Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenvoudige Bijbellezing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenvoudige Bijbellezing

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

22 Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ééner vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leeren. 1 Timotheus 3 vers 2.

1 TIMOTHEUS.

Mannen van goede getuigenis. Bij een voortreffelijk ambt behoort ook een voortreffelijk leven. Daarover handelt nu de apostel verder. Het werk dat een prediker en een ouderling in hun herderlij'ke verzorging der Gemeente doen mogen, steekt zoo hoog uit boven elken anderen arbeid. Maar dan moet het ook verricht worden door mannen die een onbesproken levenswandel hebben. Een opziener moet onberispelijk zijn. Waarin dat onberispelijke levensgedrag instaat wordt dan verder genoemd.
De omschrijving volgt.
In de eerste plaats moet hij zijn ééner vrouwe man. Natuurlijk bevat dit geen gebod dat een ambtsdrager gehuwd moet zijn. Er staat niet, dat hij een vrouw moet hebben. Paulus zelf zou dan dit gebod overtreden hebben. Hij schrijft toch aan de Gemeente van Korinthe, van de ongetrouwden : het is hun goed, indien zij blijven gelijk als ik. Wij mogen dan ook dezen tekst niet aanvoeren tegen de verplichting tot echteloosheid der Roomsche geestelijken.
Ook mogen wij hier niet denken aan een verbod van een tweede huwelijk. Alsof de apostel bedoelde : een opziener mag slechts van ééne vrouw de man geweest zijn. Daar zijn wel menschen, die een tweede huwelijk, althans in een voorganger, als „fatsoenlijk overspel" beschouwen. Ik geloof dat deze beschouwing de Schrift niet aan hare zijde heeft. In dezen zelfden brief schrijft de apostel dat de jonge weduwen huwen moeten. Ja, zegt men, maar die zijn geen amtbtsdragers. Gewone christenen mogen wel een tweede huwelijk aangaan, maar ambtsdragers niet ! Zoo meent men. Maar dan gevoelt een ieder toch dat hier ingeslopen is de onderscheiding van buitengewone en gewone christenen, van priesters en leeken. De Heere heeft niet voor een bepaalde groep van menschen eene afzonderlijke zedenwet gegeven. Er is ééne zedenwet. Zij geldt voor allen. Wij moeten hierin oppassen voor den Roomschen zuurdeesem. Wanneer het tweede huwelijk geen zonde is, dan is het voor niemand zonde, ook niet voor een Ouderling, Ook niet voor een predikant — Nochtans zijn er wel eens bijzondere omstandigheden, waarvoor weer het woord van Paulus geldt: het is goed te blijven zooals ik ben.
De apostel kan dus met „ééner vrouwe man" niet het tweede huwelijk bedoelen als een zonde voor de ambtsdragers. Wij moeten hier denken aan den omgang met eene andere vrouw dan haar, met wie de ambtsdrager gehuwd is. Aan de zonde van overspel, in het algemeen. Zeer streng moet elk mensch hierin zijn, een dominé, een ouderling dus ook. Een ieder mensch moet zich hierin voor elken schijn des kwaads bewaren, een ambtsdrager even zeer. Voor een onberispelijken levenswandel der opzieners noemt de apostel dit het eerst. En waarlijk, door niets wordt het ambt zóó naar beneden gehaald als door dit kwaad. Daardoor wordt het voor de wereld tot een aanfluiting, voor de Gemeente een oorzaak van pijnlijke droefheid. En er zijn ambts dragers, die daardoor een grooten smaad geworpen hebben op hun eigen leven, op hun heerlijk ambt, op de Gemeente waarover zij gesteld waren, op hun huisgezin. Dat de apostel bedoelt het schenden van de huwelijkstrouw, blijkt wel hieruit, dat op de zonde van overspel verder niet meer gewezen wordt in het noemen van eene reeks van deugden die den ambtsdrager siert.
Een opziener moet ook wakker zijn, d.w.z. wakker van geest. Als een herder der Gemeente altijd maar weer opmerkzaam gemaakt moet worden door anderen op het herderlijke werk dat voor de hand ligt, dan is hij allesbehalve wakker. Dan slaapt hij bij de kudde, iets dat voor haar zeer gevaarlijk is. Dan kan allerlei kwaad haar besluipen, zooals de wolven de schapen verstrooien. Waakzaam moet een opziener zijn, waakzaam tegen elke dwaling die de zielen afvoert van het Evangelie der genade, tegen de Doopersche opvattingen, tegen de Roomsche gedachten. Waakzaam tegen het kwaad dat op velerlei wijze de Gemeente verwoest. Een vurige prediker is nog niet altijd een waakzame prediker. Een kalme prediker, die zonder vuur zijn overdacht woord voordraagt kan de meest waakzame herder zijn. En dit geldt voor heel het herderlijke werk. Ouderlingen kunnen druk huisbezoek doen en toch slapende herders zijn, als zij het kwaad niet zien en noemen, als zij den menschen naar hun mond praten en niet bedachtzaam zijn op het kwaad dat er is in de belijdenis en het leven der zielen die aan hunne hoede zijn toevertrouwd. Een opziener moet wakker zijn. Ook als allen slapen, moet hij op zijn post zijn. Hij moet zich niet laten bedriegen door soms mooi klinkende woorden, maar die den toets van Gods Woord niet kunnen doorstaan. Wakker moet hij zijn om het spoedig op te merken als er teekenen van geestelijk leven in de Gemeente zijn om dat aan te moedigen en in het goede spoor te doen blijven. Wakker moet hij zijn om al wat tot Gods eer en tot heil van zondaren geschiedt, te sterken met zijne gaven en krachten Zeker, een opziener heeft hierin een vooraanstaand werk, een moeilijke taak, maar ook een schoonen arbeid. Hij zal daarin veel de kracht en wijsheid moeten begeeren van Hem, Die altijd waakt, van den grooten Herder der Gemeente, Die aan de rechterhand Gods is en voor ons bidt. Van Hem daalt dan ook een rijke glans af op het herderlijke werk der ambtsdragers. Biddende opzieners zullen de meest wakkere opzieners zijn, als zij biddend waken mogen tegen het kwaad dat hun eigen zielen en hun eigen werk besluipen kan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Eenvoudige Bijbellezing

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's