Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eenvoudig en vanzelfsprekend.
Het schijnt sommigen menschen nog maar altijd niet duidelijk te zijn, waarom de Anitirevolutioinairen niet voetstoots bereid konden zijn, om aan den wensch van Roomsch Katholieken en Christelijk Historischen gevolg te geven en mede te werken aan de totstandkoming van een nieuw rechtsch Kabinet.
Ons lijkt hunne houding nogal eenvoudig en vanzelfsprekend.
Het is er verre van, dat de oorzaak daarvan, zooals enkele bladen der rechterzijde vermeenen, gezocht zou moeten worden in lichtgeraaktheid of baloorigheid als gevolg van het feit, dat de Antirevolutionaire partij door het heengaan van het Kabinet drie van hare beste mannen zag uitvallen.
Men doet het in dit verband zelfs voorkomen, alsof het noodig zou zijn geweest dat aan de Antirevolutionairen eenige genoegdoening werd gegeven.
Dit is niet anders dan oppervlakkig gepraat.
Zeker, de Antirevolutionaire Kamerclub werd teleurgesteld, maar niet om de hierboven genoemde reden, doch wèl over het feit, dat een deel der rechterzijde, zonder dat men daarvan met een woord repte, zijn woord brak.
Het is een wonder, dat en de Christelijk Historischen in dat gedeelte van de Roomsch Katholieke Kamerclub, dat zijn stem aan de Vlootwet gaf, en die evengoed de dupe werden van de 10 dissentiëerende Roomsch Katholieken als de Amtirevolutionairen, van gevoeligheid op dit punt niets deden blijken.
Maar zoo kan een staatkundige partij niet handelen, die zichzelf, respecteert, die aan goede politieke manieren groote waarde hecht en die overtuigd is, dat alleen dan een krachtig regeerbeleid — een landsbelang bij uitnemendheid — mogelijk is, wanneer na gepleegd overleg en bij verkregen overeenstemming een ieder zich gebonden acht om het program, waarover men het eens werd, ook metterdaad uit te voeren.
Op 26 October nu is er een breuk in de rechterzijde geslagen, die allebei met praten, zonder meer, niet is te helen.
Naast het plegen van overleg moet er nog wat anders geschieden. Het onderling vertrouwen — en dat eischt het belang van het land — moet terugkeeren.
Wat gebroken is, behoort eerst gerepareerd te worden.
Bij een wond, bijvoorbeeld aan den arm, is rnen niet klaar, wanneer de persoon, die gewond werd, de jas aantrekt. Dan mag de buitenstaander denken, dat de patiënt weer in orde is, maar de geneesheer weet wel beter.
Geen genezing is mogelijk of de wonde moet eerst met de meeste zorg en met groote nauwgezetheid worden behandeld
En zoo staat het ook met het gebeurde op 26 October.
De Christelijk Historischen en de Roomsch Katholieken mogen daarover gemakkelijk denken, doch de Antirevolutionaire partij, die zich van hare verantwoordelijkheid bewust is, kan zich zoo maar niet voetstoots beschikbaar stellen.
De wond moet eerst verbonden zijn, anders doen zich complicaties voor, die den toestand van den patiënt slechts kunnen verergeren.
Voor een tijdje kan de rechterzijde wel worden opgelapt, maar daarmede dient men de zaak, welke men voor­ staat, niet. Want wat vandaag gebeurt, zal zich morgen komen te herhalen.
De houding, welke de Antirevolutionaire partij innam, lijkt ons dan ook alleszins juist.
Zij is, zooals wij hierboven schreven, eenvoudig en vanzelfsprekend.
Maar daarbij kom't nóg iets.
Stel het mocht gelukken, om wat gebroken werd, duurzaam te repareeren, dan eischen de moeilijkheden, waarin 't land verkeert, ook met het oog op de maatregelen welke dienen genomen te worden om de financiëele gevaren, welke ons volk bedreigen, en die bij den dag ernstiger worden, te keeren, dat aan de rechterzijde een man de leiding van zaken in handen krijgt, die voor zijn taak ten volle is berekend.
De Christelijk Historischen, en wat niet te verwonderen is, ook de Roomsch Katholieken, mochten tevreden zijn met de vorming van een nieuw Kabinet onder leiding van den R.K. Staatsman mr. Kooien, de Antirevolutionairen wenschten iets meer.
Er zijn voor de vorming van een rechtsch Kabinet, naar zij meenen, ditmaal Protestantsche Staatslieden, die eerder dan de Roomsch Katholieke mr. Kooien dienden in aanmerking te komen en op wie zeker de aandacht zou gevallen zijn zoo de rechtsche samenwerking weer tot stand ware gencomen.
Maar nog eens, van een rechtsche samenwerking kon, althans wat den steun der Antirevolutionairen betreft, geen sprake zijn, zoo er geen afdoende waarborgen gegeven werden die eene herhaling van het gebeurde op 26 October onmogelijk maakten.
Deze waarborgen moesten vaststaan ten aanzien van het tot stand komen van de noodige financiëele hervormingen en van het handhaven van de neutraliteit des lands.
Met kramrnen en lijmen komen we er niet.
Alleen dan is de toestand gezond, wanneer ook de Antirevolutionaire partij in het nieuwe Kabinet het beste kan geven, wat zij bezit.
Sturen de Christelijk Historischen en de Roomsch Katholieken niet in die richting*) dan gaan zij hun eigen gang, maar dan geeft de Antirevolutionaire partij noch zichzelf, noch haar ministers, noch haar Kamerleden.
De zaak lijkt ons eenvoudig en vanzelfsprekend.

Nadat dit artikel geschreven was. heeft de Koningin ten gevolge van het bedanken, van mr. Koolen, de opdracht tot Kabinetsformatie gegeven aan den heer F. Beelaerts van Blokland. Deze verandering in den toestand behoeft in ons artikel geen verandering te brengen.

Slot volgt?

S t a a t e n K e r k wijdt in zijn nummer van 24 November ook een artikel aan de Kabinetscrisis. In het slot van het stuk schrijft de redactie :
Wij hadden met „D e N e d e r 1 a n d e r" liever een Protestantschen Kabinetsformateur gezien, maar dan een Protestant, die Rome niet erkent, die van een verbond met Rome niets hebben moet en niets weten wil, en die de opdracht van de Koningin niet aanvaard had onder voorbehoud van steun der politieke, in dit geval „rechtsche" partijen, maar die tot Hare Majesteit gezegd had : „Ik heb met den Potentaat der Potentaten een vast verbond gemaakt. En op dien grond alleen wil ik Uwer Majesteits opdracht aanvaarden."
Over dit laatste spreken wij voor dit keer met de redactie van het orgaan van Ned Hervormd (Gereformeerde) Staatspartij niet. Zij moet eerst nog maar eens Gods Woord lezen en wat daarin geschreven staat bijvoorbeeld over Naaman, den Syriër, den kamerling van Candacé en anderen, en ook eens de geschiedenis bestudeeren van den man die met met den Potentaat der Potentaten hield. Haar zij voorts ook aanbevolen zich op de hoogte te stellen o.a. van het leven van Groen én Keuchenius, de Antirevolutionaire voortrekkers, die, wat nog niet van de redacteuren van „Staat en Kerk" kan gezegd worden, dé hitte van den dag en de koude van de nacht hebben gedragen.
Met het uitspreken van hun keuze komt men er niet.
De Heere plaatst ons in het werkelijke leven en in dit leven hebben wij Zijn Naam te belijden en voor Zijne eere op te komen.
Doch we gaan, zooals wij zeiden, daarop niet verder in.
Echter naar aanleiding van 't advies van „Staat en Kerk" twee vragen en één opmerking.
De eerste vraag is : waar en wanneer hebben de Protestantsch Christelijke partijen in de Tweede Kamer Rome erkend ?
De tweede vraag luidt : Waar en wanneer hebben diezelfde partijen met Rome een verbond gemaakt ?
Laat de redactie van „Staat en Kerk" er-nu ditmaal eens niet omheen praten en weer op het bekende stramien gaan borduren : dat samenwerking in het Parlement gelijk staat met een verbond, dat zou zijn gesloten ; want daarvan is niets waar.
En ten slotte de opmerking, die wij zouden willen maken over de wijze, waarop de Hervormd (Gereformeerde) Staatspartij, stel de Koningin ging op het aanbod van den Staatsman van deze partij in, die oplossing van de crisis zou tot stand brengen.
De opdracht zou worden aanvaard, dus ook worden uitgevoerd.
Wij missen onder het artikel in „Staat en Kerk" de woorden : „slot volgt."
Zou de redactie nog niet zoo vriendelijk willen zijn in een slotartikel aan te geven, hoe zij meent dat haar mannen die crisis zouden oplossen ?
Zij zou, daar de partijen der rechterzijde haar niet kunnen dienen, toch geen beroep willen doen op de Sociaaldemocraten, de Vrijzinnig democraten en den Vrijheidsbond ?
Immers zij kan weten, dat al deze partijen van den Potentaat der Potentaten, althans voor het staatkundige leven, niets willen weten.
Inderdaad „Staat en Kerk" heeft ons nieuwsgierig gemaakt.
Laat het slotwoord dan mogen volgen.

* De tweede phase.
„De Standaard" schrijft over de tweede phase van de kabinetsperiode.
De eerste stap, die o.i. eigenlijk de tweede had dienen te zijn, is niet gelukt.
Mr. Kooien heeft aan Hare Majesteit verklaard niet in staat te zijn de hem gegeven opdracht tot samenstelling van een nieuw Kabinet te aanvaarden.
Omdat hij geen rechtsch Kabinet kon samenstellen.
Het was bekend, dat de heer Kooien alleen aan zulk een Kabinet dacht. Dat hij een gemengd rechtsch-linksch Kabinet zou willen vormen, viel niet te verwachten, en moest het ten slotte een extra-parlementair Kabinet worden, dan was het ook beter diat dit gevormd werd door een extra-parlementair man
Mr. Koolen werkte dus voor een rechtsch Kabinet.
Het niet aanvaarden der verstrekte opdracht beteekent dus dat hij daartoe geen kans zag.
Omdat de grondslag er voor ontbrak. Het is bekend, dat er tusschen de drie groepen geen overeenstemmend inzicht te dier zake bestond.
Met name de Antirevolutionairen waren van oordeel, dat men niet maar zoo weer in zee kon gaan ; dat de breuk van 26 October eerst grondig hersteld moest worden. Tot overleg hebben ze zich bereid verklaard. Hun voorwaarden zijn schriftelijk meegedeeld aan de Roomsch Katholieke Kamerclub, die deze blijkbaar niet aannemelijk heeft geacht. We verwachten dat de inhoud der Antirevolutionaire verlangens, wel publiek zal worden gemaakt, zoodat we er nu niet verder over behoeven uit te weiden. Thans volstaan we dus met de mededeeling dat onzerzijds een drietal wenschen geformuleerd zijn geworden en dat deze door de Roomsch Katholieke club , niet aanvaard zijn.
Wat dan tengevolge had dat er geen grondslag voor een rechtsch Kabinet te vinden was.
Zoodat mr. Koolen zijn taak neerlegde of beter gezegd, verklaarde haar niet te kunnen aanvaarden. En thans heeft mr. Beelaerts van Blokland een hem verstrekte opdracht tot vorming van een extra-parlementair Kabinet in beraad genomen. Dit voorbehoud laat zioh begrijpen.
Geen enkel Kabinet kan zich veroorloven het financiëele vraagstuk te laten rusten, maar voor de oplossing is zeer sterke parlementaire steun noodig. Dien een extra-parlementair Kabinet uit den aard der zaak niet heeft.
We zullen dus moeten wachten.
Opnieuw wachten.
Vrijdag 23 November nam de R. K.Kamerclub een beslissing op het Anti-revolutionaire voorstel.
Juist vier weken na het ontstaan der crisis.
We zijn nu de tweede serie van vier weken ingegaan.
Of deze tweede phase ook de laatste zal zijn ?
We wagen ons niet aan voorspellingen. Maar we twijfelen wel.
Die twijfel komt niet voort uit den persoon van mr. Beelaerts. Hij is een der zeer weinigen die voor de vorming van een extra-parlementair Kabinet in aanmerking komen. Maar de omstandigheden schijnen ons niet gunstig.
Van der Linden hield het uit,
Maar de oorlog kwam hem in dit opzicht ter hulp.
Ook gaat het nu om gestadige afbraak.
Indien mr. Beelaerts slaagt, kan hij in het algemeen op onzen steun rekenen, zoo hij :
a. herstel van het financieel evenwicht brengt en b. de voorziening in de defensie van Indië ter hand neemt.
Elk Kabinet, dat die twee dingen nalaat, vindt ons blad tegenover zioh.


 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's