Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huiscatechisatie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huiscatechisatie.

De leer der Heilige Schrift.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag : Wie heeft een begin gemaakt met de opschrijving van de woorden Gods ? Antwoord : Mozes die daar in handelde op Gods bevel. Num. 33 vers 2a : „En Mozes schreef hunne uittochten, naar hunne reizen, naar den mond des HEEREN."
13. Vraag : Hoe was Mozes tot dit werk van historie-schrijven voorbereid ? Antwoord: Door zijn verblijf aan Farao's hof. Hand. 7 vers 22 : „En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren en was machtig in woorden en werken."
14. Vraag : Is er in de openbaring Gods ook voortgang en opklimming waar te nemen ? Amtwoord: Ja de openbaring Gods is onder de Oude Bedeeling toegenomen in helderheid en is onder die Nieuwe Bedeeling klaarder nog. Hebr. 1 vers 1 : „God voortijds veel maal en op veleriei wijze tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon."
15. Vraag : Hoe zegt de Heidelb. Catechismus, dat de Godsopenbaring in den loop der eeuwen van stuk tot stuk in duidelijkheid is toegenoanen? Antwoord : Die Catechismus spreekt in Zondag 6 van het heilig Evangelie, hetwelk God Zelf eerst in het Paradijs geopenbaard heeft en daarna door de heilige Patriarchen en Profeten heeft laten verkondigen en door de offeranden en andere plechtigheden der Wet laten vóórbeelden en ten laatste door Zijnen eeniggeboren Zoon vervuld. Hebr. 1 vers 1.
16. Vraag : Door wie heeft God in den loop der tijden de Heilige Schrift doen opschrijven ? Antwoord: 't Oude Testament is door de profeten en het Nieuwe Testament door de Evangelisten en de Apostelen geschreven. Het Oude Testament is oorspronkelijk in de Hebreeuwsche, het Nieuwe Testament in de Grleksche taal geschreven.
17. Vraag : Welke vertalingen en overzettingen zijn onder ons bekend ? Antwoord : De vertaling die wij gebruiken heet de Staten-Vertallng (Staten-Bijbel) en dateert uit 1637. Nieuwe vertalingen zijn de z.g.n. Leidsche vertaling (van vrijzinnige zijde) ; de vertaling in „Tekst en Uitleg" (onider redactie van den Herv. kerkelijik-hoogleeraar prof. Van Veldhuizen te Gronlngen), de verkorte Bijbelvertaling van prof. Obbink te Utrecht en : de nieuwe vertaling, die ondernomen is door de hoogleeraren van de Vrije Universiteit en de Theologische School en andere gereformeerde theologen, o.a. prof. van Leeuwen te Utrecht.
18. Vraag: Hoe is ide indeeling van den Bijbel ? Antwoord : ' De verschillende boeken zijn afgedeeld in hoofdstukken en verzen ; dit werk is in de middeleeuwen verricht. Er is een uitgave van het Nederlandsche Bijbelgenootschap met pericoop-of paragraaf-indeeling.
19. Vraag: Hoe spreekt Petrus over de Bijibel-schrijvers ? Antwoord : 2 Petr. 1 vers 21 : „Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door den wil eens menschen, maar de heilige menschen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken." Wat van de schrijvers van het O. T. geldt is ook van toepassing op de schrijvers van de boeken van het N. T. Zoo is de Bijbel voor ons de Heilige Schrift of Gods Woord. 2 Tim. 3 vers 16 : „Al de Schrift is van God ingegeven.''
20. Vr. Wat verstaan wij onder het woord inspiratie ? ., Antw.: Onder inspiratie of theopneustie verstaan wij die bijzondere werking van Gods Geest, waardoor de schrijvers van de Bijbelboeken in al de waarheid zijn geleid, met herinnering van het verleden en inziende in de toekomende dingen, al naar 't geen God behaagde; om alzoo op schrift te stellen alles wat de Heere noodig achtte tot eere Zijns Naams en tot zaligheid van de menschen. Voor onwaarheid en dwaling zijn de heilige menschen Gods, van den H.Geest gedreven zijnde, bewaard.
21. Vr.: Wat is daar de beteekenis van, dat de H. Schrift van Gods Geest ingegeven is ? Antwoord : De Heilige Geest heeft de Schrift tot stand gebracht, om te zijn het blijvend rapport tusschen hemel en aarde, tusschen Christus en Zijn gemeente, tusschen God en Zijne kinderen. Door de Heilige Schrift maakt God Zijn wil en waarheid bekend in 't midden van de menschheid, De Heilige Geest vergadert door dat Woord de Kerk, leidt Gods gemeente en bouwt het lichaam van Christus op in de volmaking der heiligen.
22. Vraag : Wanneer zal de Heilige Schrift niet meer noodig zijn ? Antwoord : Als de Heere gansch Zijn gemeente vergaderd zal hebben en ze allen door den Heere geleerd zullen zijn, dan zullen Gods kinderen die Heiilige Schrift niet meer noodig hebben.
23. Vraag : Hebben wij aan een mechanische inspiratie te denken ? Antwoord ; De Inspiratie der Heilige Schrift is geen mechanische, bloot werktuigelijke geweest. De bijbelschrijvers hebben hun arbeid niet verricht op de manier als een phonograaf werkt, welke onbewust weergeeft wat er in gesproken wordt; noch als een schrijfmachine. Elk bijbelboek heeft zijn eigen karakter wat taal en stijl en vorm aangaat, correspondeerend met het karakter van den schrijver en den tijd waarin 't is geschreven.
24. Vraag : Hoe worden wij uit de Heilige Schrift zelve gewaar, dat wij niet moeten denken aan een mechanische inspiratie ? Antwoord : Wanneer Lucas zijn evangeliebeschrijving begint, zegt hij, dat hij, vóór dat hij zich tot schrijven zet, alles wat te voren geschreven is naarstiglijk heeft onderzocht. Luc. 1 vers 1—4. (Zie ook 1 Petr. 1 vers 10 en 11 ; 1 Joh. 1 vers 1 en 3).
25. Vraag : Wat is dus ten opzichte van de inspiratie en de bijbelschrijvers op te merken ? Antwoord : God of de H. Geest is de eigenlijke Zegsman of spreker van Zijn Woord (Jer. 1:9); maar de werking, drijving en leiding des Geestes in de inspiratie heeft de zelfwerkzaamheid der schrijvers niet vernietigd, maar juist versterkt en bevestigd. Het was God die door hen sprak, maar tevens waren zij zelven het, die spraken en schreven. Onderzoek, nadenken en herinnering, gebruik van bronnen en al de gewone hulpmiddelen, waarvan een auteur bij 't schrijven van een boek zich bedient, werden door de inspiratie niet versmaad of uitgesloten, maar daarin opgenomen en aan het doel, dat God beoogde, dienstbaar gemaakt. Zóó is de Bijbel Gods Woord, van Hem ingegeven.

(Vervolg komt).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Huiscatechisatie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's