Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van het politieke en sociale leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het politieke en sociale leven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederland is een ander land dan alle andere landen en ons volk is een gansch eigenaardig volk, zooals er geen tweede gevonden wordt.
Waarop het wel lijkt? Da Costa heeft eens gesproken van „het Israël van het Westen"; en in zoo verre heeft hij recht getuigd, dat ons volk, evenals vroeger het Israëlietische volk, alles zoo gaarne beziet bij 't licht dat van Boven is, wetend ook, dat de Heere voor alles Zijn ordinantiën en wetten gesteld heeft, waaraan de eere Gods en het welzijn van volk en vaderland gebonden is.
Ons volk is een theologisch volk, drager van den godsdienst. Nergens vindt men zooveel theologische scholing en, Gode zij dank, zooveel positief christendom als ten onzent.
Zeker, wij weten ook wel dat het alles geen goud is wat er blinkt. Oók wel, dat er een groote massa des volks is, welke van God noch Zijn gebod weten wil. Nochtans blijft het waar, dat hier in Nederland veel meer dan ergens anders alles bezien wordt bij het licht van Boven, waardoor alles, ook de dingen van het publieke leven, een geestelijk cachet draagt en door geestellijke beginselen wordt beheerscht. Belijdenis en geloofsovertuiging spreken hier bij alles, niet maar één woord, maar vele woorden mee en dingen naar den voorrang; zoodat ook materiëele, stoffelijke dingen door een geestelijke worsteling worden beheerscht.
Dat ligt mee aan onze landshastorie, die ook weer zoo geheel anders is dan de geschiedenis van andere landen en andere volkeren. De wordingsgeschiedenis van ons volk ligt in den tijd van den religie-strijd met Spanje. Gestreden werd toen om geestelijke goederen, van vrijheid om God vrij te mogen dienen naar Zijn Woord; en dat is gebleven bij ons volk, dat bij alles het geestelijk beginsel zal meespreken en domineeren. Calvinistisch is ons volk gevormd. En waar de hervormer van Geneve zijn stempel heeft gedrukt op ons volksleven, daar weet ons volk, dat de religie is een zoutend zout, gegeven om gansch het leven, in alle doen en laten, te doortrekken. De religie is niet iets aparts, dat voorzichtig buiten alles kan worden gesteld en gehouden. Ons volk, Calvinistisch gevormd, weet het, dat de religie zich niet beperkt tot de intimiteit van het zieleleven; maar, omdat zij behalve gemeenschap met, ook dienst van God is, gaat zij door op de breedte van het leven en komt zij elk terrein opeischen voor de eere des Heeren. Zoo is ons publieke leven dan ook geestelijk, godsdienstig getint. Wij, Nederlanders, bezien de dingen van staat en maatschappij, van huisgezin en school - om van andere dingen nu niet te spreken - bij licht van Boven en het zijn voor ons alle dingen Gods, waarmee Gods eer is gemoeid en waar wel en wee voor het volk van afhangt. Nog eens, niet dat alle Nederlanders zoo denken en voelen en spreken en handelen. Maar het Nederlandsche politieke en sociale leven, in staat en maatschappij, rakende huisgezin en school, staat in dat godsdienstig, geestelijk teeken, zooals nergens anders. Vandaar dat in andere landen de scheidingslijnen der partijen voor het politieke en voor het maatschappelijke leven heel anders loopen dan ten onzent. Want beslissen elders de stoffelijke aangelegenheden, hier is het meer het verschil in godsdienst en geestelijke richting dat kleur en lijn bepaalt. Dat is de laatste 25 jaren scherper nog geworden dan het vroeger was. Want hoewel de stofvergoding toeneemt en bijna alles wordt beheerscht door vragen, ontleend aan het stoffelijke, als loon, werktijd, verzekering enz. enz., is de geestelijke lijn niet minder als scheidingslijn tusschen de partijen gekomen; het proces is niet weinig verscherpt. Dat komt door allerlei oorzaak.
In Groen's dagen en toen Kuyper en Lohman stonden in hun kracht, ging het er scherp van langs. En de beginselen, die naar Gods Woord zijn, werden voor gedragen en verdedigd met een vuur en met een liefde, die tot jaloersdhheld verwekken kan.
Maar de verschuiving bij Links is zóó groot, dat toch eigenlijk de klove tusschen Links en Rechts veel dieper is dan vroeger en de tegenstelling veel scherper. Het oude liberalisme, dat nog poogde vroom te zijn en zich in z'n christelijke en maatschappelijke deugden voldaan gevoelde, heeft eigenlijk afgedaan; en van Thorbecke's machtige partij is slechts een handjevol ovengebleven. Zij heeft haar graf gevonden in haar eigen politiek. Haar individualistisch streven op sociaal gebied, haar hooghartige onverschilligheid voor de gemeenschap heeft de massa van haar vervreemd en aan haar neutrale school heeft zij zich doodgegeten. Daardoor is de verhouding Links tegenover Rechts veel van karakter veranderd en nu is de vijand aan de overzij het socialisme. Die macht staat daar nu met kracht en groeit bij den dag; geflankeerd door het consequent-revolutionaire communisme.
Die opstuwing Links naar den Rooden kant geeft aan den strijd een bizondere kleur en maakt dat de dingen anders nu staan dan vroeger. Wel zijn het dezelfde beginselen; er is niet van banier verwisseld, maar tegenover het sodialisme moeten we toch heel anders optreden dan tegen het liberalisme, waarbij ook weer andere vragen om antwoord roepen; wat vooral klemt op sociaal terrein en dus ook weer raakt de politiek.
Vandaar onze christelijke bonden en onze christelijke vakorganisatie, waarbij gelukkig een groot deel van christelijk Nederland voelt, dat ook bij vragen van stoffelijken aard een verband met heel het gemeenschapsleven bestaat en alleen dan veilig wordt gegaan als Gods Woord tot gids wordt gebruikt; welk Woord ons zegt, dat het gaan moet om de eere Gods en ook om het recht en de eer van dat schepsel, dat God naar Zijn beeld geschapen heeft. Zoo leeft het christelijk beginsel onder ons en wordt een christelijke actie gevoerd.
Waarbij één ding te betreuren valt; en wel, dat tegenover den in macht toenemenden vijand, de splitsing onder degenen die den Christus Gods belijden niet minder wordt, maar zelfs toeneemt. Niet, dat we onze kracht zouden willen zoeken in verflauwing van de grenzen. Waar werkelijk scheidsmuren zijn moeten wij niet gaan samenvoegen wat gescheiden is. Maar helaas! wordt het in onze dagen gezien, dat tegenover den grooten afval eenerzijds, anderzijds zoo dikwijls scheidsmuren worden opgetrokken onder de broederen, als er tooh wezenlijke éénheid des geestes bestaat, doch met verschillen op ondergeschikte punten. Om simpele belangen of om een klein detailpunt wordt dikwijls verwijdering bevorderd, inplaats dat men zoekt wat vereent. Waarbij we een gescheiden optrekken zien en een verdeeld en versnipperd aanvallen, niet zelden tot verlies in plaats van tot winst.
Gelukkig dat in weerwil van veel lauwheid en flauwheid, van veel ontrouw en dwaas partijkrakeel, de Heere toch in de laatste vijf en twintig jaar op het terrein van het politieke en sociale leven ons vele goede dingen schonk, 't Begon met het ministerie-Mackay in 1888, wat voor de school al aanstonds een stap vooruit gaf. In 1901 wonnen de christelijke partijen weer, na eerst verlies geleden te hebben. Het ministerie-Kuyper kwam, wat voor de school en voor het sociale leven voordeel was; ook kon door krachtig optreden de spoorwegstaking in 1903 worden gebroken en verijdeld. In 1905 viel het christelijk ministerie, maar in 1909 kwam rechts weer in de meerderlheid, met het ministerie-Heemskerk. In 1913 sloeg de schaal naar links over. In 1918 wees de Verkiezing, naar den regel der evenredige vertegenwoordiging uit, dat het meerendeel van ons volk zich schaarde aan de zijde van de rechtsche partijen en in 1922, 1923 en 1925 is deze uitspraak bevestigd en in het ministerie-Colijn hebben we bij vernieuwing raadslieden der Kroon, die wenschen te leven uit de geestelijke beginselen die ons christenvolk lief zijn; om èn het staatkundig èn 't maatschappelijk leven naar die beginselen in te richten.
De christelijke politiek is onder ons in eere. De Roomschen, de Antirevolutionairen, de Christelijk Historischen, ieder afzonderlijk georganiseerd, trekken in deze in zeer veel opzichten dezelfde lijn. En zoo mag er voor het sociale leven ook kracht uitgaan van onze christelijke ministeries. De christelijk-sociale actie groeit, al zijn de moeilijkheden vele en al blijven de teleurstellingen niet uit. Mee daardoor is het mogelijk iets goeds te bereiken. Een goede defensie kan zoo bevorderd worden, waarvan we in de dagen der mobilisatie de voordeelen hebben gezien, mee te danken aan christen-Staatslieden als Colijn.
De ontucht kan bestreden, het zedelijk peil onder ons volk verhoogd, sociaal onrecht kan worden weggenomen, de vrouw vindt bescherming, het kind, de zwakke eveneens; zieken en invaliden worden niet met wreed onrecht aan zichzelf overgelaten, met een minachtend gebaar weggeworpen als onbruikbaar; de zaak van het onderwijs wordt niet langer in verkeerde banen geleid — alles tot vreugd van degenen die door hun religie gedragen, de dingen willen zien bij licht van Boven.
Nog eens, er is veel lauwheid en flauwheid. Ook is er niet zelden een afwijken van de rechte beginselen. Dat moet ons ernstig toespreken en ons blijven vermanen tot bekeering. Nochtans mogen we niet over het hoofd zien het ernstig begeeren van velen om alle dingen te zien bij licht van Boven en den strijd op elk terrein aan te binden en voort te zetten onder de leuze: „tegen de revolutie het Evangelie!"
En daarbij wil de Heere het aan Zijn zegeningen niet doen ontbreken, waarvoor Hem de eere en waarbij ons de blijdschap is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Van het politieke en sociale leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's