Uit de Pers.

Christian Science.
Ds. K. Fernhout sdhrijft daarover in „de Reformatie" het volgende:
De richting — we zouden ook kunnen zeggen: de sekte; want sekte wordt ze hoe langer zoo meer — die zich „Christian Science" (Christelijke kennis of wetenschap) noemt, heeft haar ontstaan te danken aan Mrs. Eddy, of zooals (haar geboortenaam luidde: Mary Bakker, een Amerikaansche uit de vorige eeuw.
Deze sekte kwam op in de jaren waar in de eerste vlucht van wat we het „Occultisme" noemen, de geesten in Amerika in opwinding bracht. En evenals de meeste occulte verschijnselen: magnetisme, somnambulisme, hypnotisme e.a. trad ze op met de belofte de menschheid te zullen verlossen van ziekte en dood.
Mrs. Eddy begon niet met een eigen systeem. Naar zij zelve verklaarde en haar levensbeschrijfster Miss Wilbur verhaalt, kwam ze, nog jong, op geheel toevallige wijze tot de ontdekking, dat er een kracht tot onmiddellijke genezing in haar huisde. Ze hield die voor de kracht van Christus en voor een vervulling van Jezus' belofte in Marc. 16 vers 17 („En Jezus antwoordende, zeide tot hem : Zalig zijt gij, Simon Bar-Jona; want vleesch en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemelen is".)
Dit te weten was haar echter niet genoeg. Haar speculatieve geest had er behoefte aan, het hoe van deze onmiddellijke werking bij Jezus en bij haar zelve te doorzien. En daarvoor dacht Mrs. Eddy een systeem uit — als we het de eer van dien naam zullen gunnen — dat even belachelijk is om zijn gemis van alle logica als ergerlijk om zijn stuitende mishandeling van de H. Schrift.
Naar zijn practische strekking heet dat would-be wijsgeerig stelsel: „Mindhealing", d.w.z. „genezing door geest".
Mrs Eddy zette het breedvoerig uiteen in haar levenswerk „Science and Health with Key to the Scripture", dat wil zeggen: „wetenschap en gezondheid met den sleutel tot de Schrift"; 't boek, dat zooveel als de Bijbel van de Christian Scientists werd.
De grondstelling waarop heel het systeem van Mrs Eddy rust is deze: dat de stof niet werkelijk bestaat, dat er in waarheid niets is dan geest. Het is niets dan een fictie, dan een waan, dan leugen, dat er stof zou bestaan. En in dien waan, in die leugen schuilt de wortel van alle leugen, van alle dwaling, van alle zonde, ook van alle ziekte en van den dood.
Dat hij zich het geloof aan de werkelijkheid van de stof liet opdringen — dat en dat alleen was Adams val. Van dat oogenblik af moest hij óók gelooven aan de veranderlijkheid en aan de vergankelijkheid die der stof eigen zijn; en dit geloof maakte hem zelf vergankelijk en onderwierp hem aan ziekte en dood. Hij had zijn steunpunt in den geest en in 't geloof, dat er niets dan geest is, verloren.
De verlossing van den mensch ligt nu in zijn bevrijding van 't geloof aan de werkelijkheid der stof; in het inzicht, dat er in waarheid geen stof is; dat er ook geen ziekte is, en dat er evenmin dood en verderf is!
Wie al deze begrippen en voorstellingen van stof, zonde, ziekte en dood uit zijn ziel bande, om eeniglijk en alleen te gelooven aan de werkelijkheid van geest — die is verlost. Die is weer tot God gekomen; want God is de hoogste geest; en die komt ook tot heerlijkheid van ziel en tot volmaakte gezondheid van lichaam.
De eerste, die dit ten volle heeft ingezien, verkondigd en beleefd, was — Jezus.
Dit dankte hij aan zijn moeder Maria, die ook aan de leugen van de stof ontkomen was en aan geest alléén geloofde. Dat bedoelt n.l. de Schrift als ze zegt: dat Jezus bij Maria uit den Heiligen Geest ontvangen is! 
Heel het Evangelie dat Jezus predikte (Mrs Eddy is hier, evenals overal, zeer zuinig met bewijzen) komt neer op de ontkenning van stof en ziekte en dood, en de prediking, dat er enkel geest is. Jezus' wonderen waren niets dan demonstraties van de heerschappij van den geest over de stof; en het heerlijkste bewijs daarvoor was zijn opstanding uit de dooden.
In Jezus gelooven wil zeggen; deze leer van „stof is niets — geest is alles" van harte omhelzen en zich daardoor in zijn denken en willen laten leiden.
Wie dat doet ontkomt aan leugen, zonde, ziekte en dood. Want hij ontkent dit alles; en voor wie het ontkent is het wèg! Hij is gekomen tot de mindhealing (d.w.z. genezing door geest). En hij ontvangt de macht om ook anderen te bevrijden van de suggestie, die ze dwalen, zondigen, ziek-worden en sterven doet".
„Deze korte uiteenzetting van wat Christian Science (spreek uit: „Kristjen saiens", letterlijk vertaald „Christelijke wetenschap") is en leert, geeft, al wie niet geheel onkundig is in de Schrift, voldoende antwoord op de vraag: of een christen zich aan de z.g.n. mindhealing (genezing door geest) van Christian Scientists mag onderwerpen en bij zulke lieden hulp mag zoeken. Wie het doet zoekt zijn genezing op aanwijzing van een leer, die een der onbeschaamdste verdraaiingen is van Gods Heilig Woord en een der stuitendste aanrandingen van onzen gezegenden Middelaar en Zijn verlossingswerk, met al wat een christen voorts heilig is.
De zonde, de toorn Gods tegen de zonde, de straf der zonde — 't is naar de Chrisitian Science („kristjen saiens") leert, alles louter fictie. En als fictie wordt daarmee ook aan den spot van den zuiveren „mind" (van het gereinigde verstand) prijsgegeven al wat behoort tot de voldoening aan de gerechtigheid Gods: de menschwording van Gods Zoon, de waarachtigheid van de verzoening in Zijn bloed, de genade der rechtvaardigmaking door Zijn opstanding uit de dooden.
Geen enkel christelijk leerstuk, tot dat der H. Drieëenheid toe, laat dit gedrochtelijk product van vrouwenlogica onaangetast.
Maar de genezingen van Christian Science („kristjen saiens") bewerkt?
Naar uit de feiten gedurig bewezen is, berusten ze voor een deel op boerenbedrog. Voor een ander deel op heel gewoon magnetisme óf op suggestie. En als er óók nog zoo iets van „bovenmenschelijke kracht" bij in het spel is — welnu, we aarzelen niet te zeggen, dat het dan, naar onze innige overtuiging, kracht van den duivel is. 't Is ook net iets voor dezen vader der leugenen, om de menschen wijs te maken dat leugen en zonde, dat ziekte, dood en verderf eigenlijk niet bestaan! Zekerder weg om de zielen in zijn net te houden, is er stellig niet. En hij moet zich de handen wrijven van helsch pleizier, als hij merkt, dat christenen onnoozel genoeg zijn om er wel een reclame voor zijn uitdenksels voor over te hebben, als ze van wat leed verlost kunnen worden.
„Ik voor mij" — zoo besluit ds. Fernhout — „zou me liever m'n leven lang met een ziek lichaam behelpen, dan dézen dokter het genoegen gunnen, dat ik me onder zijn handen stelde".
(Over Christian Science is in de Chr. brochurenreeks „Ons Arsenaal", uitgave van J. B. van den Brink & Co te Zutphen een boekje verschenen van de hand van ds. G. R. Kuyper, Gereform. predikant (toen) te Alblasserdam, dat wij indertijd bij „boekbespreking" hebben aanbevolen ter lezing. Ook heeft dr. J. H. Gerretsen in „Pro en Contra", Hollandia-drukkerij, Baarn 1915, over „Christran Science" geschreven. Deze zegt o.a. (pag, 28): „Men heeft moeite niet wrevelig te worden, als men zulke dwaasheden leest enz.")

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen