Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bazuin , aan uwen mond; (Hij komt) als een arend tegen het huis des Heeren ; omdat zij Mijn verbond hebben overtreden en tegen Mijne wet afvallig zijn geworden. Hosea 8 vers 1.

Oorlog.
Het was het jaar 1914. Het klokgebom van oord tot oord riep onze mannen en broeders te wapen. Wie denkt niet met ontzetting terug aan dat plotseling klokgelui. Allen schrikten op. Heel ons land in rep en roer. En geen wonder. Het was oorlog. Oorlog !
Dat was „het zieldoorvlijmend woord" dat van oord tot oord door het klokgebom werd voortgeplant.
Doch die oorlog is voorbij. Er kwam vrede. En toch geen vrede. De vrede die er is, is niets dan schijn. En behalve dat, heel de wereld, heel het leven is ontluisterd en ontredderd. De wijskoppen komen saam, de mannen van talent en machtigen invloed spannen alle krachten in.
Maar, o wonder, niemand vermag het leven weer zijn gewonen gang te doen gaan. De onweerswolken pakken zich steeds meer opeen.
Hoe dat komt ? Omdat de klokken weer luiden.
Er klinkt een klokgebom door de wereld. Overal dreunt het oordeel. Er is oorlog. En nu niet alleen van menschen tegen menschen.
Neen erger. God voert oorlog tegen den mensch.
En de Heere laat de klokken luiden. Luister maar : „De bazuin aan uwen mond ; (Hij komt) als een arend tegen het huis des Heeren."
Evenals het klokgebom in 1914 ons sprak van oorlog, zoo ook hier de bazuin. De bazuin is krijgstrompet.Er moet alarm geblazen. De profeet is heraut. Hij is de boodschapper in den Naam zijns Gods. Hij moet den oorlog aankondigen. De vijand komt, Assyrië. Doch Assyrië is alleen middel, het zwaard, waarmede de Heere komt slaan. De vijand is God zelf. Hij beveelt de bazuin te blazen. Want de Heere heeft een twist, een oorlog met Israël. Hij zelf strijdt tegen het rijk der tien stammen. En dat moet nu aangekondigd. Met de bazuin. Schrille stooten weerklinken om den slaperigste wakker te schudden. Want allen slapen. Daarom moet Hosea de bazuin aan den mond zetten. Dat is thans zijn profetische roeping.
Dat is de roeping van Gods profeten in onzen tijd. De roeping van al Gods dienstknechten en al Gods kinderen. "Och, dat al het volk des Heeren profeten waren !" Want wij leven in een tijd, dat het oordeel moet aangekondigd en voor wie het hooren wil overluid dreunt in het wereldgebeuren onzer dagen. Het moet uitgeroepen : oorlog, oorlog! 't Klokgebom moet van oord tot oord weerklinken. De vijand komt, en die vijand is God zelf. De Heere heeft een twist met deze wereld. Immers ondanks alle pogen kon met het ontredderde leven niet meer op gang krijgen. De natiën, door zelfzucht verblind, zijn bezig zichzelf te vernietigen. Dat is het oordeel Gods. God voert oorlog. Daarom de bazuin aan den mond. En dat inzonderheid nu, nu Nederland ten festijn geroepen wordt. Nu ons volk zich allerwegen opmaakt om zich over te geven aan brooddronkenheid en wellust.
Zeker, er is reden tot innigen en ootmoedigen dank. Want God liet ons onze dierbare Oranjetelg. Maar de dank, die ons volk gaat uiten moet gepaard gaan met of is niets dan ondank jegens God. Daarop wijzen met allen nadruk de toebereidselen. En daarin dreunt opnieuw het klokgebom des oordeels. De tijden roepen er toe om a11een ons te buigen in Gods huis ; om daar voor Gods aangezicht onze innige liefde voor dat dierbaar Oranjehuis uit te spreken ; om daar voor die beminde Telg den Goddelijken zegen af te smeeken. Haar op te dragen en voor Haar te vragen bewaring temidden van het onweer, dat zich ontlast boven de volkeren.
De Heere kondigt den oorlog aan. Op het gebied der geesten wint de invloed der helsche machten. Op zedelijk gebied wordt alles ontwricht. Politiek en maatschappelijk een afglijden naar de wereld. Allerwegen openbaart zich een ongekende wereldschgezindheid. Dat is de twist, dien God heeft met het volk van Nederland. God laat ons volk meer en meer los. En zoo Hij het niet verhoedt worden we straks meegesleurd naar den afgrond der vernieling.
God voert oorlog met ons : Daarom : „de bazuin aan den mond."
Zoo voert God ook oorlog tegen onze Kerk. Nooit is er vrede geweest tusschen den Heere en onze Synodale organisatie. En nooit komt de vrede, zoo lang men die organisatie nog sparen wil. En nog steeds zien velen onder ons het niet in, dat deze organisatie niet is de Kerk, maar de kerker, die de Kerk der belijdenis reeds ruim honderd jaren omknelt. Wij missen de vrijheid en wij trekken niet eendrachtig genoeg op voor die vrijheid. Daarom : „de bazuin aan den mond." Met schrille stooten geblazen ! Want velen slapen nog, en dat, terwijl het klokgebom van het oordeel Gods weerklinkt.
En heeft de Heere ook niet een twist met zijn geestelijk Israël, met de levende Kerk ? Gods ware volk is dor en doodsch in onze dagen. Dat is de klacht, die allerwegen beluisterd wordt. Er is geen vordering in het genadeleven. Men teert op het oude en leeft op zijn gestalten. Er is geen ontdekking, die den mensch schuldenaar maakt en doet uitroepen : „mijn ziele doorziet gij uw lot, Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God ? " 'Men blijft staan in de beginse1en van het genadeleven. „De kinderen zijn gekomen tot.aan de geboorte, maar er is geen kracht om te baren."
Voert God geen oorlog met Zijn volk ? Moet ook hier niet uitgeroepen : „De bazuin aan den mond !"
En met u, onbekeerde, heeft de Heere zeker een twist. Hij kondigt u den oorlog aan. Hij laat de bazuin tegen u blazen. Het klokgebom van Gods toorn weerklinkt. Zult gij hooren of zult gij b1ijven slapen ? Verlustig u niet in het klokgelui der wereldsche festijnen.
O gij, die des Heeren doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden zijn.
„Het klokgebom van oord tot oord" moet alom in ons land gehoord.
„Hij komt als eén arend tegen het huis des Heeren, "
Een arend vliegt op naar de hoogte, om dan pijlsnel neer te schieten op zijn prooi. Het beeld van den arend wijst hier dan ook allereerst op snelheid.
Maar vervolgens ook op zijn ontzettende krachten roofzucht.
Hierin teekent de Heere het karakter van den oorlog. Snèl zal de Heere komen tot het rijk der tien stammen. In één oogenblik. Onverwacht.
En met groote. kracht, evenals de arend. Wie zal dien God kunnen wederstaan ?
Hij komt en wel met roofzucht, met 't vaste voornemen om te vernielen evenals de arend. O, zeker, het zullen de Assyriërs zijn, maar de diepste oorzaak is God zélf. Hij zal toelaten dat zij komen als een arend. Dat karakter draagt nu ook de oorlog, dien God de wereld onzer dagen aandoet. En niet alleen de wereld, maar ook ons volk, onze maatschappij, onze Kerk. Zonder bekeering zullen we de arendskracht van het oordeel gevoelen. Zonder bekeering zal het oordeel 't karakter van roofgierigheid dragen. God brenge ons volk nog tot bekeering. Hij beware onze Koningin voor een volk, dat bezig is met zijn festijnen God tot toorn te verwekken. Men luistere nog naar de bazuin, die weerklinkt. Vreeselijk zal het zijn voor hem, die niet hoort. De arend is zich gewis van zijn prooi. Er is geen ontkomen als ge u niet bekeert. Geen ontkomen aan Gods macht, noch aan Zijn toorn.
Gelukkig het volk in welks ziel de bazuin weerklank vond. Dat volk', 'dat ontdekt werd aan de vijandschap in eigen ziel en oog kreeg voor de snelheid van het oordeel, de macht en toorn Gods. Zij leerden de wapens neerwerpen. En zij werden weer gemaakt tot profeten om nu uit te roepen : „De Heer zal opstaan tot den strijd; Hij zal zijn haters wijd en zijd. Verjaagd, verstrooid doen zuchten."
De Heere zal komen als een arend en dat tegen „het huis des Heeren."
Hiermede is niet de tempel bedoeld. Uit vers 2 blijkt dat met „het huis des Heeren" de tien stammen van Israël zijn bedoeld. De Heere noemt ze zóó, omdat ook de tien stammen deel uitmaken van de Oud-Testamentische Kerk. Vervolgens omdat Israël er zich op beroemt Gods volk te zijn en ten derde omdat zij er prat op gaan God te kennen (vers 2 : Wij Israël, kennen U). Maar dit alles wendt het oordeel niet af. Tevergeefs beroepen zij zich op Gods Naam : „op de verkiezing van het volk als verbondsvolk ; op hun kennis van God. En zoo zal de Heere ook van ons het oordeel niet afwenden al kon ook van ons worden gezegd dat wij als gedoopten of als Christennatie „het huis des Heeren" zijn. Die Christen naam baat niet. Het oordeel wordt niet afgewend al zetten we. voor elke onderneming of stichting het woord „Christelijk." Ook het woord „Christelijk" is veelal niet anders dan een vlag. Wij zien in onze dagen een Christendom, dat vreemd is aan en zelfs vijandig gekant is tegen den Christus. Maar evenmin zal u baten uwe rechtzinnige belijdenis. Al zoudt ge kunnen zeggen : „Hebben wij niet in Uwen Naam geprofeteerd." Of met Israël: „Wij, Israël, kennen U, "
Het oordeel zal alleen te ontgaan zijn voor dien Christen, die in het grondeloos diep dreigde weg te zinken, maar Christus vond als Goël en Verlosser.
En wat is nu de oorzaak van dien oorlog ? „Omdat zij Mijn verbond hebben overtreden en tegen Mijne wet afvallig zijn geworden."
Met verbond en wet is hetzelfde bedoeld. Het woord „wet" wordt er aan toegevoegd om aan te tooien dat het m verbond door de wet wordt bezegeld en bekrachtigd. Het verbond was feitelijk vervat in de wet. En nu is de oorzaak van dien oorlog het verbreken van dat verbond. Israels trouweloosheid dus. Duidelijk en dubbel wordt de oorzaak hier aangewezen ; terwijl dit in vers 4 nog nader wordt uitgewerkt. Koningen en vorsten hebben zij aangesteld, zonder met God rekening te houden. Goud en zilver zijn hunne afgoden. Dat kon de Heere nu niet langer gedoogen, en daarom moet het oordeel Israël aangekondigd en het klokgebom weerklinken. Dat zijn nu ook de oorzaken waarom God in onze dagen oorlog voert met onze wereld, ons volk, onze Kerk, onze personen. Onze Westersche beschaving, gebaseerd op het Christendom, zakt ineen, omdat het Christendom niet meer het Christendom is. Daarom zien we in de verwordkig onzer dagen het oordeel. Ons volk geeft steeds meer blijk van luchthartigheid en wereldschgezindheid, gegeven al die toebereidselen voor festijnen. Gods verbond is overtreden en men is tegen Zijne wet afvallig geworden. Neerlands volk is niet meer het volk uit de roemruchte dagen van het Calvinisme, maar het is ontrouw geworden met het tienstammenrijk.
Verbondsbrekers, ontrouwen !
Inzonderheid geldt dat ieder persoonlijk in ons aller stamvader Adam. De mensch heeft zichzelf koning gemaakt, maar op dat zelfde oogenblik zich juist onttroond. Goud en zilver zijn zijne afgoden, die de wereld thans in beroering houden. Daarom heeft God een oorlog met ieder mensch. En de oorlog, dien God onze Kerk aandoet, vindt ook weer zijn oorzaak in ontrouw, in onttroning van Christus, in 't goud en zilver, dat op meer dan ééne wijze haar boeit en knelt. Daarom zal het oordeel Gods doorzetten tenzij er bekeering komt. Kome er schuld belijdenis, verootmoediging, smeeking en geween. Zij er een bukken voor den hoogen God, een vallen en buigen onder Zijn recht. Dan alleen zal er vrede zijn voor de wereld van onzen tijd, voor ons volk, in de maatschappij, in de Kerk, in 't hart. Wee dien mensch, die vreemd is voor eigen hart aan deze dingen. Maar wie ze kent heeft een roeping, inzonderheid nu. De roeping om profeet te zijn, om te getuigen tegen alles wat van God afvalt. Dan de bazuin aan den mond.
Het klokgebom van oord tot oord, worde alom in ons land gehoord.

Gr.-A.

V. SCH.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's