Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

Jesaja 43: 2

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jesaja 43:2.
Wat is Christus voor u. Is Hij nog niets voor u, welk een treurige zaak. Is Hij iets of veel voor u, dat is nog niet genoeg. Kostelijk is het, wanneer gij niets moogt zijn geworden en Christus alles mag zijn voor u. Dit nu geschiedt alleen in den weg der ontdekkende genade, wanneer gij alles moet verliezen, opdat Christus alles voor u worde. Gelukkig die zondaar, welks eenige troost in leven en sterven dit is, dat hij het eigendom mag zijn van den getrouwen Zaligmaker, Jezus Christus.
Wij zijn nu in het begin van 1925. Wat kan ons in dit nieuwe jaar wel niet te wachten staan. Zalig hij, die in dit leven Jacobs God ter hulpe heeft.
Mogen we kortelijk een tekstwoord overdenken, waarin geleerd wordt de trouw des Heeren, om in allen nood te beschutten en te bewaren.
Wanneer gij zult gaan door 't water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstroomen; wanneer gij door 't vuur zult gaan, zult gij niet verbranden en de vlam zal u niet aansteken. Jesaja 43 vers 2.
We bepalen onze aandacht bij den inhoud, den grond en den troost van deze belofte.
I. De inhoud van deze belofte is: gaande door het water zult gij niet verdrinken; gaande door het vuur zult gij niet verbranden. Water en vuur zijn machtige elementen. Het water, opgezweept door den wind, verbreekt dijken, dammen en muren en voert alles met zich mede. En wie is bestand voor de kracht van het vuur? De vervulling van den inhoud dezer belofte zien we in de kinderen Israels, die droogvoets door de rivier de Jordaan en de Roode Zee gegaan zijn. De vervulling van den inhoud dezer belofte zien we aan Sadrach, Mesach en Abed Nego, welke geworpen werden in den oven des brandenden vuurs, en niets aan hen werd geschroeid. De inhoud dezer belofte is voor het volk van God dat door Zijne vrijmachtige genade uit de tyrannieën van Farao verlost is. Laten we nu vragen: wat word er geestelijk met dat water en dat vuur bedoeld? Let er op, dat water en vuur tegenstrijdige elementen zijn. Zoo ook bemerken we, dat de meest tegenstrijdige elementen zich vereenigen in de vijandschap tegen Christus en Zijn volk.
Tegen den Heere Jezus toch spanden samen Herodes en Pontius Pilatus met de heidenen en de volken Israels. Zoo vereenigt zich ook tegen het ware volk van God de vrome en de goddelooze wereld om hen weg te drijven van de vreeze Gods. Het koude ongeloof en het fanatieke bijgeloof spannen saam tegen hen. Satan, wereld en eigen vleesch zijn het water en het vuur, die zich tegen Gods volk verheffen. Ook de dood, als de laatste vijand, komt op hen aan, als de sombere rivier des Jordaans. Maar de inhoud der belofte is dat alle instrument dat tegen u bereid wordt, niet zal gelukken.
II. De grond dezer belofte is het woord: Ik zal bij u zijn. Uit uzelf kunt ge toch niet standhouden. Ja, zelfs geen oogenblik. Wat is de oorzaak, dat gij als doode visch niet met den stroom mee afdrijft naar de doode zee, en dat gij niet omkomt in de wateren? Wat is de reden dat gij moogt zeggen: Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? De oorzaak, de grond hiervan ligt in den persoon des Middelaars. Ik zal bij u zijn. Als Immanuël. Ik zal zijn voor u de held, de doorbreker, 't hoofd, de overste leidsman en voleinder des geloofs. Wanneer de vijand zal komen als een stroom, zal de Heere de banier tegen hem oprichten. De grond, dat gij noch in het water, noch in het vuur bezwijkt, ligt in Christus. Al ging ik ook in 't dal der schaduwen des doods, ik zou geen kwaad vreezen, want Gij zijt met mij, Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. Wat was de oorzaak, dat Noach behouden bleef te midden van de wateren? Die wateren waren een openbaring van den toorn des Heeren. Noach bleef behouden vanwege de ark. En is die ark ook niet een beeld van Christus? Hoe wordt gij behouden voor den toorn des Heeren? Is het niet alleen in Christus? Uw veiligheid ligt alleen in Christus. Waarom bleven de drie jongelingen in den vurigen oven bewaard? Daar was nog iemand bij hen, en de gedaante van Hem was gelijk een Zoon der goden. Dat was Christus Jezus. Hoe is nu de Heere Jezus de oorzaak onzer behoudenis geworden? Hoe is het mogelijk, dat Hij bij den zondaar kan zijn? Hij is gekomen in de gelijkheid des zondigen vleesches. Hij heeft geleden. Hij is gegaan door het water en het vuur en den doodsjordaan. De Heere Jezus heeft een pad gebaand door het water en het vuur, ja, ook door den doodsjordaan. Christus Jezus heeft een lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid. Hij heeft aan het recht der wet voldaan. Hij heeft den toorn Gods verzoend. Hij zal bij u zijn en u dragen door water en vuur naar het eeuwig zalig licht. De oorzaak, de grond van dit alles ligt dus hierin, dat de Heere Jezus bij ons zal zijn. In Hem toch is een brandende liefde voor de Zijnen. De liefde van een moeder verdwijnt in het niet, bij de allesovertreffende liefde van den Heere Jezus voor degenen, die de Vader Hem gegeven heeft. De Heere Jezus draagt Zijn volk door de koude wateren, door de heete vuren, door den somberen doodsjordaan naar 't Kanaan der ruste.
III. Troost. In de psalmen lezen we de groote vertroosting die in deze zaak gelegen is. Hij trok mij op uit groote wateren. Gij zijt mij eene verberging. Gij behoedt mij voor benauwdheid. Gij omringt mij met vroolijke gezangen van bevrijding. De troost ligt alzoo in Gods verbond, woord en belofte. Want bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen, maar Mijne goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de Heere, uw Ontfermer. De troost is deze: de Heere bewaart Zijn volk in water en vuur. In den hof van Kajafas kwam de groote watergolf op Petrus aan en hij viel. Maar Jezus, zich omkeerende, zag Petrus aan en Hij richtte hem weer op. En zoo ging Petrus naar buiten, weenende bitterlijk. De troost is deze: Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude. Deze troost nu is vaster dan de bergen, dan de heuvelen, dan de aarde, ja, zelfs dan de hemel; ja, zelfs vaster dan 't gansche heelal. Deze troost is zoo vast als God Zelf. Want de Zijnen zijn in Zijn handpalmen gegraveerd.Wanneer gij dezen troost personeel voor u zelf bezit, dan zijt gij gelijk aan het huis, op den rotssteen gebouwd. De waterstroomen bonsden er tegen aan, maar 't huis bleef staande. De troost van Gods volk is dit, dat de duivel, de wereld, de zonde, de wet, de dood en het graf het hebben moeten verliezen tegen den Heere Jezus. De troost is deze, dat we door het geloof meer dan overwinnaars zijn. Door Christus Jezus, de banier die opgericht is, is er volkomen veiligheid te vinden. Onder de schaduw Zijner vleugelen is rust voor de vermoeiden en belasten. De troost is deze, dat ge alles wat voor uw zaligheid noodig is vinden moogt bij Jezus. Hij heeft een sterke hand. Zijn rechterhand is hoog verheven. Hij leidt door Zijne rechterhand door water en vuur Zijn volk veilig naar de eeuwige rust.
Behoort ook gij tot dat volk van God, mijn lezer?
Dat is een ernstige vraag. Wij zijn allen gevallen in ons stam- en bondshoofd Adam. Nu is daar nog een voornemen der verkiezing. De Heere behoudt nog een volk in het leven. Hij roept dat volk krachtdadig door Zijn Woord en Geest. De Heere beneemt dat volk al zijn gronden en vonden. Slaat dat volk alles uit de handen, maakt 't tot een arm en een ellendig volk, dat nog op Zijn Naam vertrouwt. Dat volk gevoelt zich uit en van zichzelf uitermate zwak en krachteloos. Ziende op de hooge wateren en 't sterke vuur, roept het uit: Ik zal nog éen der dagen omkomen in de handen van Saul.
Behoort ge tot dat volk, dan moogt ge bemoedigd worden met den Naam en de deugden des Heeren. Dat volk mag het ervaren in de moeilijke wegen: de Heere is bij mij; de Heere is met mij; de Heere is in mij.
     De Heere is bij mij, 'k zal niet vreezen.
     De Heere zal mij getrouw behoên.
     Daar God mijn Schild en Hulp wil wezen.
     Wat zal een nietig mensch mij doen.
Zoo ge echter tot dat volk niet behoort, dan is deze belofte niet voor u. We moeten u waarschuwen. Zoo ge toch zonder Christus, den Borg en Middelaar, sterft, wordt ge voor eeuwig geworpen in de vlammen van den toorn des Heeren. Dan zult ge daar eeuwig brullen van bittere zielesmarte. Daar komt nooit weer een eind aan. Dan verzinkt ge voor eeuwig in den dood. En de genade, welke gij veracht hebt gedurende uw leven, is dan oorzaak, dat de hel zoo heet is. Gelukkig zoo de Heere u tot stilstand brengt op den weg. Kostelijk, wanneer de Heere u doet sterven aan al 't uwe, wanneer Hij het nacht voor u maakt als Hij alle lichten voor u uitblaast. Dan hoort ge het geraas van de hooge wateren, dan verneemt ge het sissen van het vuur, ja, ge moogt verstaan wat Psalm 116 zegt: „Ik lag gekneld in banden van den dood, Daar d' angst der hel mij allen troost deed missen". Dan leert de Heere u aan te toepen den Borg en Middelaar. Dan schenkt de Heere u het geloof in Hem, met Wien ge moogt springen over een muur en loopen door een bende. Dit woord der belofte is proefhoudend gebleken. Lees Hebreën 11, waar van de geloovigen staat, dat ze de kracht des vuurs hebben uitgebluscht.
Laten we nog eenmaal den nadruk mogen leggen op den Persoon van Christus. Buiten Christus toch moet ge voor eeuwig verzinken in den oceaan van den goddelijken toorn. Buiten den Heere Jezus kunt ge geen enkel oogenblik standhouden tegenover uwe doodsvijanden, de wereld, den duivel en uw eigen vleesch. Onoverwinnelijk zijt ge alleen in Christus. En daarom vraag ik u: wat is Christus voor u? Zoolang Hij niet alles voor u geworden is, staat de zaak er hopeloos voor. Want alleen in Hem ligt de kracht en sterkte om ongedeerd te gaan door water en vuur. Deze troost is alleen voor het volk van Ood. Daarom zegt ook de profeet: Troost, troost mijn volk. Nu, ook dat volk heeft nog zijn tijden van bangheid. Voornamelijk als de bestrijding komt. Bedrieg ik me ook? Ben ik wel een kind van God? En die bestrijding kan als de watergolven zoo hoog gaan. Welnu, de Heere maakt dat Zijn volk ertoe gebracht wordt, dat ze niet meer op zichzelf vertrouwen, maar alleen op den Heere Jezus. Dat ge met al uwe bestrijding tot den Heere Jezus moogt gebracht worden. Geeft 't op om zélf te strijden in eigen kracht. Uw eenige troost worde hoe langer zoo meer wat Christus is en wat Hij doet en wat Hij belooft. Hij is de Heere, Hij verandert niet, daarom zijt gij, o kinderen Jacobs, niet verteerd.
Gods Woord en beloften houden stand.
Gelukkig, zoo ge ook in dit nieuwe jaar het oog gericht moogt houden op den Heere Jezus. De Heere Jezus zij u alles. Word dan maar recht ontledigd, opdat Hij u met Zijne goederen vervulle, ja, opdat Hij Zelf in u wone. En hoort ge dan eenmaal den somberen golfslag van de doodsrivier, vrees niet, gij wormpke Jacobs, gij volkske Israels; Ik help u; Ik neem u op mijn eeuwige Middelaarsarmen en draag u door de sombere golven van den laatsten vijand naar den oever van dat land, waar de zon nooit onder gaat, naar het Immanuëlsland der rust.
O.                                                                                                                      A. G. O.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's