Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Spiritisme (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Spiritisme (IV)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Spiritisme (IV).
Reeds wees ik er op, dat de H. Schrift het oproepen der dooden en het vragen der geesten absoluut verbiedt. (Deutr. 18 : 10—12).
Maar leerrijk is het in dit verband de verzen 14 en 15 op te slaan. „Want deze volken, die gij zult erven, hooren naar guichelaars en waarzeggers, maar u aangaande, de Heere, uw God, heeft u zulks niet toegelaten. Eenen propheet, uit het midden van u, uit uwe broederen, als mij, zal u de Heere, uw God verwekken, naar Hem zult gij hooren".
Wie die propheet is geweest, weten wij uit Mattheüs 3 en 17. Zoowel bij den doop van den Heere Jezus als bij de verheelijking op den berg klonk het: „Deze is mijn geliefde Zoon, in denwelken Ik Mijn welbehagen heb, hoort Hem". Inplaats dus van naar leugengeesten te hooren, hebben wij te letten op datgene, wat de Zoon des welbebagens heeft gezegd. Meer te weten is niet noodig, meer te willen weten ongeoorloofd. Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben en die zijn het die van Mij getuigen". Joh. 5 : 37.
In zijnen brief aan de gemeente van Efeze doet de apostel Paulus zijn waarschuwende stem hooren. Want wij hebben den strijd niet tegen vleesch en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht". (Efeze 6 : 12). Paulus schrijft dus van een strijd, die natuurlijk niet tegen goede geesten, maar tegen de geestelijke boosheden moet worden gevoerd. In de H. Schrift komen de engelen als geesten der afgestorvenen nooit voor. De engelen zijn geschapen geesten, die hunne woonstede hebben bewaard, gedienstige geesten, uitgezonden tot den dienst dergenen, die de zaligheid beërven".
Toch zijn er Spiritisten, die zich op de H. Schrift beroepen. Ik bedoel niet ds. Huët in zijn spiritualistische periode, maar mannen als Göbel en A.E. Newton. De eerste spreekt van „eene uitgieting van den Geest over alle vleesch", blijkbaar eene verkeerde exegese van Joel 2: 28: „En daarna zal het geschieden, dat ik mijnen Geest zal uitgieten op alle vleesch, en uwe zonen en uwe dochteren zullen propheteere ; uwe ouden zullen droomen droomen. uwe jongelingen zullen gezichten zien" enz. Ieder onbevooroordeeld Bijbellezer zal ons toestemmen, dat met deze woorden de uitstorting des Heiligen Geestes op den Pinksterdag wordt gepropheteerd.
Maar de tweelde interpretatie is gevaarlijker. In zijn Spiritualistisch Tijdschrift „The banner of light" verdedigt de heer Newton het Spiritisme en beroept zich op den tekst: „Beproeft de geesten of zij uit God' zijn". Maar hier zijn niet bedoeld de geesten der afgestorvenen, maar de verschillende geestesrichtingen, de geestesstroomingen die zich op religieus en kerkelijk gebied openbaren. Indien wij 1 Johannes 2 met aandacht lezen, dan bemerken wij, dat de Apostel spreekt van degenen, die zich bij de gemeente des Heeren hadden aangesloten, maar nu der waarheid ongehoorzaam waren geworden en nu den geest van den Antichrist openbaarden. Vinden wij de beoefening van het Spiritualisme niet onder de discipelen des Heeren, wij vinden in de H.S. zulks wel in de kringen die van God verlaten zijn. Toen volgens 1 Samuel 28: 6 de Heere Saul niet meer antwoordde, noch door de urim, noch door de propheten, nam Israels Koning, ten einde raad zijn toevlucht tot duivelskunstenarijen en ging hij naar eene waarzegster.
Niemand zal durven beweren, dat waar God Saul niet wilde antwoorden, noch door droomen, noch door de urim, noch door de propheten, Hij dit nu wel wilde doen door den geest van Samuel — wel door het door Hem verboden middel van het oproepen der geesten.
Waar dit vast staat, daar ligt de conclusie voor de hand, dat de verschijning van Samuel een verschijning des duivels was, duivelskunstenarij.
Trouwens, het Spiritualisme behoort tot het occulte, het verborgene. En van het Spiritisme — een verboden pad, geldt het woord des Heeren: „De verborgene dingen zijn voor den Heere onzen God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen tot in eeuwigheid, om te doen alle de woorden dezer wet".
Asperen.                                                             DR. C. VELTENAAR

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Het Spiritisme (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's