Staat en Maatschappij.
Weinig bijval.
Het voorstel van Minister Colijn tot geleidelijke afschaffing van de Staatsloterij vindt, zooals te verwachten was, over 't algemeen geen gunstig onthaal.
Niet alleen zijn het de Vrijzinnigen en de Socialisten, die zich tegen het ontwerp verzetten, maar ook maakt het overgroote deel van de Roomsche pers tegen de voordracht van den Minister van Financiën bezwaar.
De bedenkingen gaan daarbij, althans niet voor het oogenblik, tegen den inhoud van het wetsontwerp zelve, maar wel tegen de bedoeling waarmede men meent, dat Minister Colijn de afschaffing voorstelde.
Men ziet in de indiening van het voorstel het tegemoet komen van de regeering aan een bedenkelijke Antirevolutionaire lievelingsgedachte, met welke bekrompenheid zich de Antirevolutionairen wel kunnen bezighouden, maar die buiten de politieke sfeer van het Kabinet dient gehouden te worden.
Het is intusschen niet duidelijk welke bezwaren men tegen dit „drijven" van Antirevolutionaire zijde kan in het midden brengen. Het standpunt, dat de regeering in de Memorie van Toelichting op het veel gewraakte ontwerp inneemt, is heel eenvoudig.
Zij schrijft in deze Memorie:
„Het beteugelen van den speelhartstocht is een openbaar volksbelang en de exploitatie van dien speelhartstocht van Overheidswege, valt te betreuren. Het tegenwoordige Kabinet, dat ook boven omschreven standpunt inneemt, acht het noodig, ten einde aan de Loterijwet 1905 hare volledige toepassing te geven, dat de Nederlandsche Staatsloterij wordt afgeschaft".
Ons lijkt, dat hier van „drijven", of van een liefhebberijtje van de Antirevolutionairen, of van het naar voren brengen van wat men noemt een „paradepaard", moeilijk sprake kan zijn.
De feiten, waartegen de actie van de regeering gaat, worden nuchter en eenvoudig opgesomd.
Op dezelfde gronden kwam ook de Loterijwet 1905 tot stand, waaraan destijds de bekende mr. Drucker van ganscher harte zijn stem gaf. De afschaffing van de Staatsloterij is het noodzakelijk complement van de Loterijwet 1905.
Zoo staat de zaak, wanneer zij tot hare ware verhoudingen wordt teruggebracht.
Natuurlijk is met een dergelijke beschouwing in strijd de vrijzinnige levensgedachte, die onlangs in „De Vrijheid", het orgaan van den Vrijheidsbond, werd uitgesproken, waarbij de kleine man tegenover 's levens ongunst „een kansje in een loterij" moet worden aangeboden.
Tegen zulke „redders in den nood" valt niet te redeneeren. Het is de demonstratie van de aftakeling van het liberalisme.
Wij twijfelen intusschen of er, als het op stemmen in de Tweede Kamer aankomt, velen zullen zijn die de meening van den Vrijheidsbond zullen deelen.
Voor het oogenblik is het voldoende om te doen uitkomen dat het afschaffen der Staatsloterij niet tot den engen kring der Antirevolutionairen behoeft te worden bepaald.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1925
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1925
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's