Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eenige lezers uit Hilversum vragen ons inlichtingen omtrent stellingen die zij in hun omgeving hoorden verkondigen, als zou de Kinderdoop geen waarde hebben en in den Bijbel niet gevonden worden en als zou niet de Doop door besprenging, maar alleen die door onderdompeling van beteekenis zijn.
Het spreekt wel vanzelf dat wij in het kort bestek van een antwoord op een dergelijke vraag de rijke beteekenis van den Doop en dus ook van den Kinderdoop niet kunnen uiteenzetten. Wij volstaan dus alleen met het maken van enkele opmerkingen.
En dan dient allereerst opgemerkt te worden dat wij, van welke zaak ook, nooit moeten vragen of het met zoovele woorden ergens letterlijk in den Bijbel staat. Daar zijn zoovele dingen, die ook de bestrijders van den Kinderdoop doen en die wij allen doen ook in ons dagelijksch leven, waarvan we, als ons gevraagd werd : waar staat dat nu letterlijk in den Bijbel ? zouden moeten zeggen, dat het nergens staat. Een ander geval is of de gronden van wat we doen en laten ook in den Bijbel staan, of de beginselen waaruit een of ander kan afgeleid worden ook in de Heilige Schrift te vinden zijn. Wat dat betreft moeten we al wat we doen of laten op grond van Gods Woord verdedigen kunnen.
En dan komt het ons voor dat in de eerste plaats voor den Kinderdoop wel terdege gronden in de Heilige Schrift te vinden zijn. Neen — de bestrijders van den Kinderdoop hebben gelijk — er staat nergens in de Schrift : gij zult ook kinderen, kleine kinderen doopen. Maar de grond waarop de Kinderdoop rust, is wel terdege een Schriftuurlijke gedachte. Die grond is het verbond der genade dat God in Christus met Zijn Kerk, met Zijn volk gesloten heeft. De Doop is voor ons een ordening van God om aan ons en aan onze kinderen Zijn verbond te verzegelen. En dat verbond heeft de Heere opgericht met Abraham en met zijn zaad. Lees slechts wat de Heere in Gen. 17 : 7 heeft gezegd : Ik zal Mijn verbond oprichten tusschen Mij en tusschen u en tusschen uw zaad na u in hunne geslachten tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uwen zade na u. Vandaar dat ook Petrus volgens Hand. 2 vers 39 het aan de verzamelde menigte, aan wien hij op den Pinksterdag het evangelie van Christus verkondigde, kan toeroepen: Want u komt de belofte toe en aan uwe kinderen en aan allen die daar verre zijn, zoovelen als er de Heere onze God toe roepen zal. In die beide teksten vinden we duidelijk dat, ook al is genade geen erfgoed, dat de Heere de lijn der genade toch in de geslachten voortplant en dat het nog altoos waar is wat we met het bekende vers van den 105den Psalm gedurig weer zingen : „'t Verbond met Abraham Zijn vrind, Bevestigt Hij van kind tot kind."
Nu weten we dat de Heere in de dagen der Oude bedeeling als teeken en zegel van dat verbond de besnijdenis had ingesteld. Lees daarover maar wat in Genesis 17 vers 11 en vervolgens geschreven staat: „En gij zult het vleesch uwer voorhuid besnijden, en dat zal u tot een teeken zijn van het verbond tusschen Mij en tusschen u ; Een zoontje dan van acht dagen zal u besneden worden." Die besnijdenis was bloedig, evenals ook het andere Sacrament van het Oude Testament, het Pascha, nooit bediend kon worden zonder bloed. Dat bloed was natuurlijk een zinnebeeldige heenwijzing naar het bloed der verzoening, dat eenmaal voor de zonden van Gods gemeente zou worden gestort. Nu hangt het met heel de typische en ceremoniëele beteekenis van het Oude Verbond samen, dat die bloedstorting slechts behoefde te geschieden tot straks het bloed van Christus Zelf zou hebben gestroomd. Vandaar ook dat de Heiland, toen het aan die bloedstorting toe was, inplaats van het Pascha het Heilig Avondmaal heeft ingesteld. Maar evenals in het tweede sacrament, zoo kon, nu het bloed der verzoening zelf gestort was. ook in het eerste sacrament, de zinnebeeldige handeling zonder bloedstorting geschieden. Vandaar dat Christus na Zijne opstanding Zijn discipelen bevel gaf om niet alléén alle volken te onderwijzen, maar hen ook te doopen in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Qeestes, leerende hen onderhouden alles wat Hij hun geboden had. (Matth. 28 vers 19). Nu is het wel opmerkelijk, dat Christus bevel gaf om de volkeren te onderwijzen en te doopen. Tot een volk nu behooren allerlei soorten van menschen, rijken en armen, vrijen en dienstbaren, grooten en kleinen, volwassenen en kinderen. Evenals de Heere in het Oude Testament dus Zijn verbond had opgericht niet met de particuliere personen die tot Israël behoorden, maar met het volk Israels als zoodanig, waarvan Abraham de stamvader was geweest, zoo ging die verbondsgedachte dat de Heere Zijn genade in de geslachten verheerlijkt, nu over op de volken, op die volken n.l. die in den weg des Heeren onderwezen waren en dus als zoodanig bij het volk van Israël, nu het Nieuw Testamentisch Israël, waren ingelijfd. De belofte des Heeren was nu niet alleen voor hen, maar ook voor hun zaad, ook al zou het natuurlijk waar blijven dat die belofte in een weg van roeping en geloof, wedergeboorte en bekeering, nader toegepast en verzegeld moest worden.
Hiermede echter stond dan ook in onmiddellijk verband dat ook de kinderen der geloovigen, dat ook het zaad der gemeente recht had om het teeken en zegel van het verbond te ontvangen, ja, dat dat teeken en zegel hun zelfs niet onthouden mocht worden. Vandaar dat we dan ook lezen in Hand. 16 vers 33b dat niet alleen de stokbewaarder gedoopt werd. maar ook alle de zijnen ; en vandaar dat we ook lezen in 1 Corinthe 1 vers 16 dat Paulus ook het huis gezin van Stefanas had gedoopt. Nu is het wel waar, dat het er niet met zoovele woorden bij staat dat tot de huisgezinnen van den stokbewaarder in Filippi en van Stefanas in Corinthe ook kinderen behoorden, maar het omgekeerde kan natuurlijk evenmin bewezen worden ; en in ieder geval blijkt er toch wel uit dat de verbondsgedachte dat in den stokbewaarder ook de zijnen, en in Stefanas ook zijn huis begrepen was, ook door Paulus gehuldigd werd.
Nu is een der argumenten die gewoonlijk ook tegen de bediening van den Kinderdoop ingebracht worden, dat een kind zich nog onbewust is van hetgeen er met hem gebeurt; dat zulk een kind dus nog gansch niets verstaat van wat er in den Doop geschiedt.
Hiertegen kunnen we echter in de eerste plaats inbrengen dat dat natuurlijk ook het geval was met de besnijdenis. Als een zoontje van acht dagen besneden werd, dan begreep hij er ook nog niets van wat dat beteekende.
Maar toch lezen we daarvan een uitdrukkelijk bevel, en weten we zelfs dat een onbesnedene in de vergadering des Heeren niet komen mocht. Maar bovendien, is het eigenlijk niet dwaas om te beweren dat men een kind alleen, maar iets doen mag. wat het begrijpt ?
Gesteld eens, dat dat ook in het natuurlijk leven werd doorgevoerd. Wel, dan kondt gij immers wel ophouden om uw kind te voeden, om uw kind te reinigen, in het algemeen om uw kind te verzorgen, want dat zijn altemaal dingen waar het op zeer jeugdigen leeftijd niets van begrijpt. Ieder vader en iedere moeder doen en laten, geven en onthouden hun kind dus o zooveel dat boven de bevatting van het kind uitgaat.
Maar waarom zou dat dan niet mogen geschieden met den Heiligen Doop? Die Heilige Doop immers spreekt ons in hoofdzaak van twee dingen, die beide op dat kind van toepassing zijn. In de eerste plaats wijst die Doop op de onreinheid der zonde, waarin ook dat kind met de gansche wereld voor God verdoemelijk ligt. En in de tweede plaats spreekt die Doop van de reinigmaking en heiligmaking door Christus' bloed en.den Geest van de gemeente des Heeren, waarvan ook dat kind krachtens het verbond der genade, een lidmaat is. Wel zeker, dat kind weet noch van het een noch van het ander ook het minste zelfs niet af. Maar omdat een kind van arme ouders niet weet dat het arm is, is het daarom niet ^rm ? En omdat een kind van rijke ouders niet weet dat het rijk is, is het daarom niet rijk ?
Maar zoo dan ook hier. Omdat een kind niet weet dat het aan de verdoemenis in Adam onderworpen is, is het daarom niet aan die verdoemenis onderworpen ? En omdat een kind niet weet dat het krachtens de lijn van het verbond een lidmaat der gemeente is, is het daarom geen lidmaat van Gods Kerk?
Ziet, dat is nu de naar het ons voorkomt alleszins Schriftuurlijke grond die aan den Kinderdoop ten grondslag ligt, gelijk ook onze Heidelbergsche Catechismus op vraag 74 : Zal men ook de jonge kinderen doopen ? dit antwoord geeft: Ja, want mitsdien zij, alzoowel als de volwassenen in het verbond Gods en in Zijne gemeente begrepen zijn en dat hun door Christus' bloed de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, die het geloof werkt, niet minder dan den volwassenen toegezegd wordt, zoo moeten zij ook door den Doop als door het teeken des verbonds in de Christelijke Kerk ingelijfd en van de kinderen der ongelooyigen onderscheiden worden, gelijk in het Oude Verbond of Testament door de besnijdenis geschied is, voor welke in het Nieuwe Verbond de Doop ingezet is.
Over de beteekenis van de besprenging inplaats. van de onderdompeling een volgende maal.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Vragenbus.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's