ontstelde zeer eu liet zijne waarzeggers komen om den zin der woorden uit te leggen. Doch niemand kon de beteekenis ervan begrijpen. Toen zeide de koningin tot haar gemaal: „Laat Daniël, een der weggevoerden uit Juda roepen, hij is een wijs man." Daniël werd voor den koning gebracht en de koning zeide tot hem: „Indien gij dit schrift kunt lezen, zult gij met purper bekleed worden, een gouden keten om uw hals dragen en gij zult de derde man in het koninkrijk zijn." Daniël antwoordde: „Houd uwe gaven voor uzelven, o koning, doch ik zal het schrift uitleggen! Er staat geschreven: „Mené, Mené, Tekèl, Upharsin. Mene : God heeft uw koninkrijk frgteld en Hij heeft het voleind. Tekel: Gij zijt in weegschalen gewogen-en Gij zijt te licht bevonden. Upharsin: Uw koninkrijk is verdeeld en het is den Meden en Perzen gegeven."

Dat is letterlijk vervuld. Want in denzelfden nacht werd Belsazar, der Chaldeën koning gedood en in 538 vóór Chr. nam Cyrus, koning der Perzen, Baby-Ion in en werd Babylonie een deel der groote Perzische monarchie. Het kon zich daarin slecht schikken en herhaalde malen rebelleerde het, doch met geen goede uitkomst en telkens werd het zwaar gestraft. Langzamerhand geraakte het in verval en zijne prachtige gebouwen vielen in puin. Het bewateringsstelsel werd verwaarloosd; het heerlijke land van vroeger is nu een woestijn; mijlen ver in het rond aanschouwt het oog niets dan ruïnen en tusschen de schitterende paleizen van weleer huist thans het wild gedierte.

Des Heeren woorden zijn 'gewis; ook de oordeelen over Babyion bewijzen het.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Babylon.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's