De Colleges van Prof. Dr. H. Yisscher.

Bij het Bestuur van den Gereformeerden Bond kwam van de hand van Prof. Dr. Visscher een verslag in van de colleges die door Zijn Hooggel. gedurende den Cursus 1924—'25 aan de Theologische Studenten te Utrecht gegeven werden. Het Bestuur meent goed te doen om de belangrijkheid dezer zaak dat verslag met goedvinden van Prof. Vissoher, in de Waarheidsvriend ter kennis van de Bondsleden te brengen.
Het luidt als volgt:
„Onder dankzegging voor het in mij gestelde vertrouwen heb ik de eer aan Uw Bestuur verslag uit te brengen over de door mij ingevolge de mij verstrekte opdracht volbrachte werkzaamheden gedurende den loop van den cursus 1924—1925. Ik heb tweeërlei college gegeven. In de eerste plaats een college in de dogmatiek, dat geregeld gedurende twee uren elken Maandag werd gegeven van 4—6 uur. Voor dit college hadden aanvankelijk 18 studenten geteekend. Later werd dit uitgebreid tot 25. Het bezoek was vrij geregeld, werd eerst minder getrouw tegen den tijd der examens, maar bedroeg in aantal nimmer minder dan 15. Het is mij echter gebleken, dat er bij sommige studenten, die gaarne zouden komen, vrees of tegenzin bestaat tegen den Ger. Bond. Hetgeen goeddeels saamhangt met den kring, waaruit zij komen of waarin zij verkeeren. Misschien doet zich hierbij ook invloed van derden gelden. Behandeld werd om een vasten grond te verkrijgen de locus de Scriptura. Na een beknopte inleiding, waarin de specifiek Christelijke karaktertrekken in het openbaringsproces werden aangewezen, de bron der Godskennis en de daarmede samenhangende onderscheiding tusschen theologia naturalis en revelata in het licht werd gesteld, was de weg geopend tot de leer der Heilige Schriftuur. Ontwikkeld werd eene beschouwing over het Woord Gods en de Heilige Schrift; de Openbaring en hare expressie. Vervolgens werd stilgestaan bij de Openbaringsmiddelen en bij het Woord als Heilige Schrift. Vervolgens werd het canoniek karakter van Oud-en Nieuw Testament uiteengezet en ten slotte, stil gestaan bij de Forma Scripturae waarbij de inspiratie werd toegelicht. En eindelijk werd een onderzoek gewijd aan: Het geloof in de Heilige Schrift. Tot mijn leedwezen heb ik dit onderwerp niet geheel kunnen afperken in dezen cursus, niet slechts omdat de vacantie was ingetreden en de studenten dus huiswaarts gaan, maar ook omdat ik juist de laatste samenkomst door het overlijden mijner zuster niet kon houden.
Ik heb over het geheel een dankbaar en trouw gehoor van de zijde der studenten gehad, die ondanks de vele uren college, deze uren toch niet verzuimden.
Wat aangaat het tweede college, dit werd gegeven elken Vrijdagavond van half 8— half 10. De strekking daarvan was den studenten gelegenheid te geven hunne bezwaren en moeilijkheden mij voor te leggen. Daar het echter noodig is een leiddraad te hebben, behandelde ik met hen den Heidelbergschen Catechismus. Van de 2e tot en met de 7e Zondagsafdeeling. Dit college werd geregeld bezocht door 12 tot 15 studenten, waaronder ook van niet belijnd Gereformeerde richting. Tal van vragen van allerlei aard heb ik daar met de jongelui besproken, vragen naar aanleiding van den Catechismus, maar ook andere, die zij onder hunne studie of door hetgeen zij bij de colleges van andere hoogleeraren gehoord hadden, bij zich voelden opkomen. Over het geheel werd ook dit college, waar tevens gelegenheid was om ook practische wenken te geven bij de oefeningen, die ik hen maken liet over de Zondagsafdeeling, niet slechts getrouw, maar ook met vrucht gevolgd. Er heerschte een aangename toon en de jongelui gaven blijk van groote belangstelling en ijver, terwijl er ook invloed op hen geoefend kon worden tot het aanvatten van studie der beginselen.
De eerste gewone colleges werden gehouden met toestemming van H.H. Curatoren ........­ Vrijdagavond in een der zalen van het hotel Terminus te Utrecht. De regeling van huur dezer kamers liet ik over aan de studenten zelven en gaf tot geene moeilijkheid aanleiding.
En hiermede meen ik aan Uw Bestuur in groote trekken verslag te hebben gegeven van de werkzaamheden ten bate der Studenten verricht op Uw verzoek.
Hoogachtend heb ik de eer te zijn
Uw dw. dnr. Dr.
H. VISSCHER.
Huis ter Heide, 3 Augustus 1925.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen