Staat en Maatschappij.

Een misverstand.
In „de Saambinder" van ds. Kersten wordt naar aanleiding. van de benoeming, van dr. Palache tot hoogtleraar aan de Theologische faculteit te Amsterdam de aandacht gevestigd op het feit, dat ten behoeve van acht studenten zeven professoren zijn te werk gesteld. Naar de meening van den lersekeschen predikant kosten die hoogleeraren heel wat geld. En inderdaad is dit zoo. Maar wat niet juist is, is de ontboezeming, die ds. Kersten op zijn financiëele beschouwing laat volgen : „Honderden ambtenaren moeten bedankt, hier waren duizenden te besparen".
Deze gevolgtrekking lijkt ons minder juist, omdat de kosten voor de Amsterdamsche Universiteit niet worden gedragen door het Rijk, maar door de stad Amsterdam.
Met het ontslag van honderden ambtenaren heeft dus deze zaak niets te maken.
Het lijkt ons goed daarop even de aandacht te vestigen, opdat hier een misverstand worde weggenomen. Minister Golijn staat er buiten.

Nieuwe bepalingen.
Van verschillende kanten wordt er op aangedrongen om het wetsontwerp tot het treffen van voorzieningen tegen besmettelijke ziekten te verwerpen. Voor dien aandrang bestaat inderdaad reden.
In het gewijzigd Ontwerp van Wet zijn toch bepalingen, belangende het vaccinevraagstuk aangebracht, welke in het eerste ontwerp niet voorkwamen en die van bedenking niet zijn vrij te pleiten.
De eerste bedenking ziet op de wijze, waarop zal worden tegemoet gekomen aan de bezwaren tegen de vaccinatie. , In het eerste ontwerp was bepaald, dat iemand, die gemoedsbezwaren heeft, met twee geloofwaardige getuigen bij den burgemeester kon komen om zijn bezwaren in te brengen en te doen gelden. Thans wordt, zooals het in de Memorie van Antwoord heet om aan de gemaakte opmerkingen van de Karner tegemoet te komen, voorgesteld, dat bij het hebben van gezondheidsbezwaar tegen inenting een attest van één geneeskundige moet worden overgelegd waarin verklaard wordt dat uit een persoonlijk, door hem ingesteld onderzoek, is gebleken dat de inenting of de her inenting voor de gezondheid van den houder van het attest bijzonder gevaar oplevert.
Bij het aanwezig zijn van gewetensbezwaar tegen de inenting of de herinenting moet de verzoeker op grond van zijn godsdienstige overtuiging verklaren dat hij de inenting of de herinenting tegen de pokken niet geoorloofd acht en tegelijk met deze verklaring een stuk overleggen, waaruit blijkt dat op grond van zijn godsdienstige overtuiging hij, noch zijn minderjarige kinderen, opéenigerlei wijze tegen de geldelijke gevolgen van eenige persoonlijke of zakelijke ramp of ongeval door hem of door zijn eohtgenoote, of met zijn medewerking door derden zijn verzekerd.
Ons dunkt, dat deze eisch aan hen, die gewetensbezwaar hebben, niet is te stellen, want het is niet juist en ook niet waar, dat wie gemoedsbezwaar tegen inenting heeft, ook gemoedsbezwaar moet hebben tegen verzekering tegen brand, tegen ongelukken e.d.
Op dit punt het criterium te leggen, maakt een vreemden indruk en zal ook niet zijn vol te houden.
De tweede bedenking ligt in de aanvulling, welke het eerste ontwerp heeft ondergaan.
Als nieuwe bepaling is het gewijzigd Ontwerp van Wet wordt voorgesteld de plicht tot revaccinatie, zoowel voor onderwijzers en onderwijzeressen als voor leerlingen boven 11 jaar.
Ter verdediging van dit voorschriftvoert de regeering aan, dat het wel geen betoog zal behoeven, dat door de revaccinatie de immuniteitstoestand (de onvatbaarheid voor eenige ziekte) van het Nederlandsche volk een groote verbetering zal ondergaan, voor zoover de onderzoekingen reiken mag, naar de onderteekenaars van de Memorie van Antwoord zeggen, worden aangenomen dat de immuniteit, verkregen door revaccinatie, veel langer duurt dan die, verkregen door vaccinatie
Dat over deze conclusie van de regeering nog niet het laatste woord zal gezegd zijn, blijkt wel uit het ingezonden stuk van dr. Wouters in de „N. Rott. Cour." van 26 Oct. en van dr. Noordtzij, die over dit onderwerp refereerde in de A.R. Kiesvereeniging te Zwolle.
Doch hoe dit zij, de nieuwe bepaling doet zeker te kort aan een tegemoetkomende houding der regeering jegens den vaccinedwang, want hier wordt de dwang niet verzwakt, maar verscherpt. Het nieuwe voorschrift zal de gelederen van de tegenstanders van den vaccinedwang in niet geringe mate versterken.
De regeering schijnt blijkens haar gewijzigd ontwerp meer bevreesd te zijn geweest voor de dreigementen van de officiëele wetenschap, dan dat zij recht liet wedervaren aan de consciëntiebezwaarden.
Of ze daaraan goed deed zal ze binnenkort wel vernemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen