Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

Het millioen verworpen - Het wordt te bar

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het millioen verworpen.
Met een betrekkelijk groote meerderheid heeft de Tweede Kamer de vorige week het voorstel van de regeering tot het toekennen van een subsidie van een millioen aan het Olympisch Comité verworpen. Voor het voorstel stemden 36 leden en er tegen 48 leden. Tot de voorstemmers behoorden de geheele linkerzijde benevens een viertal Chr. Historischen en 'n tweetal Roomsch Katholieken, terwijl de geheele rechterzijde met uitzondering van de genoemde zes leden, zich tegen het wetsontwerp verklaarde. Dat wij ons over dezen uitslag verheugen, zal, na hetgeen wij bij vorige gelegenheden opmerkten, duidelijk zijn. Evenzoo zijn wij er over verblijd, dat de Antirevolutionairen als een man tegenstemden. Wij hadden van meet af niet anders gedacht. Het verweer, dat mr. Rutgers, dr. Scheurer en prof. Visscher tegen het regeeringsvoorstel leverden, was zoo afdoende, dat de feiten welke door deze leden naar voren werden gebracht, moeilijk waren te weerleggen.
Dit optreden van de A.R. Kamerfractie moge ook voor ds. Kersten een les zijn om voortaan met wat meer voorzichtigheid zich over de A.R. Partij uit te laten.
Van zijn standpunt bekeken, heeft de Minister van Onderwijs, dr. De Visser, een schitterend pleidooi voor het millioen-subsidie geleverd. En we kunnen 't ons, na het lezen van diens rede in de „Handelingen", zoo voorstellen, dat de Kamer, naar de bladen berichtten, met groote aandacht de rede volgde. Wij cursiveerden hier met opzet de woorden: van zijn standpunt, omdat de Minister in zijne redevoering zich duidelijk en onomwonden over een tweeërlei standpunt uitliet. Hij erkende het, dat er een opvatting van het Christendom bestaat, waarbij men datgene, wat uit de moderne maatschappij opkomt, zooveel mogelijk van zich houdt. Maar ook een andere meening, waarbij men alle moeite doet om het oude met het nieuwe te verbinden en het oude nieuwe vormen te geven.
Het eerste standpunt is dat der Antirevolutionairen; de laatste opvatting eigende de Minister van Onderwijs zich toe. Terecht sprak Minister De Visser over een punt van verschil, dat bij de beantwoording der vraag uitkomt, hoe men staat tegenover de assimilatie (de vereenzelviging) van wereld en Christendom. De Antirevolutionairen verwerpen deze assimilatie, de Christelijk Historischen, althans zij, die het met dr. De Visser eens zijn, aanvaarden haar. Zou in dit punt van verschil ook niet één der oorzaken gelegen zijn. waarom de Antirevolutionairen zich tegen het voorstel der regeering verzetten en dr. De Visser het zoo warm verdedigde? Het stellen van deze vraag is haar beantwoorden.

Het wordt te bar.
In „Staat en Kerk" bespreekt ds. Lingbeek — onzen lezers nu wel bekend — de redevoering, welke de heer Colijn hield in de Deputaten-vergadering te Utrecht. Van een man van de positie van ds. Lingbeek, die het er op gezet heeft, om ons volk politiek voor te lichten, had men mogen verwachten, dat hij de genoemde rede zélf zou hebben gelezen. Doch dit schijnt niet zoo te zijn, althans hij bespreekt de redevoering van den heer Colijn aan de hand van een verslag uit „Het Handelsblad" (!) Over de critiek van ds. Lingbeek, welke geen critiek is, spreken wij ditmaal niet. Er komt echter in het artikel een passus voor, waarvan wij iets moeten zeggen. Het is, waar de schrijver het heeft over het onderscheid tusschen Groen v. Prinsterer en de tegenwoordige leiders der A.R. Partij. En van dit onderscheid zegt hij: dat Groen van Prinsterer ijverde tegen de Liberale wetgeving, terwijl de tegenwoordige Antirevolutionairen maar één doel kennen, waarnaar zij streven:
"het zooveel mogelijk bezetten der regeeringsplaatsen door hun mannen en het zooveel mogelijk verwerven van rijksgelden voor hun particuliere inrichtingen".
Bij aandachtige lezing van deze opmerking uit het schrijven van ds. Lingbeek, moet men vragen, wat meer de aandacht trekt, de verdachtmaking welke uit de woorden van ds. Lingbeek spreekt, of de vijandschap, welke uit zijn ziel oplaait. Want als ds. Lingbeek iets van de vele moeilijkheden afwist welke het gekost heeft om de A. R. Ministers in het tegenwoordig Kabinet te behouden, zou hij zich wel tweemaal bedacht hebben, om zoo iets neer te schrijven.
En dan die rijksgelden voor hun particuliere inrichtingen, waarmede natuurlijk de Christelijke Scholen bedoeld worden. Is het niet schandelijk, daarover zóó te spreken? Profiteeren van deze gelden ook niet de vrienden van ds. Lingbeek, met name b.v. zijn boezemvriend dr. Woldendorp, no. 2 op de candidatenlijst der Herv. (Geref.) Staatspartij, leeraar aan het Christelijk Gymnasium te Groningen?
Laat men van politiek inzicht mogen verschillen. Maar wat nu geschreven werd, is toch te bar.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's