Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziet Hij komt met de wolken en alle oog zal hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben, en die geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven ; ja amen. Openbaringen 1 vers 7.

Jezus komt.
Johannes, de apostel, de discipel dien de Heere Jezus liefhad, mag op het eiland Patmos van den Heere ontvangen de Openbaring. En nu beschrijft hij in het eerste hoofdstuk Jezus Christus, welken hij mocht aanschouwen. En dan zegt hij van dezen Jezus Christus, dat Hij komt met de wolken.
We mogen in deze overdenking onze aandacht bepalen bij de wederkomst van Christus. In onze dagen wordt veel gesproken over de wederkomst van Jezus Christus. Laten we echter nooit vergeten, dat Hij zal wederkomen als een dief in den nacht. En nu weet ge wel, dat een dief komt ongedacht en onverwacht. Zoo zal het ook zijn met de wederkomst van Jezus Christus uit den hemd. Hoe de Heere Jezus zal wederkomen, onder welke teekenen, wordt ons beschreven in Matth. 24. De zon zal verduisterd worden en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden. Ook in Matth. 25 vinden we hiervan een beschrijving. En wanneer de Zoon des menschen komen zal in Zijne heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij ziitten op den troon Zijner heerlijkheid. De Heere Jezus zal dus wederkomen op een majestueuze, indrukwekkende wijze. En daarom begint onze tekst met het woordje Ziet, als om bijzonder de aandacht der menschen hierop te vestigen.
En wat zal nu de Heere Jezus bij Zijne wederkomst doen? Hij zal wederkomen om te oordeelen de levenden en de dooden.
Wie zien bij tijden en wijlen met verlangen naar de wederkomst des Heeren Jezus Christus uit? Dat zijn degenen, in wier hart Hij woning is komen maken door Zijn Geest en Woord. Van nature toch begeert de mensch den Heere Jezus niet. Hij is een vijand van de vrije genade Gods, een opstandeling, een rebel, die zich in de zonde koestert en geen lust heeft in de wegen des Heeren.
De Heere Jezus nu heeft alle macht in hemel en op aarde. En zoo heeft Hij ook de macht om dooden zondaren het leven te schenken. Hij komt met de onweder standelijke werking Zijns Heiligen Geestes en Zijn Woord. Hij komt, en de satan moet zijn prooi uit handen geven. Hij komt in het huis van den sterk gewapende. Hij komt, en zelfs een Saulus, die moord en dreiging Mies tegen de discipelen des Heeren, werd krachtdadig tot stilstand gebracht. Mijn lezer, is de Heere Jezus oo'k reeds toi u gekomen ? Is uw hart reeds gebroken ? Zijt gij reeds voor den Heere in de schuld gevallen ?
Bedenk toch, wat tot uw eenigen en eeuwigen vrede is dienende.
Zoo de Heere Jezus niet tot uwe ziel gekomen is, gij nog onwedergeboren, ongeloovig, onbekeerd zijt, vrees, vrees dan voor de toekomst des Heeren die genaakt, wanneer Hij zal wederkomen en de boeken zullen geopend worden en gij verwezen zult woorden tot de eeuwige pijn en smart. Ziet, Hij komt.
Lezer, hoe zal deze komst voor u zijn? De Zon der Gerechtigheid zal doorbreken. De Leeuw uit Juda's stam zal verschijnen. Alle oog zal Hem zien. Och, mooht ge toch bepaald worden bij den ernst der zaak. Mocht ge van den Heere verkrijgen dat ge bij het licht des H. Geestes en des Woords moogt onderzoeken of ge behoort tot de schapen of de bokken.
Deze wederkomst van Christus zal door allen gezien worden. Niet alleen de vrienden, maar ook de vijanden. Wij lezen dat uitdrukkelijk in onzen tekst. Ook degenen, die Hem doorstoken hebben, zullen Hem aanschouwen.
En wie zijn nu degenen die Hem doorstoken hebben? Dat zijn niet alleen de soldaten op Golgotha, maar alle degenen die den Zaligmaker verachten en verwerpen en Zijn bloed vertreden. Annas, Kajafas, Herodes, Pontius Pilatus, de Schriftgeleerden en de Farizeën, ja alle de vijanden Gods zullen Hem zien. Ze zullen Hem zien met siddering en angst. Want Hij is alsdan gekomen om hen te veroordeelen. En dan worden ze geworpen in den eenwig brandenden gloed van de hel om daar eeuwig den toorn en de gramschap des Heeren Heeren te ondervinden.
Is de wederkomst van Christus vreeselijk voor Zijne vijanden, zij is uitermate heerlijk voor Zijne vrienden. Welk een blijdschap zal daar tintelen in 't oog der Zijnen, wanneer ze den geliefden Borg en Middelaar mogen aanschouwen. Nu weten ze, dat nooit weer een wolk Hem onttrekken zal aan hun oog. Geen traan zal hunne oogen meer benevelen. Alle smart is ten einde. En eeuwig zullen zij bij den Heere Jezus zijn in de heerlijkheid in de eeuwige woningen, bekleed met de lange witte kleederen en palmtakken in de handen.
O, lezer, mocht gij bij dezen dag en ure van de wederkomst van Christus bepaald worden. Och, dat het niet eenmaal met u zij : te laat, voor eeuwig te laat. Voor eeuwig verworpen van het aangezicht des Heeren. En nooit, nooit is er gelegenheid om den poel des vuurs te verlaten.
Daarom, o, alle verachters van God en Zijnen Christus, mocht ge nog heden bedenken wat tot uw eenigen en eeuwigen vrede is dienende.
En wat zal daar geschieden door alle geslachten der aarde ? Ze zullen over Hem, of eigenlijk voor Hem rouwklagen. Dat rouwklagen is niet de droefheid naar God, die een onberouwelijke bekeering tot de zaligheid werkt. Dit is derhalve een rouw, die zoo bitter is, omdat er nooit hope is op herstel. In de hel zal zijn weening der oogen en knersing der tanden. Maar nooit is er hoop op herstel ; de wanhoop heerscht in de hel ; eeuwige wroeging en knaging. Nooit is er kans om deze plaats te verlaten.
Welk een indroevige zaak, dat rouwen in den dag der dagen, en dat voor eeuwig te laat. Nooit komt het aanbod der Goddelijke genade in Christus weer tot hen. En wat zullen ze dan een beschuldiging gevoelen.
De Heere geve, dat in onze ooren mochten klinken voor een oogenblik de kreten van angst en wroeging van te laat berouw van de miljoenen, die voor eeuwig van den troon des gerichts verstooten worden.
Zullen ze niet moeten uitroepen : we gaan door eigen schuld verloren ? Mocht de Heere in dezen tekst kracht dadig tot u komen, onbekeerde zondaar. Wil toch bedenken, dat gij eenmaal voor den grooten Rechter zult moeten verschijnen. Dat ge bepaald wordt bij dood en eeuwigheid. En de Heere leere u door Zijn Geest en Woord, vóór het te laat is, bitterlijk kermen en weeklagen over uwe zonden. De Heere overtuige u door Zijne wet van uw groote schuld.
Weent over uzelven, o zondaars en goddeloozen.
En nu is dit de eenige troost voor den zondaar, dat er in den persoon des Middelaars vergeving van de zonden en verzoening van de schuld te vinden is. Onze tekst eindigt met de twee woorden : ja, amen. Amen is het Hebreeuwsche woord der bekostiging, en ja het Grieksche. Dus Jood en Heiden worden op het allernadrukkelijkst bij deze zaak bepaald.
En nu mogen we u, ja, we moeten u vragen.: hoe staat het met u, lezer? Staat ge nog buiten den Heere Jezus, dan is de wederkomst van Jezus Christus allervreeselijkst voor u. En daarom vraag ik u : hebt gij kennis aan den Heere Jezus ? Zijt ge met al uw vroomheid en goddeloosheid in den dood gekomen, om het alleen te zoeken en te vinden bij den Heere Jezus ? Al kunt ge wellicht den dag en de ure uwer bekeering niet opnoemen, weet ge nochtans te spreken van een eertijds en een nu ? Hebt ge een verachting voor uzelf en een hoogachting voor den Heere Jezus ? Kent gij den Heere Jezus in Zijn naturen, namen, ambten en staten ? Is de Heere Jezus de eenige grond waarop ge bouwen en vertrouwen moogt voor de eeuwigheid ? Moogt ge bij den Heere Jezus vinden alles wat uw ziel noodig heeft om voor het aangezicht des Heeren te kunnen bestaan ? Is Hij uw schuldovememende Borg ?
Voor de goddeloozen is de wederkomst van. Christus oorzaak voor een bittere rouwklage.
Voor het volk des Heeren, voor de gekenden Gods, voor 't overblijfsel naar Gods verkiezende genade is de wederkomst van Christus de bron van eeuwige vreugde.
De Heere brenge u tot een ernstig en nauw zelfonderzoek.
En gij, die bekommerd zijt over uwe zonden, weet, dat de Heere Jezus een gewillige Zaligmaker is. Weet, dat de Heere de armen; de hongerigen en de dorstigen naar Zijn genade zaligspreekt De Heere brenge u maar veel voor de voetbank van den troon der genade.
Hij leere u smeeken om genade. Hij doe u Christus vinden. Hij opene uw hart voor de komst van Christus.
Hij doe u roepen : Kom, Heere Jezus, ja, kom haastelijk

A.G.O.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's