Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Indien gij de gave Gods kendet. Johannes 4 vers lOm.

De Gave Gods.
De dichter van den 45sten Psalm zingt in aanbidding van den komenden Messias: „Genade is op uwe lippen uitgestort."
De dichter heelt goed gezien. Vorst Messias heeft dit bewezen bij Zijnen omgang op aarde. Het welbehagen Gods werd door Hem geopenbaard in Zijne onvergetelijk-sohoone gelijkenissen ; in Zijne meesleepende en overweldigende reden. Dan in de gesprekken, die Hij met sommige afzonderlijke personen hield en dus meer van intiemen aard zijn, blijkt, dat Zijne lippen gezalfd waren met den Geest der Genade.
In Johannes 3 wordt ons gemeld het gesprek van Jezus met Nicodemus, den Schriftgeleerde, die 's nachts uit vrees voor de Joden, tot Hem kwam. In Johannes 4 vinden wij het gesprek van Jezus mest de Samaritaansche vrouw. Welk een verschil ! Een deftige, vrome Schriftgeleerde en eene zedelooze, heidensche Samaritaansche. Jezus had de reis aanvaard van Judea naar Galilea. Hij ging niet door het Overjordaansche, zooals der Joden gewoonte was, maar trok door Samaria. Schuilde daarin de voorspelling, dat eenmaal 's Heeren genade tot de heidenen zou uitgaan ? Lag er profetie in, dat enenmaal het Woord van den Messias onder deze volkeren zou gepredikt woirden ?
Vermoeid van de reis, zette Hij zich neder bij de fontein Jakobs, in de stad Sichar. Terwijl Hij daar rustte, gingen de discipelen heen om spijze te koopen. Wat zal er veel in het hart van den Messias zijn omgegaan, als Hij daar gezeten was op eene plaats vol historische herinneringen!
Maar ziet, opeens werden deze overpeinzingen afgebroken door de komst van eene Samaritaansche vrouw, die tot de bron kwam om water te putten. Met haar begon Hij een gesprek, dat uitliep op de zaligheid harer onsterfelijke ziel. Hij, die gekomen was om zich te geven aan de Zijnen, aarzelde niet Zijn middagrust voor haar op te offeren. Onder de woorden die Hij tot haar sprak, bekleeden die van onzen tekst een zeer voorname plaats.
Als Christus spreekt van de gave Gods, doelt Hij op zichzelven. Hoe uitnemend rijk is de inhoud van deze gedachte !
Weet giji waarom ? Omdat hier Gever en gave samenvallen. De Oneindige, Volzalige Algenoegzame Gever geeft Zichzelven in de gift Zijns Zoons. God geeft niet slechts veel, maar Hij geeft alles in Zijnen Christus, die de volheid Gods openbaart.
Het is niet te teekenen, hoe rijk, hoe onuitputtelijk rijk deze gave is. Gegeven is Christus tot Verlosser van de ontzettende macht der zonde en des satans. Hij werpt deze macht te pletter voor Zijne Kerk.
Gegeven is Chrstus tot Verzoener Zijns volks. Door Zijn dierbaar bloed wordt de schuld der zonde gedelgd, wordt de ongerechtigheid verzoend.
Gegeven is Christus tot Vredestichter tusschen dien heiligen God en den van Hem gescheiden zondaar. Hij weet hemel en aarde in Zijn persoon en door Zijn arbeid te verbinden. Zoo sterk bindt hij, dat dood en graf deze banden niet ontknoopen kunnen.
Hoe rijk is deze gave ! Christus noemt zichzelf de gave. Zeker er zijn meerdere gaven. O zooveel gaven schenkt God den mensch ! Leef u een oogenblik in, hoe veel en hoe groot uwe zonden en behoeften zijn voor de aarde ! Gij beseft dan hoeveel God u alle dagen uws levens geeft.
Rijk zijn de geestelijke gaven, die God schenkt.
Gave des verstands ! Gave des gebeds. Gave der verootmoediging; ! Gave der hope en der liefde !
Waar zou het einde zijn, als ik zoo zou voortgaan ? Maar van Christus alleen kan gezegd worden, dat Hij de gave Gods is. Hij is de fonteingave. Gelijk een fontein de waterdruppeien rusteloos omhoog welt, zoo doet Christus de gaven Gods. Alle gaven zijn in Hem en door Hem. Daarom zegt Christus ook in dit verband, dat bij 't kennen der gave begeerd wordt naar het levende water, het beeld van de gave des Geestes. Zie, de vrouw uit Sichar kwam tot een put met stilstaand water, maar van Christus, de gave Gods, kon zij levend fonteinwater ontvangen : de gave des Heiligen Geestes. Rijk is Christus, de gave Gods ! In Hem en door Hem daalt Gods Geest, die de gaven Gods met Zich voert, neder om arme zondaren te verrijken. De gave Gods, is Christus. Eene gave moet worden gegeven aan hen, die haar noodig hebben. Niet door eigen krachtsinspanning of vroomheid is deze gave te verwerven. Alleen als wij hebben geleerd van „gegeef" te moeten leven, wordt de begeerte geboren om in Christus verrijkt te worden met schatten, die den tijd verduren. Het is dan ook dringend noodig, die gave te kennen. Zonder kennen geen beminnen ! Het kind veracht de edelgesteenten en scheurt het bankpapier als nietswaardig stuk. Zoo doet ook de mensch der zonde ten opzichte van Christus. Hij veracht Hem als een nietswaardige. Zelfs de mensch, die leeft onder de beademing van het Evangelie, mist het vermogen om Christus op de rechte waardig te schatten.
De gave Gods moet zich dan ook aan ons openbaren. Alleen door zelfopenbaring der gave Gods, zullen wij haar kennen en waardeeren.
Het gansche gesprek, dat de Messias met de Samaritaansche houdt, dient daartoe. Hebt gij het al eens opgemerkt, hoe wijs en tactvol Jezus deze vrouw behandelt ? Arbeid aan menschen zielen is zoo moeili|k. Maar dit is het uitnemende van de gave Gods, dat Hij teeder en vast de zielen leidt tot de kennis van Hem en van Zijnen Vader.
Langzamerhand gaat ook voor deze vrouw het licht op in de duisternis. Hij sluit zich in dit geestelijk gesprek aan bij den aardschen nood dezer vrouw. Hij beigint met te spreken over het water van de Jakobsbron en eindigt met Zichzelven bekend te maken als den Messias, de fontein, geopend tegen de zonde des volks.
De eerste teug van het levende water schonk Hij haar zeggende: „Roep uwen man." Door dlt korte woord werd de schuld haars levens openbaar. Hieruit bleek haar terecht, dat Hij een profeet was, bekwaam om haar donker levensboek te lezen en haar hare levensgeheimen te openbaren. Maar Hij rustte niet, voordat Hij tot haar gesproken had van Zijn „Messias-zijn", waardoor ook voor haar de mogelijikheid der verlossing ontsloten werd. Zalige kennis ontving deze vrouw van de gave Gods. Eene kennis, die voorafging door zelfkennis, maar die haar juist daardoor des te zaliger was.
Gelukkig, wanneer wij uit die fontein mogen drinken ! Dan wordt het een zalig kennen, een machtig begeeren, een vertroostend eigenen van Christus.
„Indien gij de gave Gods kendet." Zie, als dit plaats vindt, ontstaat er ook een sterke begeerte naar de geestelijke schatten, die Christus uitdeelt. Het bloot historisch kennen van de gave Gods laat ons, zooals wij zijn. Het schenkt ons geen vrucht, tenzij een verhoovaardiging op onze godsdienstige voorrechten.
Een zaligmakend kennen doet een smachtend verlangen openbaar worden naar Christus en Zijn heil. Wie onder Gods kinderen kent niet dat uitvluchten naar Christus ? Wie kent niet een hongeren en dorsten naar Zijne gemeenschap en verdiensten?
„Indien gij de gave Gods kendet." Bij ware kennis wordt vrucht zichtbaar. Dan ontstaat er niet slechts behoefte om uit Christus' volheid te putten, maar ook iets van dien rijkdom uit te dragen aan anderen. Het bezit van die gave is een fontein in ons, die niet verscholen kan blijven. Het leven van Christus zoekt zich een uitweg naar buiten.
Gelijk de Samaritaansche is uitgegaan om Christus' glans bekend te maken, zoo doen alle Gods kinderen. Leeraren en zendelingen, die zelf gedronken hebben van idit levend water, wenschen het anderen mede te deelen. Alle bezwaren en hindernissen vallen weg om te getuigen van de uitnemendheid der gave. Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. En niet slechts leeraars hier en in de heidenwereld, maar alle kinderen Gods worden profeten in des Heeren dienst om den roem van den gevonden Christus te vertolken.
In het Sichar dezer wereld, arm aan Christus-kennis, wordt Zijne glorie uitgedragen. Eerder zouden de steenen spreken, dan dat een kind Gods, vervuld met Gods genade, zou zwijgen van hetgeen zijn ziel zoo verblijdt.
„Indien gij de gave Gods kendet." Ais de Samaritaansche haar kennen mag, treedt zij uitnoodigend tot de burgers harer stad. „Komt, ziet een mensch, die mij gezegd heeft alles wat ik ge­daan heb ; is deze niet de Christus? "
Zij zag zoo hoog op den rijkdom der gave Gods, dat zij hare medeburgers verzocht te gaan naar de Jakobsbron om te aanschouwen den Schoonste aller menschenkinderen.
Rijke vrucht volgde op haar kennen. Deze straatpredikster had veel vrucht op haar woord. Immers vele inwoners van Sichar mochten getuigen, dat zij met eigen oog Christus' heerlijkheid hadden leeren zien.
Wat een wonder heeft de Heere in Sichar verricht! Och, dat er vele dergelijke wonderen gezien werden ! Steden en dorpen te over, waar de kennis van Christus door zoo velen gemist wordt. Zooveel menschen minnen allerlei gaven Go'ds, terwijl zij de Gave veronachtzamen.
Indien gij nog de gaven dezer aarde zoekt, bedenkt dan dat zij tijdelijk zijn. Alleen de gave des hemels blijft.
Hem te kennen is het eeuwige leven !
Gelukkig, die Christus mag kennen als de gave Gods op aarde gedaald tot heil van zondaren ! Gelukkig, die gelooven mag op goede gronden, dat Christus hem gegeven is. Als dit uwe belijdenis mag zijn, kent gij zalige oogenblikken in uw leven. Maar het zaligste oogenblik is, wanneer gij ingeleid wordt in de diepte der Goddelijke liefde. Hem, den Christus, kent gij, omdat Hij u het eerst gekend heeft. Dan jubelt gij: „de Christus aan mij gegeven, omdat ik reeds van eeuwigheid aan Hem gegeven was."
Lelde God u maar veel in dit heilgeheim in !

R.

J. de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's